Outils pour utilisateurs

Outils du site


transparencia:cadas:abelfedcadaenv:beslissing-fbc-2015-03:start

Cadas > Accès aux informations environnementales > Décisions

Beslissing FBC 3

Over de weigering om toegang te geven tot informatie met betrekking tot scheurtjes in de reactorvaten van kernreactoren

Transposition

   Federale Beroepscommissie voor de
     toegang tot milieu-informatie




                        9 februari 2015




                BESLISSING nr. 2015-03

  over de weigering om toegang te geven tot informatie met
betrekking tot scheurtjes in de reactorvaten van kernreactoren


                        (FBC/2014/24)

                     GREENPEACE/FANC
                                                                          2

    1. Een overzicht

1.1 Bij mail van 13 november 2014 vraagt de heer Jan Cappelle, namens
Greenpeace aan het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle,
hierna FANC genaamd, om een afschrift te ontvangen van volgende
documenten:

   alle communicatie (mail, brief) tussen Electrabel - GDF Suez en het
    FANC met betrekking tot de scheurtjes in de reactorvaten van de
    kernreactoren Tihange 2 en Doel 3, en dit voor de periode 1 januari
    2013 tem 13 november 2014,
   alle communicatie (mail, brief) tussen SCK-CEN en het FANC met
    betrekking tot de scheurtjes in de reactorvaten van de
    kernreactoren Tihange 2 en Doel 3, en dit voor de periode 1 januari
    2013 tem 13 november 2014,
   alle communicatie (mail, brief) tussen de minister van
    Binnenlandse Zaken en het FANC met betrekking tot de scheurtjes
    in de reactorvaten van de kernreactoren Tihange 2 en Doel 3, en dit
    voor de periode 1 januari 2013 tem 13 november 2014.

1.2 Omdat hij geen ontvangstmelding van het FANC krijgt, vraagt de
heer Cappelle het FANC om de ontvangst van zijn verzoek te bevestigen.

1.3 Het FANC weigert bij mail van 12 december 2014 om toegang te
verlenen tot de gevraagde documenten op grond van artikel 6 § 3, 1° van
de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur en
artikel 32 § 1 van de wet van 5 augustus 2006 betreffende de toegang van
het publiek tot milieu-informatie. Hierbij wordt gesteld dat wanneer de
vrijgave van de informatie zomaar gebeurd, dit tot misvatting aanleiding
kan geven.

1.4 Omdat hij het niet eens is met dit standpunt, dient de heer Cappelle
bij mail van 14 december 2014 een beroep in bij de Federale
Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie, hierna
Commissie genaamd.

1.5 Op haar vergadering van 14 december 2014 neemt de Commissie een
tussentijdse beslissing waarin ze het FANC oproept haar de gevraagde
documenten te bezorgen en eventueel te voorzien van een toelichtende
nota.
                                                                        3

1.6 Bij brief van 13 januari 2015 stelt het FANC dat zij ook andere
uitzonderingsgronden meent te kunnen inroepen om de gevraagde
documenten te weigeren. Zo wijst zij erop dat in deze fase van het
dossier zij genoodzaakt is om zich te beroepen op artikel 32, § 2, 1° van
de wet van 5 augustus 2006 en dat de vraag moet worden beschouwd als
kennelijk onredelijk. Het dossier omvat op dit ogenblik meerdere
duizenden pagina’s die niet zonder meer vrijgegeven kunnen worden.
Momenteel kunnen er geen personeelsleden worden vrijgemaakt en met
de analyse van het dossier worden belast vanuit het oogpunt van de wet
van 5 augustus 2006. Verder roept het FANC in ondergeschikte orde
volgende uitzonderingsgronden van artikel 27, § 1 van de wet van 5
augustus 2006 in:
1° de fundamentele rechten en vrijheden van de bestuurden en in het
bijzonder de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, tenzij de
betrokken persoon met de openbaarmaking instemt;
7° het vertrouwelijk karakter van commerciële en industriële informatie,
wanneer deze informatie wordt beschermd om een gelegitimeerd
economisch belang te vrijwaren, tenzij degene van wie de informatie
afkomstig is met de openbaarmaking instemt;
8° wanneer de aanvraag betrekking heef top een advies of een mening
die een derde vrijwillig en vertrouwelijk aan een milieu-instantie heeft
meegedeeld en waarvan hij uitdrukkelijk heeft gevraagd het als
vertrouwelijk te behandelen tenzij hij met de openbaarmaking instemt.
Het FANC oordeelt dat het publiek belang van de openbaarmaking niet
opweegt tegen de bescherming van de vermelde belangen.
Het FANC wenst haar standpunt verder te verduidelijken op een
hoorzitting.

