Outils pour utilisateurs

Outils du site


transparencia:cadas:abelfedcadaenv:beslissing-fbc-2016-06:start

Cadas > Accès aux informations environnementales > Décisions

Beslissing FBC 6

Over de weigering om toegang te geven tot het veiligheidsrapport van de reactor van Doel 3

Transposition

Federale Beroepscommissie voor de
  toegang tot milieu-informatie




                   23 mei 2016




           BESLISSING nr. 2016-6

  over de weigering om toegang te geven tot het
 veiligheidsrapport van de reactor van Doel 3

                  (FBC/2016/03)

                  GROEN/FANC
                                                                       2

   1. Een overzicht

Bij mail van 6 januari 2016 vraagt mevrouw X, namens Groen om een
kopie van de formele beslissing van het FANC en/of de toelating aan
Electrabel met betrekking tot het heropstarten van de kerncentrales Doel
3 en Tihange 2 aan het FANC.

Diezelfde dag wordt namens het FANC geantwoord dat navraag zal
worden gedaan bij de betrokken dient.

Bij mail van 7 januari 2016 bedankt mevrouw Van Belle haar respondent
bij het FANC.

Omdat zij nog geen reactie heeft ontvangen, herhaalt ze haar vraag bij
mail van 13 januari 2016.

Bij mail van 13 januari 2016 ontvangt zij van het FANC de gevraagde
documenten.

Bij mail van 13 januari 2016 stelt mevrouw X het FANC om een kopie
van een ander document, namelijk het rapport waarnaar het FANC
verwijst dat de drie bijkomende maatregelen (voorverwarming,
vermindering van de thermische gradiënten en regelmatig testen van de
evolutie) aan Electrabel oplegt.

Bij mail van 20 januari 2016 vernauwt mevrouw X haar vraag in die zin
dat zij vraagt om het officiële rapport of het document waarin de
bijkomende maatregel van de voorverwarming van 45° C is opgenomen.

Bij mail van 2 februari 2016 herhaalt mevrouw X haar vraag. Hieruit
blijkt dat de vraag in de mail van 20 januari 2016 moet opgevat worden
als een bijkomende vraag en dat het voldoende is door te verwijzen naar
dit daarbij gevraagde document.

Bij brief van 5 februari 2016 deelt het FANC mee dat de toegang tot de
gevraagde informatie die zich bevindt in het veiligheidsrapport van de
reactor van Doel 3 moet worden geweigerd. Het FANC roept in dat de
aanvraag moet worden afgewezen op grond van artikel 27, § 1, meer
bepaald 2° omdat dit document vertrouwelijke informatie bevat, waarvan
de openbaarmaking in strijd is met de bescherming van de openbare orde
                                                                       3

en de openbare veiligheid. Er wordt evenwel niet nader geconcretiseerd
waarom deze uitzonderingsgrond van toepassing is. Daarnaast roept het
FANC ook artikel 32, § 2 van de wet van 5 augustus 2006 en dat de vraag
moet worden afgewezen omdat ze kennelijk onredelijk is. Dit
argumenteert ze als volgt: “Aangezien dit document meer dan 7000
pagina’s telt, is het onbegonnen werk om het volledig te gaan screenen
en zwarten met het oog op openbaarmaking.”

Bij mail van 31 maart 2016 dient mevrouw X een beroep in bij de
Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie.

Omdat de Commissie op dat moment niet meer in werking is omdat het
mandaat van de leden is afgelopen laat de vroegere secretaris van de
Commissie aan de aanvrager informeel weten dat haar beroep op dat
ogenblik niet in behandeling kan worden genomen en dat de nieuwe
commissie zich hierover dient uit te spreken wanneer zij eenmaal in
werking zal zijn.

   2. De vraag naar de mogelijkheid van behandeling van het beroep

Al in de eerste beslissing die de Commissie nam, werd zij geconfronteerd
met het feit dat het beroep was ingediend vooraleer zij in werking was
en dat de termijn waarbinnen zij een beslissing dient te nemen
overschreden was. Artikel 38 van de wet van 5 augustus 2006
betreffende de toegang van het publiek tot milieu-informatie bepaalt dat
de Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie
zich zo spoedig mogelijk uitspreekt en haar beslissing uiterlijk binnen
een termijn van dertig kalenderdagen schriftelijk ter kennis van de
aanvrager en de milieu-instantie brengt. Deze termijn kan onder
bepaalde voorwaarden met vijftien dagen worden verlengd.

