transparencia:cadas:abelfedcadapub:advies-2020-012:start
Table des matières
Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Advies 12
Met betrekking tot de weigering om toegang te verlenen tot de aankomst en vertrekuren van een bepaald treintrajet en van een analysedocument over de stiptheid op dat traject
Date: 13/01/2020
- Copie locale: advies-2020-012.pdf
Transposition
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 13 januari 2020 ADVIES 2020-12 met betrekking tot de weigering om toegang te verlenen tot de aankomst en vertrekuren van een bepaald treintrajet en van een analysedocument over de stiptheid op dat traject (CTB/2020/1) 2 1. Een overzicht 1.1. Bij webformulier van 21 november 2019 vraagt de heer X aan de NMBS om volgende informatie te ontvangen: (1) een overzicht van het S4 traject Vilvoorde (trein met vertrekuur 8h05) tot Merode met effectief vertrek- en aankomsttijd en (2) het door een NMBS-medewerker vermeld analysedocument over de stiptheid van de “S4-relatie (Aalst-Vilvoorde)”. 1.2. Bij e-mail van 21 november 2019 bevestigt de NMBS Klantendienst de ontvangst van zijn aanvraag en bezorgt hem een kopie van zijn aanvraag. 1.3. Bij e-mail van 22 november 2019 antwoordt de NMBS Klantendienst de aankomst- en vertrektijden van de trein Vilvoorde-Merode van 08u05 doch weigert toegang te verlenen tot de analyse omdat dit document “enkel bestemd is voor intern gebruik. Deze wordt niet aan de reizigers gecommuniceerd.” 1.4. Bij e-mail van 22 november 2019 erkent de aanvrager dat zijn aanvraag met betrekking tot zijn eerste vraag niet voldoende duidelijk was. Hij herformuleert zijn vraag als volgt: “De vraag met betrekking tot effectieve vertrek- en aankomsttijden voor het vernoemde traject zou ik graag gekaderd zien in het verleden. Ik weet wat de vooropgestelde vertrek- en aankomsttijden zijn (…), maar ik zou graag de gegevens ontvangen van hoe deze de afgelopen 6 maand geweest zijn (dus de effectief gereden tijden). Hij meldt verder dat hij “graag meer argumentering” wil ontvangen met betrekking tot de weigering om hem toegang te verlenen tot het analysedocument. 1.5. Bij e-mail van 28 november 2019 brengt de aanvrager de NMBS zijn e-mail van 22 november 2019 in herinnering. 1.6. Bij e-mail van 6 december 2019 brengt de aanvrager de NMBS zijn e- mails van 22 en 28 november 2019 opnieuw in herinnering. 1.7. Bij e-mail van 6 december 2019 antwoordt de NMBS Klantendienst dat de door hem gevraagde gegevens over de aankomsten van de laatste zes maanden niet aan de reizigers worden meegedeeld. 1.8. Bij e-mail van 6 december 2019 verzoekt de aanvrager om de argumenten die de weigering om de effectieve vertrek- en aankomsttijden 3 te verstrekken voor het traject Aalst-Vilvoorde te verkrijgen en herhaalt zijn vraag om de argumentatie voor de weigering van het analysedocument te ontvangen. 1.9. Omdat niet verder wordt ingegaan op zijn e-mails, verzoekt de aanvrager bij e-mail van 8 januari 2020 dat de NMBS zijn verzoek zou heroverwegen. Hij vraagt diezelfde dag aan de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna de Commissie, om een advies. 2. De ontvankelijkheid van de aanvraag De Commissie is van oordeel dat het verzoek om advies dat betrekking heeft op het analysedocument van het traject over de stiptheid van de “S4- relatie (Aalst-Vilvoorde)” niet ontvankelijk is. De toegang tot dit document werd immers reeds geweigerd bij e-mail van 22 november 2019 en de aanvrager heeft zijn ontevredenheid over het antwoord geuit bij e- mail van dezelfde dag. Die reactie van de aanvrager moet worden beschouwd als een verzoek tot heroverweging. De wetgever heeft immers geen andere eisen aan een verzoek tot heroverweging gesteld dan dat de aanvrager aangeeft dat hij moeilijkheden ondervindt om toegang te krijgen tot een bestuursdocument. De verzoeker heeft evenwel nagelaten zoals artikel 8, § 2, eerste lid, van de wet van 11 april 1994 ‘betreffende de openbaarheid van bestuur’ (hierna: wet van 11 april 1994) vereist, om binnen de termijn van 30 dagen waarbinnen de Commissie bevoegd zou geweest zijn om een advies uit te vaardigen ook (en wel tegelijkertijd met zijn verzoek tot heroverweging) een verzoek om advies aan de Commissie te richten. Ingevolge dit verzuim is over het verzoek tot heroverweging van 22 november 2019 reeds een impliciete weigeringsbeslissing tot stand gekomen. Dit heeft als gevolg dat de Commissie, wat deze aanvraag betreft, hoe dan ook niet langer bevoegd is. Dit is evenzeer het geval voor het verzoek om advies met betrekking op de effectieve ontvangst- en vertrektijden op het S4 traject Vilvoorde (trein met vertrekuur 8h05) tot Merode voor de laatste zes maanden, is de Commissie van oordeel dat het ontvankelijk is. De aanvrager heeft immers op 6 december 2019 zijn ontevredenheid geuit over de reactie van de NMBS van dezelfde dag. Dit moet beschouwd worden als zijn verzoek tot heroverweging. Hij heeft pas op 8 januari 2020 een nieuw verzoek tot heroverweging bij de NMBS en een verzoek om advies aan de Commissie 4 ingediend, wat evenwel buiten de termijn van dertig dagen is waarbinnen de Commissie krachtens artikel 8, § 2, tweede lid, van de wet van 11 april 1994, bevoegd zou zijn geweest om haar advies te verlenen. De aanvrager heeft dan ook niet tijdig voldaan aan de vereiste van de gelijktijdigheid van het verzoek tot heroverweging gericht aan de NMBS en van het verzoek om advies aan de Commissie zoals voorgeschreven door artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994. Brussel, 13 januari 2020. F. SCHRAM K. LEUS secretaris voorzitster
transparencia/cadas/abelfedcadapub/advies-2020-012/start.txt · Dernière modification : 2020/09/28 23:41 de 127.0.0.1