Outils pour utilisateurs

Outils du site


transparencia:cadas:abelrgnbrucada:2016-01-28_abelbrucada_avis-119-16:start

Avis 119-16

Transposition

- 1 -
GEWESTELIJKE COMMISSIE VOOR DE TOEGANG TOT DE BESTUURSDOCUMENTEN VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
ADVIES nr. 119-16
Toepassing van artikel 20 van de ordonnantie van 30 maart 1995 bctrcffende de
openbaarheid van bestuur
1. Voorwerp van de aanvraag en feitelijke voorafgaanden:\\
Op 9 oktober 2015 diende mevr. Nadine Lucas (hierna: verzoekster) per aangetekende brief een verzoek om openbaarmaking in bij Leefmilieu Brassel teneinde afschriften te ontvangen van de statistieken 2014 betreffende het proefdiergebruik binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, alsook van verslagen/rapporten van de inspecties uitgevoerd in de centrale proefdierenfaciliteiten (animalariums) in de période januari 2010 tôt heden van: Université Catholique de Louvain (UCL), Secteur des Sciences de la Santé, Av. Hippocrate 56 à 1200 Bruxelles;
Université Libre de Bruxelles (ULB), Faculté de Médecine, Campus Erasme, Route de Lennik 808 à 1070 Bruxelles;
Vrije Universiteit Brussel (VUB), Faculteit Geneeskunde en Farmacie, Laarbeeklaan 103 te 1090 Jette.

Op 13 november antwoordde Brussel Leefmilieu (dossier nr 2015/1824) het volgende:\\
«1. De statistieken 2014 betreffende het proefdiergebruik in het Brussels Gewest
Op basis van de ordonnantie van 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, kunnen wij niet ingaan op uw aanvraag.

Deze statistieken zijn geen bestuursdocumenten zoals gedefinieerd in artikel 3, 3° van de ordonnantie van 30 maart 1995,omdat Leefmilieu Brussel - BIM nog niet over deze documenten beschikt.

- 2 -
Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan de statistieken van het jaar 2014 betreffende het proefdiergebruik. Deze statistieken zullen zo snel mogelijk op de website van Leefmilieu Brussel - BIM worden gepubliceerd.

2. De verslagen/rapporten van de inspecties
Op basis van de ordonnantie van 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, kunnen wij niet ingaan op uw aanvraag.

Wij hebben geen algemene erkenning afgeleverd aan de Université Catholique de Louvain (UCL), de Université libre de Bruxelles (ULB) en Vrije Universiteit Brussel
Overeenkomstig het artikel 10, § 3, 4° van de ordonnantie van 30 maart 1995 is uw aanvraag kennelijk te vaag geformuleerd.

