transparencia:cadas:abelrgnbrucada:2014-09-22_abelbrucada_decision-083-14:start
Decision 083-14
Transposition
GEWESTELIJKE COMMISSIE VOOR DE TOEGANG TOT DE BESTUURSDOCUMENTEN VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Dossier nr 083/2014 Toepassing van artikel 15 van de ordonnance van 18 maart 2004 inzake toegang tôt milieu-informatie en tôt iuformatie betreffende de ruimtelîjke ordening în het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van artikel 2Qbis van de ordonnantie van 30 maart 1995 betreffende de openbaarhcid van bestuur. Voorwerp van het verzoek Het verzoek om advies op basis van artikel 20 van de Ordonnantie van de 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur werd ingediend door Meester Pieter JONGBLOET door een aangetekende brief gedateerd op 26 augustus 2014 en ontvangen op 27 augustus 2014. Meester JONGBLOET treedt op als raadsman van:\\ - Mevrouw Valérie DEMEUSE, wonende te 1190 Brussel, Molièrelaan 90 - Network Economy SA, met maatscnappelijke zetel te 1190 Brussel, Molièrelaan 98 - Mevrouw Sarah GREENWOOD en de heer Dietmar REICH, samenwonende te 1190 Brussel, Molièrelaan 94 - De heer Patrick W ALLEZ en mevrouw Irina VLASKIN, samenwonende te 1190 Brussels Molièrelaan 90. Het verzoek beoogt een advies te verkrijgen met betrekking tôt de uitdrukkelijke vraag aan de gemeente Vorst om de aangepaste plannen bij de afgeleverde stedenbouwkundige vergunning te kunnen inkijken. Feiten Uit de aangetekende brief van 26 augustus 2014 van Meester JONGBLOET kunnen volgende elementen vastgesteld worden:\\ Initieel hebben zijn cliënten een bezwaarschrift ingediend tegen een aanvraag tôt stedenbouwkundige vergunning. Gewestelijke Commissie voor de toegang tôt de bestuursdocumenten - 22/09/2014 - T Hij schrijft hierover: "Mijn cliënten hebben als belanghebbende-derde op 11 juni 2013 een bezwaar ingediend over de aanvraag tôt stedenbouwkundige vergunning, bij het Collège van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Vorst ingediend door de heer Laurent CHICHE, strekkende tôt het ophogen, verbouwen en in verschillende woonentiteiten opdelen van een bestaande woning met achterbouw gelegen aan de Molièrelaan 92 te 1190 Vorst, op een perceel kadastraal gekend als 3° Afdeling, Sectie B, nr 76Y2.". Op 24 april 2014 heeft het Collège van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Vorst een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd. Volgens meester JONGBLOET zou het Collegebesluit gewag maken "van het feit dat de aanvragers in toepassing van artikel 191 COBAT (lees: BWRO) nieuwe plannen hebben ingediend. De vergimning zou derhalve gebaseerd zijn op de nieuwe plannen van de aanvragers." De raadsman zou alsdan op de bouwdienst van de gemeente Vorst geweest zijn om aldaar de aangepaste plannen te kunnen inkijken. Dit werd hem evenwel niet toegestaan. Uiteindelijk werd op 7 augustus 2014 een aangetekend schrijven gericht aan de gemeente Vorst met de uitdrukkelijke vraag om de aangepaste plannen bij de vergunning te kunnen inkijken. Volgens de raadsman bleef dit schrijven eveneens onbeantwoord. Op 26 augustus 2014 werd dan bij aangetekend schrijven aan de Gewestelijke Commissie tôt de toegang van de bestuursdocumenten "een verzoek tôt advies in ex artikel 20 van de Ordonnantie van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur" gericht. Een verzoek tôt heroverweging werd eveneens per aangetekend schrijven bij de gemeente Vorst ingediend. De aanvraag bij de Gewestelijke Commissie werd overgemaakt aan de gemeente Vorst en er werd haar verzocht binnen de acht dagen haar opmerkingen te laten kennen. De Gewestelijke Commissie voor de toegang tôt de bestuursdocumenten heeft hierop geen antwoord, onder welke vorm dan ook, gekregen van de gemeente . Gewestelijke Commissie voor de toegang tôt de bestuursdocumenten - 22/09/2014 - 2 Procédure Het