1.7. Bij mail van 26 januari 2015 nodigt het secretariaat van de
Commissie het FANC uit voor een hoorzitting op haar zitting van 2
februari 2015 om 15 u.

1.8. In reactie op deze mail laat mevrouw Geerts van het FANC aan het
secretariaat van de Commissie weten dat behoudens tegenbericht de heer
Van Wonterghem, diensthoofd nucleaire basisinrichtingen bij het FANC
op de hoorzitting aanwezig zal zijn.

1.9 Op haar vergadering van 2 februari 2015 vindt een hoorzitting plaats
met vertegenwoordigers van het FANC, de heer Van Wonterghem en de
heer François Henry waarop zij een toelichting geven van de historiek
                                                                        4

van het dossier en zij hun ingeroepen uitzonderingsgronden nader
toelichten.

   2. De ontvankelijkheid van het beroep

De Commissie is van oordeel dat het beroep ontvankelijk is. Artikel 35
van de wet van 5 augustus 2006 bepaalt dat de aanvrager een beroep kan
instellen bij de federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-
informatie tegen een beslissing van een milieu-instantie bedoeld in
artikel 4, § 1, of na het verstrijken van de termijn waarbinnen de
beslissing moest worden genomen, of in geval van weigering van
uitvoering of een onwillige uitvoering van een beslissing of enige andere
moeilijkheid die hij ondervindt bij de uitoefening van de rechten die
deze wet toekent. Het beroep moet worden ingediend binnen een
termijn van zestig dagen. Bij afwezigheid van de vermelding van de
beroepstermijn neemt deze geen aanvang. Het beroep werd ingediend op
14 december 2014 tegen een beslissing genomen op 12 december 2014.
Bijgevolg werd het beroep binnen de wettelijk bepaalde termijn
ingediend.

De Commissie wenst er wel op te wijzen dat zij enkel bevoegd is om zich
uit te spreken over de toepassing van de wet van 5 augustus 2006
betreffende de toegang van het publiek tot milieu-informatie en niet
voor andere informatie.

   3. De gegrondheid van het beroep

   3.1 De toepasselijkheid van de wet van 5 augustus 2006 betreffende
       de toegang van het publiek tot milieu-informatie

Om na te gaan of de wet van 5 augustus 2006 van toepassing is, gaat de
Commissie na of het FANC een milieu-instantie is in de zin van deze wet
en of de gevraagde informatie kan beschouwd worden als milieu-
informatie.

   3.1.1   Het personeel toepassingsgebied

De wet van 5 augustus 2006 is van toepassing op milieu-instanties
bedoeld in artikel 3, 1°, a) en b), waarvan de organisatie en de werking
worden geregeld door de federale overheid, alsook op milieu-instanties
                                                                          5

vermeld in artikel 3, 1°, c), die onder hun toezicht staan (art. 4, § 1 van
de wet van 5 augustus 2006) en over milieu-informatie beschikken
(artikel 18, § 1 van de wet).

Het begrip milieu-instantie wordt door deze wet gedefinieerd als “a) een
rechtspersoon of een orgaan opgericht bij of krachtens de Grondwet, een
wet, een decreet of een regel bedoeld in artikel 134 van de Grondwet;
b) een natuurlijke of rechtspersoon die openbare bestuursfuncties
uitoefent, met inbegrip van specifieke taken, activiteiten of diensten met
betrekking tot leefmilieu;
c) een natuurlijke of rechtspersoon die onder toezicht van een orgaan of
persoon als bedoeld onder a) of b) belast is met openbare
verantwoordelijkheden of functies of openbare diensten met betrekking
tot het milieu verleent.
Organen en instellingen met een gerechtelijke bevoegdheid vallen niet
onder deze definitie, tenzij ze optreden in een andere functie dan de
rechterlijke. De wetgevende vergaderingen en de daaraan verbonden
instellingen vallen buiten deze definitie, behalve wanneer zij optreden in
een administratieve functie.”

Aangezien niet wordt betwist dat het FANC een milieu-instantie is in de
zin van de wet van 5 augustus 2006 en tot Commissie in eerdere
beslissingen dit standpunt heeft bevestigd, dient dit punt niet verder in
detail onderzocht te worden.