Gelieve specifîek aan te geven van welke inrichtingen u de inspectieverslagen wil ontvangen.»
Op 19 november specifieerde verzoekster haar vraag per aangetekende brief aan Brussel Leefmilieu als volgt:\\
«Op de campussen bevinden zich proefdier- en onderzoeksfaciliteiten, die ter beschikking staan van de vele onderzoeksgroepen en laboratoria die aan dergelijke universitaire campussen verbonden zijn. De diverse onderzoekseenheden hebben misschien wel individuele erkenningen, maar maken gebruik van gemeenschappelijke proefdier- en onderzoeksvoorzieningen, gelegen op de adressen die ik u reeds bezorgde. Mijn verzoek betreft aile inspecties van de voorzieningen waar proefdieren gehuisvest en gebruikt werden/worden op deze adressen, door welke onderzoeksgroep dan ook (voor zover er voor deze onderzoekseenheden inspecties zijn uitgevoerd, gezien slechts een klein gedeelte van aile proefdiergebruikers de afgelopen jaren geïnspecteerd werd). Zoals u wenst, bezorg ik u hierbij de lijst van onderzoeksgroepen/laboratoria die aan de campussen verbonden zijn.»
En op 25 november schreef verzoekster opnieuw aan Leefmilieu Brussel:\\
«Verwijzende naar de wetgeving betreffende Openbaarheid van Bestuur wens ik binnen de wettelijk gestelde termijn afschriften te bekomen van:\\
Rapportage/verslagen van de inspecties van de primatenfaciliteiten van UCL, campus Woluwe, (Avenue Hippocrate 55, 1200 Woluwe Saint-Lambert), uitgevoerd in de période 2009 tôt heden;
Daarnaast wens ik afschriften te bekomen van:\\
- de jaar statistieken betreffende proefdierengebruik van de jaren 2009 tôt en met 2014;
- de erkenningen (met aanvraagformulier en bijlagen) als proefdiergebruiker; -rapportage/verslagen van dierenwelzijnsinspecties uitgevoerd in de période
2009 tôt heden;
- 3 -
van volgende gebruikers, verbonden aan campus Woluwe van de 'Université Catholique de Louvain (Avenue Hippocrate 55, 1200 Woluwe-Saint-Lambert):\\
- CHEX -Pôle de chirurgie expérimentale et transplantation (CHEX) (verbonden aan het 'Institut de Recherche Expérimentale et Clinique' (IREC),
Faculté de médecine et médecine dentaire, UCL -site Woluwe)
Administratief adres: Avenue Hippocrate 55 bte B 1.55.04, 1200 Woluwe-Saint-Lambert
- GYNE: Pôle de Gynécologie
(verbonden aan het 'Institut de Recherche Expérimentale et Clinique' (IREC), Faculté de médecine et médecine dentaire, UCL -site Woluwe)
Administratief adres: Avenue Mounier 52 bte 81.52.02 à 1200 Woluwe-Saint-Lambert
En van volgende gebruiker, verbonden aan Campus Erasme van de 'Université libre de Bruxelles', route de Lennik 808,1070 Brussel:\\
Laboratoire de Physiologie et de Physiopathologie [laboratory of Physiology and Physiopathology]
administratief adres: campus Erasme, Bât. GE, Côté E2, niveau 4, porte 108-109 CP604, route de Lennik 808,1070 Bruxelles
Verantwoordelijken van deze onderzoekslaboratoria zijn: (voor zover de informatie op hun websites up to date is):\\
- pf. Gianello P.

- pf. Dolmans M. -pf. Naeije R.»
Dit verzoek is door Leefmilieu Brussel onder nr. 2015/1989 behandeld.

Op 23 december dient verzoekster, aangezien ze geen antwoord mocht ontvangen, een verzoek tôt heroverweging in bij Leefmilieu Brussel en tegelijkertijd verzoekt zij de commissie een advies uit te brengen.

Op dezelfde dag antwoordde Leefmilieu Brussel (in het dossier 2015/1989) in de volgende termen:\\
«1. De statistieken van 2009 tôt en met 2014 betreffende het proefdiergebruik van 4 gebruikers
Op basis van de ordonnantie van 30/03/1995 betreffende de openbaarheid van bestuur in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, kunnen wij niet ingaan op uw aanvraag.

Overeenkomstig artikel 10, § 1, punten 4 en 7 van de ordonnantie van 30/03/1995 betreffende de openbaarheid van bestuur in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest weegt het belang van de openbaarheid niet op tegen het belang van de bescherming van de openbare orde en het vertrouwelijke karakter van de ondernemings- en fabricagegegevens die aan de overheid werden meegedeeld.

De gebruikers blijven zeer op hun hoede en vragen aan de bevoegde overheid dezelfde waakzaamheid te hanteren wat betreft dergelijke verzoeken gelet op het mogelijke misbruik van gegevens. Bovendien dient aile informatie die de gebruikers aan ons communiceren vertrouwelijk behandeld te worden.

- 4 -
U bent woordvoerster van de Animal Rights vzw en een actief medewerkster van de Anti Dierproeven Coalitie. Het is niet met zekerheid uit te sluiten dat eventuele acties ondernomen door groepen van de samenleving die reageren tegen gebruikers van proefdieren, het gevolg zouden kunnen zijn van het vrijgeven van de gevraagde informatie zoals bv. het aantal gebruikte dieren of de gebruikte diersoort (apen, honden en katten liggen bijvoorbeeld veel gevoeliger bij het publiek dan andere diersoorten), en de domeinen waarvoor zij gebruikt worden. Het risico bestaat dat de vrijgegeven informatie door de aanvrager zou kunnen gebruikt worden als reden om criminele feiten te plegen, schade te berokkenen of de orde te verstoren. Het is mogelijk dat groeperingen, namelijk dierenrechtenactivisten, op zoek zijn naar informatie met het oog op het plannen van inbraken, het plegen van aanslagen,...

