Date: 29/06/2020

• Source: https://www.ibz.rrn.fgov.be/fr/commissions/publicite-de-ladministration/avis/2020/ADVIES-2020-066.pdf
• Copie locale: advies-2020-066.pdf

Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten

      Afdeling openbaarheid van bestuur




                      29 juni 2020




                  ADVIES 2020-66

  met betrekking tot het verkrijgen van alle nieuwe
stukken die toegevoegd werden aan het fiscaal dossier

                     (CTB/2020/55)
                                                                              2

   1. Een overzicht

1.1. Bij brief van 12 april 2020 vragen meesters Emre Cakmak en
Maarten Van Daele namens de heer X en mevrouw Y aan de FOD
Financiën om toegang te geven tot het volledige administratief dossier
voor de aanslagjaren 2014 t.e.m. 2016. Zij gaven expliciet aan dat het
verzoek in het bijzonder gericht was op alle nieuwe stukken daterend van
na 17 juni 2019 waaronder een ongecensureerd exemplaar van een PV dd.
5 april 2019 – NN. Parket BR78.97.319.15

1.2. Bij e-mail van 27 april 2020 bezorgt de FOD Financiën de
aanvragers via hun advocaat de gevraagde bestuursdocumenten via
elektronische weg met uitzondering van het niet-gecensureerde PV Una
Via van 5 april 2019 op grond van volgende motivering:

    “De informatie die werd gecensureerd heeft geen betrekking op uw cliënt
    maar op derden.
    De Administratie is gehouden de inzage van dit gedeelte te weigeren
    overeenkomstig artikel 6, § 2, 1° Wet Openbaarheid van Bestuur. Dit artikel
    bepaalt dat de vraag om inzage, uitleg of mededeling in afschrift van een
    bestuursdocument dient te worden geweigerd indien de openbaarmaking
    afbreuk doet aan de persoonlijke levenssfeer van personen, tenzij de
    betrokken persoon met de inzage, uitleg of mededeling heeft ingestemd.
    Tevens kan worden verwezen naar de geheimhoudingsverplichting van
    ambtenaren zoals vermeld in artikel 337 WIB92. De Administratie mag dus
    niet zomaar informatie vrijgeven die betrekking hebben op derden.
    Voor de volledigheid verwijst de Administratie tevens nog naar artikel 6, §
    1, 5° Wet Openbaarheid van Bestuur waarin wordt vermeld dat inzage dient
    te worden geweigerd wanneer het belang van de openbaarheid niet opweegt
    tegen het belang van de opsporing of vervolging van strafbare feiten. Een
    Una Via overleg kadert in de opsporing van strafbare feiten, zodat de
    Administratie zich additioneel op deze grondslag kan beroepen.”

1.3. Bij brief van 8 mei 2020 dient meester Maarten van Daele een verzoek
tot heroverweging in bij de FOD Financiën.

1.4. Bij brief van 27 mei 2020 verzoekt hij de Commissie voor de toegang
tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid
van bestuur, hierna: Commissie, om een advies.
                                                                          3

    2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag

De Commissie is van oordeel dat het verzoek om advies niet-ontvankelijk
is. De aanvrager heeft immers nagelaten in tegenstelling tot wat artikel 8,
§ 2 van de wet van 11 april 1994 bepaalt om zijn verzoek tot
heroverweging en zijn verzoek om advies aan de Commissie tegelijkertijd
in te dienen. Het verzoek tot heroverweging dateert van 8 mei 2020 en het
verzoek om advies van 27 mei 2020.




Brussel, 29 juni 2020.




   F. SCHRAM                                                K. LEUS
   secretaris                                              voorzitster