   3.1.2    Het materieel toepassingsgebied

De wet van 5 augustus 2006 kent een recht van toegang tot milieu-
informatie toe. Het begrip “milieu-informatie” wordt in artikel 3, 4°
omschreven als:

           “elke informatie, ongeacht de drager en in welke materiële
           vorm ook, waarover een milieu-instantie beschikt, betreffende:
           a) de toestand van elementen van het milieu, zoals de atmosfeer,
           de lucht, de bodem, het land, het water, het landschap, de
           natuurgebieden, met inbegrip van vochtige biotopen, kust- en
           zeegebieden, de biologische diversiteit en haar componenten
           met inbegrip van de genetisch gemodificeerde organismen en de
           interactie tussen deze elementen;
                                                                          6

        b) de toestand van de gezondheid en de veiligheid van de mens
        met inbegrip van de verontreiniging van de voedselketen, de
        levensomstandigheden van personen, voorzover zij worden of
        kunnen worden aangetast door de onder a) bedoelde elementen
        van het milieu of, via deze elementen, door een van de factoren
        zoals bedoeld onder d) of door de maatregelen en activiteiten
        zoals bedoeld onder e) ;
        c) de toestand van waardevolle cultuurgebieden en
        bouwwerken, voorzover zij worden of kunnen worden
        aangetast door de onder a) bedoelde elementen van het milieu
        of, via deze elementen, door een van de factoren zoals bedoeld
        onder d) of door de maatregelen en activiteiten zoals bedoeld
        onder e) ;
        d) factoren, zoals stoffen, energie, geluid, straling of afval, met
        inbegrip van radioactief afval, emissies, lozingen en ander
        vrijkomen in het milieu van stoffen die de toestand van
        elementen van het milieu zoals bedoeld onder a) of de toestand
        van de gezondheid en de veiligheid van de mens zoals bedoeld
        onder b) aantasten of waarschijnlijk aantasten;
        e) maatregelen en activiteiten die uitwerking hebben of kunnen
        hebben op de onder a), b), c) of d) bedoelde elementen;
        f) maatregelen en activiteiten die tot doel hebben de toestand
        van elementen van het milieu zoals bedoeld onder a), de
        toestand van de gezondheid en de veiligheid van de mens zoals
        bedoeld onder b) of de waardevolle cultuurgebieden en
        bouwwerken zoals bedoeld onder c) in stand te houden, te
        beschermen, te herstellen, te ontwikkelen, en druk erop te
        voorkomen, in te perken of te compenseren;
        g) kosten-baten- en andere economische analyses en
        veronderstellingen die worden gebruikt in het kader van de
        onder e) en f) bedoelde maatregelen en activiteiten;
        h) verslagen over de toepassing van de milieuwetgeving”.

De Commissie wil erop wijzen dat het begrip milieu-informatie een heel
ruime invulling heeft. Het feit dat in de definitie een veelheid aan
exemplarische opsommingen voorkomt duidt erop dat aan het begrip
geen enge invulling mag worden gegeven.

De Commissie stelt vast dat de informatie die Greenpeace wenst te
ontvangen als milieu-informatie moet worden opgevat, omdat ze
                                                                          7

betrekking heeft op een potentieel risico voor mens en milieu door
eventuele scheurtjes in de reactorvaten van de kerncentrales Tihange 2
en Doel 3.

Om als milieu-informatie te worden gekwalificeerd in de zin van de wet
van 5 augustus 2006 is wel vereist dat de informatie bestaat en
gematerialiseerd is. De Commissie heeft vastgesteld dat er geen
communicatie heeft plaatsgevonden tussen SCK-CEN en het FANC met
betrekking tot de scheurtjes in de reactorvaten van de kernreactoren
Tihange 2 en Doel 3, en dit voor de periode 1 januari 2013 tem 13
november 2014. Het beroep met betrekking tot deze categorie van
documenten is dan ook niet gegrond.