Na het afwegen van het belang van de openbaarheid in vergelijking met het belang van de bescherming, weegt het belang van de bescherming door.

Niettemin werden de globale statistieken tôt betrekking lot het proefdiergebruik in België van 2009 tôt en met 2013 op de website van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu gepubliceerd. De statistieken van het jaar 2014 betreffende het proefdiergebruik in Brussel werden onlangs op de website van Leefmilieu Brussel-BIM gepubliceerd.

2. De erkenningen (met aanvraagformulieren en biilagen) als proefdiergebruiker van 4 gebruikers
Op basis van de ordonnantie van 30/03/1995 betreffende de openbaarheid van bestuur in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, kunnen wij niet ingaan op uw aanvraag.

Overeenkomstig artikel 10, § 1, punten 4 en 7 van de ordonnantie van 30/03/1995 betreffende de Openbaarheid van bestuur in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest weegt het belang van de openbaarheid niet op tegen het belang van de bescherming van de openbare orde en het vertrouwelijke karakter van de ondernemings- en fabricagegegevens die aan de overheid werden meegedeeld.

Door het vrijgeven van deze gegevens is er geen garantie dat concurrenten van andere laboratoria, hieruit geen voordeel halen, bijvoorbeeld wanneer allen werkzaam zijn in hetzelfde wetenschappelijk domein. Mogelijk kan hierdoor de vertrouwelijkheid van wetenschappelijke projecten in het gedrang komen.

De gebruikers blijven zeer op hun hoede en vragen aan de bevoegde overheid dezelfde waakzaamheid te hanteren wat betreft dergelijke verzoeken gelet op het mogelijke misbruik van gegevens. Bovendien dient aile informatie die de gebruikers aan ons communiceren vertrouwelijk behandeld te worden.

U bent ook een actief medewerkster van de Anti Dierproeven Coalitie. Indien een aanvraag wordt ingediend bestaat het risico erin dat bepaalde gegevens door de aanvrager zouden misbruikt kunnen worden om criminele feiten te plegen, schade te berokkenen of de orde te verstoren (en dit op basis van informatie opgenomen in het aanvraagdossier bv. zoals identiteit, woonplaats,... van betrokkenen, plaats van herkomst van proefdieren, frequentie van transport, transportmiddelen, de precieze locatie van dierenverblijven, lay-out van lokalen, aard van beveiligingsmaatregelen,...). Het is mogelijk dat groeperingen, namelijk dierenrechtenactivisten, op zoek zijn naar informatie met het oog op het plannen van inbraken, het plegen van aanslagen,..

Na het afwegen van het belang van de openbaarheid in vergelijking met het belang van de bescherming, weegt het belang van de bescherming door.

- 5 -
3. De verslagen/rapporten van de inspecties U vindt hieronder de gevraagde informatie;
i. de primatenfaciliteiten van UCL, campus Woluwe en CHEX-Pôle de chirurgie expérimentale et transplantation (CHEX)
Deze twee gebruikers zijn slechts één erkende inrichting. Deze gebruiker werd in de période 2009 tôt heden gecontroleerd: -op 22/06/2011: enkele gevallen van niet-overeenstemming met de wetgeving werden opgemerkt;
-op 04/12/2012: enkele gevallen van niet-overeenstemming met de wetgeving werden opgemerkt en maatregelen werden genomen door de inspecteur;
-op 18/07/2014; enkele gevallen van niet-overeenstemming met de wetgeving werden opgemerkt en maatregelen werden genomen door de inspecteur;
- op 23/09/2015: de waamemingen worden momenteel geanalyseerd.

ii. GYNE Pôle de Gynécologie
Deze gebruiker werd niet gecontroleerd in de période 2009 tôt heden.

iii. Laboratoire de Physiologie et de Physiopathologie [Laboratory of Physiology and Physiopathology]
Deze gebruiker werd één keer in de période 2009 tôt heden gecontroleerd: op 23/09/2015 en de waamemingen worden momenteel geanalyseerd.

We informeren u dat elke erkende inrichting trimestrieel wordt gecontroleerd door een bevoegd expert dierenwelzijn eigen aan het laboratorium.