verzoek ingediend bij aangetekend schrijven van 26 augustus 2014 maakt melding van de toepassing van artikel 20 van de ordonnantie van 30 maart 1995. Het ingeroepen artikel verwijst naar een vraag om advies van de Gewestelijke Connnissie voor de toegang tôt de bestuursdocumenten. De Gewestelijke Commissie stelt evenwel vast dat door de ordonnantie van 30 mei 2013 tôt wijziging van de ordonnantie van 18 maart 2004 inzake toegang tôt mUieu-infonnatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het opschrift van de ordonnantie van 18 maart 2004 inzake toegang tôt nùlieu-informatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt vervangen in "ordonnantie van 18 maart 2004 inzake toegang tôt milieu-informatie en tôt informatie betreffende de ruimtelijke ordening in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ". Daarenboven wordt het artikel 3, van de ordonnantie van 18 maart 2004 aangevuld wordt met een punt " g) ruimtelijke ordening "; waarna deze term in artikel 3, 8° gedefinieerd wordt als " 8° ruimtehjke ordening : aile aangelegenheden bedoeld in artikel 6, § 1,1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tôt hervorming der instellingen. ". Waarbij de aangelegenheden bedoeld in het vermelde artikel 6 de volgende zijn:\\ "Art. 6. § 1. De aangelegenheden bedoeld in artikel 39 van de Grondwet zijn :\\ I. Wat de ruimtelijke ordening betreft :\\ 1° De stedenbouw en de ruimtelijke ordening; 2° De rooiplannen van de gemeentewegen; 3° De verkrijging, aanleg en uitrusting van gronden voor industrie, ambachtswezen en diensten of van andere onthaalinfrastructuren voor investeerders, met inbegrip van de investeringen voor de uitrusting van industriezones bij de havens en de beschikbaarstelling daarvan voor de gebruikers; 4° De stadsvemieuwing; 5° De vernieuwing van afgedankte bedrijfsruimte; 6° Het grondbeleid; 7° De monumenten en de landschappen." Het verzoek betreft de vraag om inzage te kunnen krijgen in de plannen die in het kader van artikel 191 BWRO ingediend werden met betrekking tôt een stedenbouwkundige vergunning. Voor deze materie kan er dan ook toepassing gemaakt worden van de ordonnantie van 18 maart 2004 inzake toegang tôt milieu-informatie en tôt informatie betreffende de ruimtelijke ordening in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Gelet op het geformuleerde verzoek moet er dus van uitgegaan worden dat het verzoek zich steunt op de ordonnantie van 18 maart 2004. Gewestelijke Commissie voor de toegang tôt de bestuursdocumenten - 22/09/2014 - 3 Het verzoek dient dus beschouwd te worden als een beroep dat moet behandeld worden met toepassing van artikel 15 van de ordonnantie van 18 maart 2004 en artikel 20bis van de ordonnantie van 30 maart 1995. Het beroep werd ingediend op 26 augustus 2014, dus binnen de twee maanden na het verstrijken van de termijn van antwoord die de verzoeker zou hebben voorgesteld in zijn brief van 7 augustus 2014. Aan de voorwaarde gesteld in artikel 15, lid 2 van de ordonnantie van 18 maart 2004 wordt aldus voldaan. De Gewestelijke Commissie tôt de toegang van de bestuursdocumenten moet derhalve een beslissing nemen in dit dossier. Onderzoek Het beroep behelst dus het verzoek om te kunnen beschikkcn over een beslissing over de uitdrukkehjke vraag om de aangepaste plannen bij de aanvraag tôt stedenbouwkundige vergunning ingediend door de heer Laurent CHICHE, strekkende tôt het ophogen, verbouwen en in verschillende woonentiteiten opdelen van een bestaande woning met achterbouw gelegen aan de Molièrelaan 92 te 1190 Vorst, op een perceel kadastraal gekend als 3° Afdehng, Sectie B, nr 76Y2, en waarvoor een stedenbouwkundige vergunning werd afgeleverd door het Collège van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Vorst op 24 april 2014, te kunnen inkijken. De bewuste plannen zouden zijn ingediend op basis van artikel 