Source au format .pdf

Dossier 064.12
COMMISSIE VOOR DE TOEGANG TOT BESTUURSDOCUMENTEN VAN HET BRUSSELS
HOOFDSTEDELIJK GEWEST
Advies
In zake:        De heer Peter LEMMENS
Tegen: Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vertegenwoordigd door de Minister-President de
heer Charles PICQUÉ
Feiîelijke elementen en voorwerp van de vraag
Uit de brief van 30 mei 2012 van de vice-gouverneur aan de heer Peter Lemmens kan afgeleid
worden dat deze zich bij e-mail van 26 mei gericht heeft tôt de vice-gouverneur van het
Administratief Arrondissement Brussel-Hoofdstad met de vraag in het bezit te worden gesteld van
de jaarverslagen van de vice-gouverneur voor de jaren 2009, 2010 en 2011. Op 30 mei ontving hij
het volgende antwoord van de vice-gouverneur:\\
«Uw mailbericht van 26 mei 2012, waarbij U vraagt in het bezit gesteld te worden van de jaarverslagen van de Vice-gouverneur voor de jaren 2009, 2010 en 2011, kwam goed in mijn bezit.

Op grond van artikel 7 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tôt hervorming der instellingen is het gewoon administratief toezicht op de gemeentebesturen toevertrouwd aan de Gewesten.

Het toezicht op de naleving van de bestuurstaalwetten in de gemeenten en OCMW's behoort aldus tôt de bevoegdheid van de Brusselse Regering en het Verenigd Collège van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.

Ingevolge de wet van 13 juli 2001, houdende overdracht van bevoegdheden aan de Gemeenschappen en Gewesten, is de Vice-gouverneur van het Administratief Arrondissement Brussel-Hoofdstad overgeheveld naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en ressorteert hij sinds 1 januari 2002 als Regeringscommissaris onder de Regering van dit Gewest.

Volgens het advies van 23 februari 2006, van de Gewestelijke Commissie voor de toegang tôt bestuursdocumenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest over de openbaarheid van bestuur, is de Brusselse Regering de opdrachtgever, de adressaat en de eigenaar van het rapport van de Vice-gouverneur.

Om deze rapporten te verkrijgen dient U zich bijgevolg te wenden tôt de Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor de Lokale Besturen.»
Op 16 juni werd door de verzoekende partij de volgende e-mail gericht tôt de Minister-President
van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest:\\
«Is het mogelijk mij in het kader van de openbaarheid van bestuur het jaarverslag van de vice-gouverneur aan de Brusselse regering in verband met de toepassing van de taalwetgeving voor de jaren 2009, 2010 en 2011 te bezorgen, zomogelijk digitaal ?»
Een herinnering werd gestuurd aan dezelfde minister op 6 juli.

Op 8 augustus richtte de verzoekende partij zich tôt de Commissie voor de Toegang tôt Bestuursdocumenten met de volgende vraag:\\
«Ingevolge een brief van de vice-gouverneur van Brussel stuurde ik op 16 juni een mail naar het kabinet van minister-president Picqué met verzoek mij via elektronische weg kopie te bezorgen van de rapporten van de vice-gouverneur aan de Brusselse regering in verband met de toepassing van de taalwetgeving.

Bij gebrek aan enige reactie hierop, stuurde ik op 6 juli een herinneringsmail. Ook hierop kwam geen enkele reactie.

Derhalve wens ik deze zaak bij uw commissie aanhangig te maken en verzoek ik u zich hierover uit te spreken.»
Onderzoek van de vraag
Artikel 20 van de ordonnantie van 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur bepaalt het volgende.

"Wanneer de verzoeker moeilijkheden ondervindt om de raadpleging of de verbetering van een bestuurs document te verkrijgen op grond van deze ordonnantie, kan hij een verzoek tôt heroverweging richten tôt de betrokken gewestelijke administratieve overheid. Tezelfdertijd verzoekt hij de Commissie een advies uit te brengen."
Uit deze bepaling volgt dat de Commissie slechts een advies kan uitbrengen wanneer gelijktijdig aan de betrokken gewestelijke administratieve overheid een verzoek tôt heroverweging wordt gericht. Uit de documenten die bezorgd werden aan de Commissie blijkt niet dat een dergelijk verzoek tôt heroverweging werd gericht aan de Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het verzoek is dan ook onontvankelijk.

De Commissie merkt evenwel op dat het gevraagde rapport, indien het bestaat, een document is dat onder de openbaarheid van bestuur valt.

Gegeven op 26 september 2012 door de Commissie voor Toegang tôt Bestuursdocumenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op verslag van M. Leroy (Voorzitter), in aanwezigheid van de dames K. Leus, V. Goret en E. Willemart, de heren G. Demeulemeester en Fr. Gosselin (leden) en K. Maerten (secretaris).

De Secretaris De Voorzitter
K. MAERTEN