De aanvrager kan eenberoep aantekenenbij de Gewestelijke Commissie....»
Op 5 januari diende de verzoekster en verzoek tôt heroverweging bij Leefmilieu Brussel in en, tegelijkertijd, en verzoek om advies bij de Commissie. Dit laatste is als volgt geschreven:\\
- 6 -
«Ik wens beroep aan te tekenen tegen de weigering van Leefmilieu Brussel voor het bezorgen van afschriften van inspectieverslagen, erkenningen en jaarstatistieken van een aantal Brusselse proefdierengebruikers.

De argumenten die de dienst Leefmilieu Brussel aanvoert om openbaarmaking van de door mij opgevraagde documenten te weigeren zijn naar mijn mening ongegrond.

Hun weigering vindt U in de bijlagen, evenals kopieën van mijn oorspronkelijk verzoek, en van mijn verzoek tôt heroverweging aan Leefmilieu Brussel (dossiernummer 2015/1989/01).

- wat betreft de inspectieverslagen van primatenfaciliteiten: in Vlaanderen vroeg ik inspectieverslagen op van de primatenfaciliteiten van KU Leuven. De gevraagde documenten werden me door de Vlaamse dienst Leefmilieu bezorgd. Ook hier probeerden de dienstdoende ambtenaren aanvankelijk te weigeren. In bijlage vindt U de uitspraak van de Vlaamse Beroepsinstantie.

Het feit dat ik al dan niet vrijwilliger ben bij een dierenrechtenorganisatie kan niet ingeroepen worden om toegang tôt openbaarheid van bestuursdocumenten te weigeren. Het recht op deze informatie is een grondrecht dat aile burgers toekomt. Waarom noemt het anders 'Openbaarheid'? (Overigens ben ik al een jaar geen vrijwilliger meer bij de Anti Dierproeven Coalitie. Dit terzijde, aangezien het totaal irrelevant is in het kader van een informatieverzoek).

- Ook de andere gronden die Leefmilieu Brussel inroept om inspectieverslagen van primatenfaciliteiten te weigeren, werden door de Vlaamse Beroepsinstantie reeds verworpen bij het gelijkaardige informatieverzoek om inspectieverslagen van de Leuvense primatenfaciliteiten (zie beslissing beroepsinstantie). Ik heb Leefmilieu Brussel daar reeds op gewezen. De meen dat de Openbaarheidswetgeving in de 3 gewesten dezelfde is. De zie dus geen reden waarom inspectieverslagen van Brusselse primatenfaciliteiten wel geweigerd zouden kunnen worden.

- Wat betreft de door mij gevraagde afschriften van jaarstatistieken van een aantal Brusselse gebruikers, kan ik hetzelfde zeggen: De vroeg gelijkaardige jaarstatistieken op van Vlaamse en Waalse proefdierengebruikers. Zowel wat betreft primaten, hônden en katten, als van muizen, konijnen of ratten. Zowel van universitaire onderzoeksgroepen, als van grote commerciële bedrijven zoals GSK en Janssen Pharmaceutica. In de 2 gewesten bepaalden de Beroepsinstanties dat er geen grond was om dergelijke informatie te weigeren. Waarom zou het in Brussel anders zijn ?
- Wat betreft de 'erkenningen tôt proefdiergebruiker': Leefmilieu Brussel weigert deze documenten op grond van het feit dat ik vrijwilliger ben bij een dierenrechtenorganisatie. Zij insinueren dat dierenrechtenactivisten op zoek zijn naar informatie om inbraken en aanslagen te plegen. Deze opmerkingen zijn beledigend en discriminerend, ze berusten niet op enige concrète feiten. Er gebeuren immers geen dergelijke aanslagen in ons land. De protestacties die gevoerd worden tegen dierproeven zijn steeds vreedzaam van aard en met voorafgaande toestemming van lokale bevoegde gemeentebesturen en politiediensten. Het is bij mijn weten niet verboden om op vreedzame wijze een ethisch standpunt in te nemen dat afwijkt van het standpunt van de overheidsdiensten bevoegd voor Dierenwelzijn. We leven tenslotte in een démocratie.