191 BWRO waarvan de tekst de volgende is:\\ "Art. 191. Het collège van burgemeester en schepenen, de gemachtigde ambtenaar en de Regering kunnen voorwaarden opleggen die wijzigingen impliceren van de plannen die tôt staving van de aanvraag zijn ingediend. In dit geval, voorzover de wijzigingen het voorwerp van de aanvraag niet aantasten, van bijkomstig belang zijn en tegemoetkomen aan de bezwaren die de oorspronkelijke plannen opwierpen ofde afwijkingen van de aanvraag, bedoeld in de artikelen 153, § 2, en 155, § 2, willen doen schrappen, zonder eventueel afbreuk te doen aan het voorwerp van de aanvraag, kan de vergunning worden afgegeven vanaf de ontvangst van de wijzigingen. Wanneer de door de overheid opgelegde voorwaarden in strijd zijn met de in het tweede lid bedoelde voorwaarden, moeten de gewijzigde plannen, in voorkomend geval samen met een aanvulling op het effectenverslag, opnieuw worden onderworpen aan de onderzoekshandelingen. In dat geval, begint de termijn waarbinnen de vergunnende overheid zijn beslissing moet bekendmaken, te lopen vanaf de ontvangst van de wijzigingen van de aanvraag, in afwijking van de artikelen 156, § 2, 164, vijfde lid, 173 of 178, § 2, van dit Wetboek, al naargelang het geval." Gewestelijke Commissie voor de toegang tôt de bestuursdocumenten - 22/09/2014 - 4 De verzoekers die inzage vragen moeten conform artikel 4 van de ordonnantie van 18 maart 2004 geen belang aanvoeren. Het recht op inzage en kopie moet, onder beperking van de gronden voor weigering vervat in artikel 11 van de ordonnantie van 18 maart 2014, het algemeen principe zijn. Daarenboven moeten de gronden voor weigering restrictief worden uitgelegd. De gemeente Vorst heeft geen antwoord gegeven op de nitnodiging van de Gewestelijke Commissie tôt het laten kennen van haar opmerkingen. Er werden dan ook geen onderliggende redenen voor het niet toestaan van dit recht op inzage medegedeeld. De Gewestelijke Commissie is van oordeel dat de in artikel 11 van de ordonnantie van 18 maart 2004 opgenomen hypothèses die de overheidsinstantie in staat stelt de aanvraag te weigeren niet van toepassing zijn op de vraag tôt het kunnen inkijken van de plannen zoals gevraagd door de verzoekers. De Gewestelijke Commissie is dan ook van oordeel dat, op basis van artikel 5 van de ordonnantie van 18 maart 2004, de toegang tôt de gevraagde gegevens door raadpleging moet kunnen geschieden. De Gewestelijke Commissie benadrukt dat bij toepassing van dezelfde artikelen de toegang tôt de gevraagde gegevens door overhandiging vaan een kopie, in voorkomend geval mits betaling van een vergoeding zoals bepaald in artikel 5 van de ordonnantie van 18 maart 2004, op vraag van de verzoekers moet kunnen geschieden voor zover het akkoord van het architectenbureau houder van het auteursrecht op de plannen verkregen wordt. De Gewestelijke Commissie stelt immers vast dat deze voorwaarde van akkoord van de houder van het auteursrecht door artikel 13, lid 2 van de ordonnantie van 30 maart 1995 uitdrukkehjk vooropgesteld wordt (art, 13, lid 2: «Een mededeling in afschrift van een auteursrechtelijk beschermd werk is enkel toegestaan met de voorafgaande toestemming van de maker of van de persoon aan wie de rechten van deze zijn overgegaan»). Met betrekking tôt milieu en ruimtehjke ordening stelt de Gewestelijke Commissie vast dat artikel 11, § 2, de volgende bepaling bevat: «Het verzoek kan eveneens worden geweigerd indien openbaarmaking van de informatie afbreuk doet aan : (...) 