    3.2 Het  onderzoek van       de   eventuele   inroepbaarheid    van
       uitzonderingsgronden

Het onderzoek naar de eventuele inroepbaarheid van de
uitzonderingsgronden in de wet van 5 augustus 2006 beperkt zich tot:

   alle communicatie (mail, brief) tussen Electrabel - GDF Suez en het
    FANC met betrekking tot de scheurtjes in de reactorvaten van de
    kernreactoren Tihange 2 en Doel 3, en dit voor de periode 1 januari
    2013 tem 13 november 2014,
   alle communicatie (mail, brief) tussen de minister van
    Binnenlandse Zaken en het FANC met betrekking tot de scheurtjes
    in de reactorvaten van de kernreactoren Tihange 2 en Doel 3, en dit
    voor de periode 1 januari 2013 tem 13 november 2014.

De Commissie wenst vooreerst in herinnering te brengen dat artikel 32
van de Grondwet en de wet van 5 augustus 2006 uitgaan van de
principiële openbaarheid van alle bestuursdocumenten. De
openbaarmaking kan enkel worden geweigerd op grond van een
uitzonderingsgrond aanwezig in artikel 32 en in artikel 27 van de wet
van 5 augustus 2006 en dit inroepen in concreto wordt gemotiveerd
rekening houdend met de specifieke voorwaarden die voor elk van de
uitzonderingsgronden geldt.

De beoordeling of uitzonderingsgronden al dan niet kunnen worden
ingeroepen om de openbaarmaking te weigeren, worden hierna
                                                                      8

afzonderlijk voor de twee categorieën van documenten afzonderlijk
behandeld.

   3.2.1 Alle communicatie tussen de minister van Binnenlandse Zaken
          en het FANC

Voor wat betreft de communicatie tussen de minister van Binnenlandse
Zaken en het FANC met betrekking tot de scheurtjes in de reactorvaten
van de kernreactoren Tihange 2 en Doel 3 en dit voor de periode 1
januari 2013 tot en met 13 november 2014 heeft de Commissie in
samenspraak met de vertegenwoordigers van het FANC vastgesteld dat er
geen gronden voorhanden zijn om deze informatie aan de openbaarheid
te onttrekken.

   3.2.2 Alle communicatie tussen Electrabel – GDF Suez en het FANC

Voor wat betreft de communicatie (mail, brief) tussen Electrabel - GDF
Suez en het FANC met betrekking tot de scheurtjes in de reactorvaten
van de kernreactoren Tihange 2 en Doel 3, en dit voor de periode 1
januari 2013 tot en met 13 november 2014 roept het FANC een aantal
uitzonderingsgronden in die achtereenvolgens worden beoordeeld en
eventueel verder worden ontwikkeld.

   3.2.2.1 Het onvoltooid en onafgewerkt karakter van de informatie op
           grond van artikel 32, § 1 van de wet van 5 augustus 2006

Het FANC roept artikel 31, § 1 van de wet van 5 augustus 2006 in om de
openbaarmaking te weigeren. Dit artikel bepaalt dat de milieu-instantie
een aanvraag kan afwijzen wanneer de aanvraag betrekking heeft op
milieu-informatie die onvoltooid is of die niet af is en waarvan de
openbaarmaking aanleiding kan geven tot misvatting. In elk afzonderlijk
geval dient het algemeen belang dat is gediend met openbaarmaking te
worden afgewogen tegen het specifieke belang dat is gediend met de
weigering om openbaar te maken. De Commissie kan dit standpunt niet
bijtreden. Deze uitzonderingsgrond kan slechts worden ingeroepen
wanneer een document zich in een onafgewerkt toestand bevindt, d.w.z.
dat aan dit document nog verder dient te worden gewerkt. Het feit dat
het openbaarmaking van informatie aanleiding tot misvatting kan geven
als die niet verder wordt geduid, kan slechts worden ingeroepen voor
onafgewerkte of onvoltooide documenten. Aangezien steeds het risico
                                                                       9

ontstaat dat bepaalde informatie niet correct wordt begrepen, zou deze
vereiste de openbaarheid van bestuur en de toegang tot milieu-
informatie zoals gegarandeerd door artikel 32 van de Grondwet volledig
uithollen. De Commissie wenst er bovendien op te wijzen dat artikel 32,
§ 1 niet zomaar kan worden ingeroepen. Het inroepen ervan kan slechts
na een belangenafweging. Bovendien moet in concreto een uitgewerkte
motivering worden uitgewerkt omdat de uitzondering in artikel 32, § 1
van de wet van 5 augustus 2006 een facultatieve uitzonderingsgrond is en
artikel    32 van de Grondwet uitgaat van het feit dat alle
bestuursdocumenten in principe openbaar zijn. Artikel 32, § 1 van de
wet van 5 augustus 2006 kan in casu dan ook niet worden ingeroepen.