Leefmilieu Brussel beweert ook dat de door mij gevraagde documenten gegevens bevatten die de veiligheid in het gedrang kunnen brengen, dat er allerlei gegevens in zouden staan die door mensen met kwade bedoelingen kunnen misbruikt worden om
terreurdaden te plannen. In bijlage vindt u een officieel voorbeeldformulier van het document dat ik wens op te vragen (dergelijke voorbeeldformulieren zijn terug te vinden op de website van de fédérale overheid). Ik vind in dat voorbeeldformulier weinig terug van wat Leefmilieu Brussel opsomt in hun brief (frequentie van transporten, aard van beveiligingsmaatregelen etc. ... ). Het klopt wel dat dergelijk formulier een personeelsbestand omvat. Maar indien opgevraagde formulieren privé-gegevens bevatten van natuurlijke personen, of andere vertrouwelijke zaken (zoals beveiligingssystemen of détails over specifieke transporten en leveringen), dan is het perfect mogelijk om dit soort gegevens onleesbaar te maken op de documenten.

Intussen kreeg ik ook een reactie van Leefmilieu Brussel op mijn ander verzoek betreffende inspectieverslagen van proefdiergebruikers van UCL, ULB en VUB. (dossier nummer 2015/1824/01).

Ik heb betreffende deze zaak op 23/12 reeds een brief verzonden naar de Brusselse Commissie voor Toegang tôt Bestuursdocumenten, gezien ik nog geen antwoord gekregen had. Blijkbaar hebben onze brieven mekaar gekruist.

Het betrof inspectieverslagen van de centrale animalariums van 3 universitaire campussen: VUB, ULB en UCL (De kopieën van dat verzoek, heb ik de Commissie reeds bezorgd in bijlage bij mijn brief van 23/12).

Ook dit verzoek wordt geweigerd door Leefmilieu Vlaanderen (kopie weigering in bijlage). Gezien ik intussen kennis kan nemen van hun weigeringsgronden (brief ontvangen op 24/12), heb ik de dienst verzocht deze weigering te heroverwegen omwille van het feit dat het ook hier informatie betreft die wel openbaar diende gemaakt te worden in het Vlaamse en Waalse gewest.

-Ik deed een gelijkaardig verzoek in Vlaanderen betreffende inspecties uitgevoerd in de centrale proefdierenvoorzieningen van campus Gasthuisberg (KU Leuven), een campus die veel groter is dan de Brusselse campussen van dewelke ik dezelfde informatie wens te bekomen. De informatie werd mij bezorgd. (Het is niet zo dat mijn verzoek honderden pagina's documenten betrof. Ik ontving slechts een zeer beperkt aantal inspectieverslagen, gezien de Dierenwelzijns-inspectiediensten per werkjaar slechts een heel klein gedeelte van de proefdiergebruikers controleren, en sommige gebruikers jarenlang niet. Dat is niet anders in Brussel dan in Vlaanderen en Wallonie. De Diensten voor Dierenwelzijn zijn immers nog maar sinds een goed jaar 'gewestelijk' actief, voordien gebeurde ailes gezamenlijk onder fédérale bevoegdheid).

-Een zelfde verzoek deed ik in Wallonie, waarbij ik de verslagen van de inspecties uitgevoerd op de campus van de ULg (Luik) opvroeg. In mijn verzoek betreffende de verslagen van de Luikse campus heb ik geen lijst van specifieke onderzoeksgroepen vermeld. Het feit dat het gemeenschappelijke gebruiks-faciliteiten op éénzelfde campus-adres betrof, was blijkbaar voldoende om de informatie te kunnen verzamelen. De Waalse Commissie bezorgde me eerder deze week haar uitspraak; zij oordeelden dat de gevraagde inspectieverslagen van de ULg-campus dienen bezorgd te worden. Ook hier zie ik niet in dat informatie die in Vlaanderen en Wallonie wel beschikbaar is voor openbaarmaking, in Brussel niet in aanmerking zou komen voor een openbaarheidsverzoek.

