Source au format .pdf

Gewestelijke commissie voor de toegang tôt de bestuursdocumenten van het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Advies 110.15
Verzoek gesteund op artikel 20 van de ordonnantie van 30 maart 1995 betreffende
de openbaarheid van bestuur
In zake: Mevrouw Cieltje Van Achter
Tegen: Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Rudi Vervoort
1. Voorwerp van de aanvraag en feitelijke voorafqaanden:\\
Mevrouw Cieltje Van Achter heeft op 30 juni 2015 de Minister-President Rudi Vervoort verzocht haar een afschrift te bezorgen van een aantal bestuursdocumenten met name de studies die aantonen dat ereen concertzaal van 5.000 plaatsen ontbreekt in Brussel.

Aangezien zij tôt op heden nog geen afschrift mocht ontvangen, verzoekt zij de commissie voor de toegang tôt de bestuursdocumenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (hierna: "de commissie") op 31 augustus om advies.

2. Qntvankeliikheid van het verzoekschrift:\\
In haar verzoek om advies aan de commissie vermeldt Mevrouw Van Achter dat zij tegelijkertijd met haar verzoek om advies een verzoek tôt heroverweging heeft gericht aan de Minister-President, zoa|s art. 20 van de ordonnantie van 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur (hierna: "de ordonnantie) voorschrijft.

De Minister-President heeft op 21 septembèr 2015 per email een kopie van de brief die hij aan mevrouw Van Achter heeft gericht, aan de Commissie bezorgd. De Minister-President beweert niet het verzoek tôt heroverweging niet ontvangen te hebben. De Commissie acht bijgevolg het verzoek ontvankelijk.

3. De gegrondheid van de adviesaanvraaq:\\
De studies waarop voorliggende vraag tôt openbaarmaking betrekking heeft, zijn bestuursdocumenten in de zin van art. 3, 2° van de ordonnantie.

Het recht op toegang tôt bestuursdocumenten wordt gewaarborgd aan elke persoon en dit onder voorbehoud van de beperkingen vastgesteld in artikel 10 van de ordonnantie. In voorliggend geval lijkt geen enkele uitzonderingsgrond van toepassing te zijn, zodat in principe een afschrift van de gevraagde studies gegeven dient te worden.

De commissie wijst in dit kader op artikel 13 van de ordonnantie dat stelt dat "Wanneer de vraag om openbaarheid betrekking heeft op een bestuursdocument van een gewestelijke administratieve overheid waarin een auteursrechtelijk beschermd werk is opgenomen, is de toestemming van de maker of van de persoon aan wie de rechten van deze zijn overgegaan
niet vereist om ter plaatse image van het document te verlenen of uitleg erover te verstrekken. Een mededeling in afschrift van een auteursrechtelijk beschermd werk is enkel toegestaan met de voorafgaande toestemming van de maker of van de persoon aan wie de rechten van deze zijn overgegaan. (...)"
Een afschrift van de gevraagde studies dient haar te worden overgemaakt, met dien verstande dat, indien deze studies auteursrechtelijk zouden zijn beschermd, voorafgaandelijk het akkoord van de houder(s) van het auteursrecht verkregen wordt.

De commissie verleende haar advies op 1 oktober 2015 op verslag van mevr. L. Therry, waarop aanwezig waren, de heer M. Leroy, Voorzitter, de dames V. Goret, L. Therry, A.-F. Vokar en E. Willemart en mevrouw K. Maerten, secretaris.

De Secretaris De Voorzitter
3. Advies:\\
K. MAERTEN