In ieder geval zou niets verhinderen dat het FANC de gevraagde
documenten laat vergezellen van een nota waarin ze verdere toelichting
geeft om te vermijden dat eventueel misvatting zou ontstaan.

   3.2.2.2 Het kennelijk onredelijk karakter van de aanvraag op grond
           van artikel 32, § 2, 1° van de wet van 5 augustus 2006

Het FANC meent ook een beroep te kunnen doen op artikel 32, § 2, 1°
van de wet van 5 augustus 2006 op grond waarvan een milieu-instantie
de openbaarmaking moet weigeren wanneer de aanvraag kennelijk
onredelijk is.

De onredelijkheid van een aanvraag kan zomaar niet worden ingeroepen.
Er moet in concreto en voor elk afzonderlijk geval worden beoordeeld of
dit inderdaad het geval is. Bovendien moet het algemeen belang dat is
gediend met openbaarmaking worden afgewogen tegen het feit dat de
aanvraag kennelijk onredelijk is..

De Commissie heeft kunnen vaststellen dat de gevraagde informatie
meerdere duizenden pagina’s bevat. Voor de periode maart 2014 tot
november 2014 gaat het al om 2749 pagina’s verspreid over een grote
hoeveelheid documenten. Zoals de Commissie zelf heeft kunnen
vaststellen, gaat het om heel technische documenten, waarvan het
onderzoek naar de eventuele inroepbaarheid van inhoudelijke
uitzonderingsgronden heel wat tijd in beslag neemt. Omwille van de
complexiteit van het dossier is zelf het FANC niet in staat om voor alle
informatie in te schatten in welke mate bepaalde informatie onder een
uitzonderingsgrond valt en doet zij een beroep op externe experten om
                                                                      10

heel wat van deze informatie te beoordelen. Bovendien beschikt het
FANC zelf niet over de nodige personeelscapaciteit om de screening van
de documenten in functie van de uitzonderingsgronden van de wet van 5
augustus 2006 door te voeren.

Gegeven de hoeveelheid aan documenten, de complexiteit van de daarin
aanwezige informatie ook vanuit het oogpunt van de mogelijke
inroepbaarheid van inhoudelijke uitzonderingsgronden en de beperkte
personeelscapaciteit waarover het FANC beschikt, kan de Commissie
niet anders besluiten dan dat de aanvraag om toegang tot deze
documenten als kennelijk onredelijk moet worden beschouwd.
Bovendien weegt het openbaar belang dat gediend is met de
openbaarmaking niet meteen door op het belang van de kennelijke
onredelijkheid van de aanvraag. De documenten bieden immers partiële
en tijdelijke antwoorden op de risico’s die verbonden zijn aan de
scheurtjes in de reactorvaten van de kernreactoren Tihange 2 en Doel 3.

   3.2.2.3 Een advies of een mening die een derde vrijwillig en
           vertrouwelijk aan een milieu-instantie heeft meegedeeld op
           grond van artikel 27, § 1, 8° van de wet van 5 augustus 2006

De Commissie stelt in tweede orde vast dat een aantal van deze
documenten moeten beschouwd als adviezen of meningen die een derde
vrijwillig en vertrouwelijk aan een milieu-instantie heeft meegedeeld en
waarvan hij uitdrukkelijk heeft gevraagd het als vertrouwelijk te
behandelen. De documenten die het FANC heeft verkregen, ontvangt zij
in een kader van een specifiek akkoord tussen het FANC en Electrabel -
GDF Suez, zodat het FANC in de mogelijkheid is het onderzoek
permanent op te volgen. Slechts de documenten die moeten worden
ingediend in het kader van het heropstarten van de kerncentrales
Tihange 2 en Doel 3 kunnen niet beschouwd worden als vrijwillig
verstrekte informatie en voor hen zal deze uitzonderingsgrond dan ook
niet kunnen worden ingeroepen. Op dit ogenblik werden dergelijke
documenten nog niet ingediend bij het FANC.