- uit het feit dat het zowel in Vlaanderen als in Wallonie mogelijk bleek te zijn om de verzamelde inspectieverslagen te bekomen van centrale, gemeenschappelijke gebruiksfaciliteiten van bepaalde universitaire campussen, valt af te leiden dat de
- 8 -
Waalse en Vlaamse diensten de inspectieverslagen van de campussen in kwestie konden verzamelen, simpelweg op basis van het gemeenschappelijk adres van de centrale voorzieningen, en zonder dat een medewerker wekenlang aile individuele dossiers van elke gebruiker moest napluizen... De betwijfel daarom of het waar is dat in Brussel dergelijke omslachtige zoekmethode dient gevolgd te worden om de inspectieverslagen van één bepaalde campus terug te vinden. De heb duidelijk aangegeven op welk adres de gemeenschappelijke voorzieningen zich bevinden, en om welk soort gemeenschappelijke voorzieningen het gaat. Indien ik mij vergis, en het verzamelen van de door mij gevraagde informatie inderdaad enkel kan gebeuren op de omslachtige wijze die Leefmilieu Brussel omschrijft, dan heb ik uiteraard wel begrip voor de grond van weigering (teveel werk). In dat geval zal ik in de toekomst meer gerichte verzoeken per onderzoeksgroep indienen.

Het is nu ruim 3 jaar dat ik me inzet als vrijwilliger op het gebied van dierenrechtenactivisme. Omdat ik me uit persoonlijke interesse verder in het thema 'dierproeven' wilde en wil verdiepen, en me daarbij wens te baseren op gefundeerde informatie, heb ik de voorbije jaren een aantal gelijksoortige informatieverzoeken ingediend bij de bevoegde overheidsinstanties. In die 3 jaar werd ik herhaaldelijk geconfronteerd met de weigeringen van de diensten I^efmilieu/Dierenwelzijn (aanvankelijk vanuit federaal niveau, tegenwoordig gewestelijk verdeeld) wat betreft informatie over de dierproef-sector. Weigeringen die in zowat aile gevallen ongegrond bleken te zijn, zo wezen de uitspraken van de bevoegde beroepsinstanties uit. Het is bedroevend om vast te stellen dat de opgesplitste diensten voor Leefmilieu (zowel in Brussel, Vlaanderen, als Wallonie) koppig blijven proberen om steeds dezelfde drogredenen in te roepen om de openbaarheidswetgeving te ontlopen.

Openbaarheid van informatie is een fundamenteel burgerrecht in heel Europa. Een van de grondbeginselen van een démocratie. De wens dan ook beroep aan te tekenen tegen de weigeringen van Leefmilieu Brussel.»
Aard van het beroep
Het verzoek aan de Commissie wordt ingediend als een «beroep» de rechtsgrondslag ervan aan te geven.

Volgens artikel 3 van de ordonnantie 18 maart 2004 van inzake toegang tôt milieu-
informatie en tôt informatie betreffende de ruimtelijke ordening in het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest, is de milieu-informatie waarop die ordonnantie toepasselijk is:\\
«aile informatie in geschreven, visuele, auditieve, elektronische of enige andere materiële vorm over:\\
a) de toestand van elementen van het milieu, zoals lucht en atmosfeer, water, bodem, land, landschap en natuurgebieden, met inbegrip van vochtige biotopen, biologische diversiteit en haar componenten, met inbegrip van genetisch gemodificeerde organismen, en de interactie tussen deze elementen;
b) factoren zoals stoffen, énergie, geluid, straling of afval, emissies, lozingen en ander vrijkomen van stoffen in het milieu die de onder a) bedoelde elementen van het milieu aantasten of waarschijnlijk zullen aantasten;
- 9 -
c) maatregelen (met inbegrip van bestuurlijke maatregelen) zoals beleidsmaatregelen, wetgeving, plannen, programma's, milieueffectbeoordelingen van de plannen en programma's, milieuakkoorden en activiteiten die op de onder a) en b) bedoelde elementen en factoren van het milieu een uitwerking hebben of kunnen hebben, alsmede maatregelen of activiteiten ter bescherming van die elementen;
d) verslagen over de toepassing van de milieuwetgeving;
e) kosten/baten- en andere economische analyses en veronderstellingen die worden gebruikt in het kader van de onder c) bedoelde maatregelen en activiteiten, en
f) de toestand van de gezondheid en veiligheid van de mens, de levensomstandigheden van de mens, cultuurgebieden en bouwwerken, voorzover zij worden of kunnen worden aangetast door de onder a) bedoelde toestand van elementen van het milieu of, via deze elementen, door het genoemde onder b) en c);
g) ruimtelijke ordening».