Aangezien de wetgever geen sanctie heeft vastgelegd op het niet naleven
van deze termijn, moet deze termijn als een termijn van orde worden
opgevat. Het overschrijden van de door de wet aan de Commissie
opgelegde termijnen heeft dus niet tot gevolg dat de Federale
Beroepscommissie haar bevoegdheid om te beslissen zou verliezen. De
Federale Beroepscommissie is dus wel degelijk bevoegd om een beslissing
te nemen over het geschil dat haar werd voorgelegd.
                                                                         4

De Commissie heeft haar standpunt in haar beslissing nr. 2014-19 echter
als volgt toegelicht:

“Bovendien moet er rekening mee worden gehouden dat de federale
wetgever tot doelstelling had met de oprichting van de Federale
Beroepscommissie uitvoering te geven aan artikel 6.1 van richtlijn
2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003
inzake de toegang van het publiek tot milieu-informatie en tot
intrekking van Richtlijn 90/313/EEG van de Raad waarover onder meer
is gesteld dat het moet gaan om een snelle procedure waaraan weinig of
geen kosten verbonden zijn. In de memorie van toelichting werd echter
verkeerdelijk verwezen naar de omzetting van artikel 6.2 van deze
richtlijn.

In elk geval is de Commissie ertoe gehouden om een beslissing te nemen
binnen een redelijke termijn en gezien haar hoedanigheid van een
specifiek administratief beroepsorgaan kan die periode zeker niet de
omvang aannemen van de periode, waarbinnen de Raad van State en de
rechtbank van eerste aanleg uitspraak dienen te doen over een bij hem
ingediend annulatieberoep of vraag om uitvoering te geven aan een
administratieve beslissing.”

Gezien de geringe tijdspanne die verlopen is sinds het indienen van het
beroep en het gegeven dat de wet geen gevolgen verbindt aan het
overschrijden van de termijn voor de behandeling van een beroepde
afwezigheid van een bij wet bepaalde vervaltermijn, is de Commissie van
oordeel dat de termijn waarbinnen ze het beroep kan behandelen niet als
onredelijk kan worden beschouwd zij zich alsnog over het bij haar
ingestelde administratief beroep kan uitspreken, tevens rekening
houdend ook met het feit dat de Commissie slechts opnieuw werd
samengesteld door het koninklijk besluit van 14 maart 2016 houdende de
benoeming van de leden van de Federale Beroepscommissie voor de
toegang tot milieu-informatie die slechts op 15 april 2016 in het Belgisch
Staatsblad werd gepubliceerd en dat slechts op 10 mei 2016 voldoende
leden van de Commissie de grondwettelijke eed hadden afgelegd

   3. De ontvankelijkheid van het beroep

De Commissie is van oordeel dat het beroep ontvankelijk is. Artikel 35
van de wet van 5 augustus 2006 bepaalt dat de aanvrager beroep kan
                                                                             5

instellen bij de federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-
informatie tegen een beslissing van een milieu-instantie bedoeld in
artikel 4, § 1, of na het verstrijken van de termijn waarbinnen de
beslissing moest worden genomen, of in geval van weigering van
uitvoering of een onwillige uitvoering van een beslissing of enige andere
moeilijkheid die hij ondervindt bij de uitoefening van de rechten die
deze wet toekent. Het beroep moet worden ingediend binnen een
termijn van zestig dagen. Het beroep werd ingediend op 31 maart 2016
tegen een beslissing genomen op 5 februari 2016. Het beroep werd
bijgevolg ingediend binnen de door de wet bepaalde termijn en is
ontvankelijk.

   4. De gegrondheid van het beroep

De Commissie dient vooraf uit te maken of de gevraagde informatie
onder het toepassingsgebied van de wet van 5 augustus 2006 valt. De wet
van 5 augustus 2006 is van toepassing op milieu-instanties bedoeld in
artikel 3, 1°, a) en b), waarvan de organisatie en de werking worden
geregeld door de federale overheid, alsook op milieu-instanties vermeld
in artikel 3, 1°, c), die onder hun toezicht staan (art. 4, § 1 van de wet van
5 augustus 2006) en over milieu-informatie beschikken (artikel 18, § 1
van de wet).

   4.1 Het personeel toepassingsgebied

Er wordt niet betwist dat het FANC moet worden beschouwd als een
milieu-instantie in de zin van artikel 4, § 1 van de wet van 5 augustus
2006, wat de Commissie overigens al in vroegere uitspraken
uitdrukkelijk heeft vastgesteld.