Voor zover de gevraagde informatie niet als feiten kunnen worden
beschouwd maar als adviezen en meningen die vrijwillig en
vertrouwelijk zijn meegedeeld en ze geen betrekking hebben op
emissiegegevens, kan deze uitzonderingsgrond dan ook worden
ingeroepen. Ook hier geldt dat dit maar mogelijk is dan na een
                                                                        11

belangentest. Alhoewel de Commissie erkent dat er een publiek belang
aanwezig is met de openbaarmaking van deze documenten, toch weegt
dit publiek belang niet op tegen de bescherming van het belang dat met
de uitzonderingsgrond is gediend gezien het gaat om documenten die
een tijdelijk karakter hebben die voortdurend worden aangevuld met
nieuwe documenten die de informatie in de al ingediende documenten
nuanceren en corrigeren.

Aan deze uitzonderingsgrond is verder de mogelijkheid verbonden dat
de derde die de informatie heeft bezorgd aan de milieu-instantie
vooralsnog zijn toestemming zou verlenen tot de openbaarmaking ervan.
Aangezien de aanvraag bovendien kennelijk onredelijk is, ziet de
Commissie er ook het nut niet van in dat het FANC om deze
toestemming zou verzoeken.

   3.2.2.4 De      eventuele       inroepbaarheid        van       andere
           uitzonderingsgronden

Alhoewel niet uit te sluiten is dat ook andere uitzonderingsgronden
moeten worden ingeroepen zoals onder meer de aanwezigheid van
vertrouwelijke commerciële en industriële informatie (artikel 27, § 1, 7°)
en eventueel ook intellectuele rechten de mededeling van bepaalde
documenten kunnen verhinderen, dient de Commissie dit aspect niet
nader te onderzoeken omdat de aanvraag als dusdanig als kennelijk
onredelijk werd beschouwd die automatisch de niet-openbaarmaking
van alle gevraagde documenten omvat. In die zin is ook een vraag tot
partiële openbaarmaking van deze documenten niet aan de orde.

   3.3 Besluit

De Commissie is van oordeel dat het beroep niet gegrond is wat betreft
alle communicatie die heeft plaatsgevonden tussen SCK-CEN en het
FANC met betrekking tot de scheurtjes in de reactorvaten van de
kernreactoren Tihange 2 en Doel 3, en dit voor de periode 1 januari 2013
tem 13 november 2014, omdat deze informatie niet bestaat.

De Commissie beschouwt het beroep gegrond met betrekking tot alle
communicatie (mail, brief) tussen de minister van Binnenlandse Zaken
en het FANC met betrekking tot de scheurtjes in de reactorvaten van de
kernreactoren Tihange 2 en Doel 3, en dit voor de periode 1 januari 2013
                                                                        12

tem 13 november 2014. Er kunnen immers geen uitzonderingsgronden
worden ingeroepen die een niet-openbaarmaking zouden staven. Het
FANC is dan ook gehouden deze documenten openbaar te maken.

De Commissie is ten slotte van oordeel dat het beroep ongegrond is met
betrekking tot alle communicatie (mail, brief) tussen Electrabel - GDF
Suez en het FANC met betrekking tot de scheurtjes in de reactorvaten
van de kernreactoren Tihange 2 en Doel 3, en dit voor de periode 1
januari 2013 tot en met 13 november 2014. Op grond van een concrete
beoordeling is de Commissie tot het besluit gekomen dat de aanvraag
kennelijk onredelijk is en dat het publiek belang in dit stadium niet van
dien aard is dat het zwaarder doorweegt dan de kennelijke
onredelijkheid van de aanvraag. In secundaire orde kunnen trouwens
bepaalde documenten aan de openbaarmaking worden onttrokken voor
zover ze adviezen en meningen bevatten die vrijwillig en vertrouwelijk
aan het FANC werden toevertrouwd en zij niet op emissies betrekking
hebben. Er kan niet worden betwist dat Electrabel - GDF Suze deze
documenten vrijwillig en vertrouwelijk aan het FANC heeft verstrekt.
Hoewel deze tweede uitzonderingsgrond niet alle gevraagde documenten
omvat, is het feit dat de aanvraag kennelijk onredelijk is voldoende om
alle documenten die betrekking hebben op de communicatie tussen
Electrabel – GDF Suez van de openbaarmaking uit te sluiten.


Brussel, 9 februari 2015


De Commissie was als volgt samengesteld:

Martine Baguet, voorzitster
Frankie Schram, secretaris en lid
Claudia Hildebrand, plaatsvervangend lid




   F. SCHRAM                                              M. BAGUET
   secretaris                                             voorzitster

transparencia/cadas/abelfedcadaenv/beslissing-fbc-2015-03/start.txt · Dernière modification : 2020/09/30 07:54 de 127.0.0.1