Informatie over het welzijn van de dieren valt niet onder een van de punten van deze opsomming. De Commissie is dus niet bevoegd op basis van de ordonnantie van 18 maart 2004, maar wel op basis van de algemene ordonnantie van 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur. Zij mag geen beslissing nemen, maar alleen een advies uitbrengen.

Onderzoek
In zijn brief van 23 december roept Leefmilieu Brussel twee argumenten in tegen het verzoek tôt bekendmaking van de gevraagde documenten.

Het eerste argument houdt verband met de veiligheid en de openbare orde.

De Commissie acht dit argument onaanvaardbaar; het is niet omdat mensen zich inzetten voor een zaak dat er reden zouden zijn om te vrezen dat zij geweld zullen gebruiken of «criminele feiten plegen» bij het bestrijden van bepaalde activiteiten.

Het tweede argument heeft betrekking op de bescherming van het vertrouwelijk karakter van ondernemings- of fabricagegegevens.

Het recht op eerbiediging van de privacy van bedrijven omvat de bescherming van hun zakengeheimen. Dit algemene beginsel van Gemeenschapsrecht is erkend door het Grondwettelijk Hof in het arrest m. 118/2007 van 19 september 2007. Volgens de Europese Commissie beschermt dit beginsel onder meer «technische en/of financièle informatie over de knowhow van een onderneming, méthodes inzake kostenanalyse, fabricagegeheimen en -
-  10 -
procédés, voorzieningsbronnen, geproduceerde en afgezette hoeveelheden, marktaandelen, klanten- en distributeurbestanden, marketingplannen, de kosten- en prijsstructuur, en de verkoopstrategie».

De privacy- en ondernemingsgeheimen vormen gronden om een uitzondering te maken op de toegang tôt administratieve documenten bedoeld in artikel art 10, § 1, 7°, van de ordonnantie van 30 maart 1995.

De gevraagde documenten geven mogelijk de precieze locatie van de bedrijfsruimten aan waar verschillende soorten dieren zijn gehuisvest en gebruikt; ze verwijzen mogelijk naar het gebruik van dieren in sommige specifieke projecten en laten toe om de onderzoekslijnen van de gecontroleerde instellingen en de aard van de test te identificeren waaronder het opzet of het wetenschappelijke, technische of réglementaire kader; ze verwijzen daarnaast mogelijk naar bepaalde manipulaties of originele ideeën. Het is dus niet uitgesloten dat de gevraagde documenten een aantal bedrijfsgeheimen bevatten. Het risico van een ruime bekendmaking van dergelijke informatie, en daarom van mogelijke schade aan de betrokken instellingen, is niet onbestaande. De verzoekster stelt zich publiekelijk voor (op internet) als activist van de Nederlandse vereniging Animal rights en maakt de informatie die zij verkrijgt over dierenwelzijn regelmatig bekend via het internet. In dit geval weegt het belang van openbaarmaking niet op tegen het belang om de vertrouwelijkheid van de bedrijfsgegevens in kwestie te beschermen.

Overeenkornstig art. 11 van de ordonnantie van 30 maart 1995 kunnen de gevraagde documenten niettemin gedeeltelijk worden vermeld, aangezien deze inspectierapporten ook gegevens bevatten die niet behoren tôt de ondernemingsgeheimen. Het beperkt aantal verslagen laat de administratie wellicht toe om de vertrouwelijke woorden, zinnen of alinea's onleesbaar te maken, zonder dat dit een disproportionele last inhoudt voor de betrokken dienst.

Advies
De gevraagde controleverslagen moeten worden overgemaakt aan de verzoekende partij in zoverre het mogelijk is de passages die beschermd zijn door een ondememingsgeheim onleesbaar te maken en dus te onttrekken aan de mededeling.

De commissie verleende haar advies op 28 januari 2016 op een verslag gedeeltelijk voorbereid door Mv L. THERRY en door de Heer LEROY M., Voorzitter, waarop aanwezig waren de Heer LEROY M., Voorzitter, Mv GORET Y, de Heer LIERMAN S., leden, en de Heer T'KINT M.-A., wnd Secretaris.

De Voorzitter De wnd Secretaris
transparencia/cadas/abelrgnbrucada/2016-01-28_abelbrucada_avis-119-16/start.txt · Dernière modification : 2017/10/20 02:14 de 90.86.158.26