Date: 19/08/2019

• Source: https://www.ibz.rrn.fgov.be/fr/commissions/publicite-de-ladministration/avis/2019/ADVIES-2019-84.pdf
• Copie locale: advies-2019-84.pdf

 Commissie voor de toegang tot en het
 hergebruik van bestuursdocumenten

       Afdeling openbaarheid van bestuur




                     19 augustus 2019




                   ADVIES 2019-84

  met betrekking tot het verkrijgen van een kopie van
  een integraal afschrift van het fiscaal dossier en alle
onderliggende documenten verbonden aan en/of bij de
 taxatieprocedure die leidde tot de inkohiering van de
  betwiste belastingaanslag voor het aanslagjaar 2016

                      (CTB/2019/78)
                                                                         2

   1. Een overzicht

1.1. Bij e-mail van 6 juni 2019 vraagt meester Geert Dierickx namens zijn
cliënt Bieren Beyl aan de FOD Financiën om “een integraal afschrift van
het fiscaal dossier namelijk het door de fiscus aangehouden administratief
dossier inzake “Bieren Beyl” en/of alle onderliggende documenten
verbonden aan en/of bij de taxatieprocedure die leidde tot de inkohiering
van de betwiste belastingaanslag voor het aanslagjaar 2016”.

1.3. Omdat hij geen reactie ontvangt op zijn aanvraag, dient de verzoeker
op 18 juli 2019 bij e-mail een verzoek tot heroverweging in bij de FOD
Financiën. Diezelfde dag verzoekt hij ook de Commissie voor de toegang
tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid
van bestuur, hierna Commissie genaamd, om een advies.

   2. De ontvankelijkheid van de aanvraag

De Commissie is van oordeel dat het verzoek om advies ontvankelijk is.
Zoals de wet van 11 april 1994 ‘betreffende de openbaarheid van bestuur’
(hierna: de wet van 11 april 1994) voorschrijft heeft de aanvrager zijn
verzoek om advies aan de Commissie en het verzoek tot heroverweging
aan de FOD Financiën tegelijkertijd ingediend.

   3. De gegrondheid van de aanvraag

Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 huldigen
principieel het recht van toegang tot alle bestuursdocumenten. De toegang
tot bestuursdocumenten kan slechts worden geweigerd wanneer één of
meer uitzonderingsgronden kunnen of moeten worden ingeroepen die
zich bevinden in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 en dit inroepen in
concreto en op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. Slechts
uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden
ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend geïnterpreteerd moeten
worden (Arbitragehof, arrest nr. 17/97 van 25 maart 1997, overweging
B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004,
overweging B.3.2).

De Commissie wenst er vooreerst op te wijzen dat de aanvrager in principe
geen belang moet aantonen. Dit is slechts het geval voor zover de
betrokken bestuursdocumenten als documenten van persoonlijke aard
                                                                            3

kunnen worden gekwalificeerd. Een document van persoonlijke aard is
“bestuursdocument dat een beoordeling of een waardeoordeel bevat van
een met naam genoemd of gemakkelijk identificeerbaar natuurlijk persoon
of de beschrijving van een gedrag waarvan het ruchtbaar maken aan die
persoon kennelijk nadeel kan berokkenen.” (artikel 1, tweede lid, 3° van
de wet van 11 april 1994). Zelfs als er dergelijke informatie in de gevraagde
bestuursdocumenten aanwezig zouden zijn, dan nog moet de aanvrager
geen belang aantonen voor zover het document van persoonlijke aard op
hemzelf betrekking heeft. Hij moet slechts een belang aantonen voor
documenten van persoonlijke aard die niet op zichzelf betrekking hebben.
De Commissie wenst te benadrukken dat het beschikken over het vereiste
belang in dit geval, niet automatisch de toegang tot de gevraagde
bestuursdocumenten verzekert. Dit kan pas nadat vaststaat dat geen
uitzonderingsgronden kunnen of moeten worden ingeroepen.

Voor zover de FOD Financiën geen uitzonderingsgronden inroept en dit
inroepen behoorlijk in concreto motiveert, is ze ertoe gehouden de
gevraagde documenten openbaar te maken.

Voor zover uitzonderingsgronden moeten of kunnen worden ingeroepen,
wil de Commissie ten slotte wijzen op het principe van de gedeeltelijke
openbaarmaking op grond waarvan slechts informatie die onder een
uitzonderingsgrond valt aan de openbaarmaking kan worden onttrokken.
Alle andere informatie in het betrokken bestuursdocument moet worden
openbaar gemaakt.


Brussel, 19 augustus 2019.




   F. SCHRAM                                                  K. LEUS
   secretaris                                                voorzitster