   4.2 Het materieel toepassingsgebied

Het FANC betwist evenmin dat de gevraagde informatie als milieu-
informatie in de zin van artikel 3, 4° van de wet van 5 augustus 2006
moet worden gekwalificeerd.

   4.3 De mogelijkheid om uitzonderingsgronden in te roepen

Er dient eerst te worden nagegaan of de openbaarmaking moet of kan
worden geweigerd op grond van formele uitzonderingsgronden. De
                                                                         6

inroepbaarheid van formele uitzonderingsgronden leidt er immers toe
dat de openbaarmaking van een document volledig is, waar de
inroepbaarheid van inhoudelijke uitzonderingsgrond er in principe
slechts toe leidt dat bepaalde informatie in een document van de
openbaarmaking wordt uitgesloten.

   4.3.1   De inroepbaarheid van artikel 32, § 2, 1° van de wet van 5
           augustus 2006

Het FANC roept artikel 32, § 2, 1° van de wet van 5 augustus 2006 in om
haar weigering een juridische grondslag te geven. Deze bepaling stelt dat
de milieu-instantie wijst een aanvraag af wanneer de aanvraag kennelijk
onredelijk is. De kennelijke redelijkheid leidt ze af uit het feit dat het
betrokken document 7000 pagina’s bevat en het screenen ervan al te veel
tijd in beslag zou nemen. De Commissie moet evenwel vaststellen dat
deze feitelijke elementen onvoldoende de weigering motiveren,
aangezien niet bij voorbaat vaststaat dat de inhoud en de indeling van
het betrokken document zich niet zou kunnen lenen tot een screening
die niet kennelijk onredelijk veel tijd zou vergen.

4.3.2 De inroepbaarheid van uitzonderingsgronden aanwezig in artikel
27 van de wet van 5 augustus 2006

Het FANC roept in dat de aanvraag moet worden afgewezen op grond
van artikel 27, § 1, meer bepaald 2° omdat dit document vertrouwelijke
informatie bevat, waarvan de openbaarmaking in strijd is met de
bescherming van de openbare orde en de openbare veiligheid. Er wordt
op geen enkele wijze evenwel concreet aangegeven in welke mate de
bescherming van de openbare orde en de openbare veiligheid door de
openbaarmaking in gevaar zou worden gebracht. Het inroepen van van
deze uitzonderingsgrond zonder nadere toelichting volstaat da nook niet
om de weigering op afdoende wijze te motiveren.

De Commissie wil er bovendien op wijzen dat zij het betrokken
document zelf zou moeten bestuderen om na te gaan of eventueel andere
uitzonderingsgronden moeten worden ingeroepen.

De beschermde belangen in artikel 27, § 1 van de wet van 5 augustus
2006 laten trouwens ook niet toe om de openbaarmaking te weigeren.
Dit kan slechts na een belangenafweging waaruit blijkt dat het
                                                                        7

beschermde belang zwaarder weegt dan het algemeen belang dat met de
openbaarmaking is gediend.

   5. Besluit

De Commissie beschikt niet over voldoende informatie om op dit
moment een beslissing te kunnen nemen. Ze verzoekt dan ook het FANC
om haar in het bezit te stellen van het betrokken document uiterlijk
tegen 13 juni 2016, zodat de Commissie in staat is om haar door de wet
opgelegde opdracht uit te voeren. Bovendien staat het het FANC vrij om
haar argumenten verder uit te werken en deze aan de Commissie te
bezorgen. Voorts biedt de Commissie het FANC de mogelijkheid van een
hoorzitting. Deze kan doorgaan op maandag 27 juni om 9 u 30 op de
zetel van de Commissie die gevestigd is in de gebouwen van de FOD
Binnenlandse Zaken, Koloniënstraat 11, 1000 Brussel. In dat laatste geval
moet het FANC daarom uitdrukkelijk vragen en laten weten wie daarop
namens het FANC aanwezig zal zijn.

Brussel, 23 mei 2016

De Commissie was als volgt samengesteld:

Jeroen Van Nieuwenhove, voorzitter
Frankie Schram, secretaris en lid
Hrisanti Prasman, lid
Steven Vandenborre, lid
Brecht Vercruysse, lid




   F. SCHRAM                                        J. Van Nieuwenhove
   secretaris                                             voorzitter

transparencia/cadas/abelfedcadaenv/beslissing-fbc-2016-06/start.txt · Dernière modification : 2020/09/30 07:54 de 127.0.0.1