5° intellectuele eigendomsrechten». De Gewestelijke Commissie stelt vast dat in de voorbereidende werken van deze ordonnantie bij de artikelsgewijze toelichting van het ontwerp van ordonnantie met betrekking tôt dit artikel 11 dat de gronden waarop een informatieverzoek kan worden geweigerd uitdrukkehjk gewag gemaakt wordt van de vereiste van een akkoord van de auteur van een beschermd werk indien de overhandiging van een kopie gevraagd wordt. De tekst van de toelichting herinnert Gewestelijke Commissie voor de toegang tôt de bestuursdocumenten - 22/09/2014 - 5 er aan "dat wanneer een aanvraag betrekking heeft op informatie over een werk dat door auteursrechten wordt beschermd, de toegang tôt die informatie beperkt wordt krachtens de wetgeving betreffende de auteursrechten : de overhandiging van een kopie van de volledige of gedeeltelijke informatie die het beschermde werk omvat moet vooraf door de auteur worden goedgekeurd. Het auteursrecht verhindert dus niet dat de documenten ter plaatse worden geraadpleegd of dat er uitleg wordt gevraagd, maar wel dat een kopie van het door auteursrechten beschermde werk zou worden overhandigd zonder voorafgaande goedkeuring van de auteur» (2003/2004 Doc A-519/1, p. 6). De Gewestelijke Commissie vestigt de aandacht op artikel 5 van de ordonnantie van 18 maart 2004 volgens dewelke: " art. 5. De toegang tôt gegevens in schriftelijke documenten geschiedt, naar keuze van de aanvrager, hetzij door raadpleging ter plaatse, hetzij door overhandiging van een kopie. De regering stelt de voorwaarden vast volgens welke het overhandigen van een kopie van een volledig of gedeeltelijk gegeven aan een vergoeding onderworpen is; het bedrag hiervan mag met meer bedragen dan de kostprijs van de informatiedrager en de overhandiging ervan en moet aan de aanvrager worden meegedeeld op het ogenblik van diens aanvraag. De toegang tôt openbare registers of lijsten die overeenkomstig artikel 10 zijn opgesteld en worden bijgewerkt, alsmede het raadplegen ter plaatse van de gevraagde informatie zijn gratis". Beslissing:\\ De Gewestelijke Commissie voor de toegang tôt de bestuursdocumenten beslist:\\ a. De gemeente Vorst is verplicht de verzoeker inzage door raadpleging te verlenen van de aangepaste plannen bij de aanvraag tôt stedenbouwkundige vergunning ingediend door de heer Laurent CHICHE, strekkende tôt het ophogen, verbouwen en in verschillende woonentiteiten opdelen van een bestaande woning met achterbouw gelegen aan de Molièrelaan 92 te 1190 Vorst, op een perceel kadastraal gekend als 3° Afdeling, Sectie B, m 76Y2, en waarvoor een stedenbouwkundige vergunning werd afgeleverd door het Collège van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Vorst op24april2014. b. De gemeente Vorst is verplicht, voor zover de verzoeker hiertoe een uitdrukkelijke vraag richt tôt de gemeente, dit technisch mogelijk is en het akkoord van architectenbureau houder van het auteursrecht op de plannen verkregen wordt, de verzoeker toegang door overhandiging van een kopie te verlenen van de aangepaste plannen bij de aanvraag tôt stedenbouwkundige vergunning ingediend door de heer Laurent CHICHE, strekkende tôt het ophogen, verbouwen en in verschillende woonentiteiten opdelen van een bestaande woning met achterbouw gelegen aan de Molièrelaan 92 te 1190 Vorst, op een perceel kadastraal gekend als 3° Afdeling, Sectie B, nr 76Y2, en waarvoor een stedenbouwkundige vergunning werd afgeleverd door het Collège van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Vorst op 24 april 2014. De Gewestelijke Commissie voor de toegang tôt de bestuursdocumenten heeft deze Gewestelijke Commissie voor de toegang tôt de bestuursdocumenten - 22/09/2014 - 6 beslissing uitgesproken tijdens haar zitting van 22 september 2014 , op rapport van Geert Demeulemeester. Waren aanwezig, M. Leroy, Voorzitter, Mevr. Lynn Therry, Elisabeth Willemart, Dehr. Francis Dehaes, et Geert Demeulemeester, leden, Michel Boland, secretaris M. BOLAND Secretaris, M. LEROY Gewestelijke Commissie voor de toegang tôt de bestuursdocumenten - 22/09/2014 - 7
transparencia/cadas/abelrgnbrucada/2014-09-22_abelbrucada_decision-083-14/start.txt · Dernière modification : 2017/10/20 00:01 de patrick