Outils pour utilisateurs

Outils du site


transparencia:cadas:abelfedcadapub:advies-2019-48:start

Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis

Advies 48

Met betrekking tot het verkrijgen van informatie over het aanbrengen van wijzigingen in de Kruispuntbank van Ondernemingen

Transposition

 Commissie voor de toegang tot en het
 hergebruik van bestuursdocumenten

      Afdeling openbaarheid van bestuur




                      27 mei 2019




                  ADVIES 2019-48

met betrekking tot het verkrijgen van informatie over
het aanbrengen van wijzigingen in de Kruispuntbank
                van Ondernemingen

                     (CTB/2019/42)
                                                                         2

   1. Een overzicht

1.1. Bij e-mail van 3 januari 2019 vraagt meester Jean-Yves Steyt aan de
FOD Economie, K.M.O, Middenstand en Energie om de datum te
vernemen waarop een onderneming zijn NACEBEL-codes kan wijzigen.

1.2. Bij e-mail van 3 januari 2019 antwoordt de FOD Economie,
K.M.O., Middenstand en Energie hierop het volgende: “Nous disposons
bien entendu de cette information dans notre base de donnée. Nous avons
consulté notre service juridique qui nous a cependant confirmé que nous
ne pouvions pas la communiquer directement aux particuliers. Cette
information ne peut être communiquée que sur la demande d’un juge.
Nous vous invitons donc à demander au juge responsable de cette affaire
soit de faire la demande directement auprès de nos services, soit de vous
autoriser à recevoir cette information ».

1.3. Bij e-mail van 3 januari 2019 verzoekt de aanvrager dat de FOD
Economie, K.M.O., Middenstand en Energie zou bevestigen dat de wet van
11 april 1994 ‘betreffende de openbaarheid van bestuur’ (hierna: wet van
11 april 1994) niet van toepassing is op zijn vraag.

1.4. Bij e-mail van 4 januari 2019 bevestigt de FOD Economie, K.M.O.,
Middenstand en Energie ontvangst van de e-mail van 3 januari 2019 en
stelt zij dat zij de vraag zal doorgeven aan de juridische dienst.

1.5. Bij e-mail van 14 januari 2019 herhaalt de aanvrager zijn verzoek
aan de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.

1.6. Bij e-mail van 15 januari 2019 antwoordt de FOD Economie,
K.M.O., Middenstand en Energie dat de juridische dienst nog aan een
antwoord werkt.

1.7. Bij e-mail van 15 januari 2019 licht de aanvrager de reden van zijn
vraag toe aan de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.

1.8. Bij e-mail van 21 januari 2019 laat de FOD Economie, K.M.O.,
Middenstand en Energie de aanvrager weten dat de juridische dienst laat
weten dat er op dit punt een conflict bestaat tussen twee jurisdicties. De
vraag werd doorverwezen naar de algemene juridische dienst van de FOD
Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.
                                                                          3



1.9. Bij e-mail van 8 februari 2019 vraagt de aanvrager formeel om
toegang tot de gevraagde informatie op grond van de wet van 11 april
1994. Hij stelt dat hij optreedt als advocaat voor de NV Imodeff. De
aanvraag heeft concreet betrekking op de gewone commanditaire
vennootschap Wimer Consult GCV. De vraag om toegang beoogt kennis
te nemen en kopie te krijgen van;

“- à quelle date(s) précise(s) après août 2018, Wimer Consult a complété
ses codes Nacebel (étant entendu que les codes ont été complétés avec effet
rétroactif) ;
- la/les personnes/intermédiaires ayant effectué cette demande d’ajout de
codes Nacebel (après août 2018) (étant entendu que Wimer Consult et son
conseil nient que les ajouts après août 2018 auraient été opérés, tout en
signalant qu’un print screen de juillet 2018 des pages internet de la BCE
relatifs à Wimer Consult n’a pas de caractère probant et/ou officiel et/ou
qu’en tout cas les codes Nacebel figurant actuellement sur les pages
internet BCE de cette société existaient déjà à la BCE avant août 2018, vu
qu’il n’y aurait pas eu, suivant leur thèse, d’ajout de codes après août
2018). »

1.10. Bij e-mail van 11 februari 2019 bevestigt de FOD Economie,
K.M.O., Middenstand en Energie de ontvangst van de aanvraag.

1.11. Bij e-mail van 22 februari 2019 herinnert de aanvrager de FOD
Economie, K.M.O., Middenstand en Energie aan zijn verzoek.

1.12. Bij e-mail van 22 februari 2019 weigert de FOD Economie, K.M.O.,
Middenstand en Energie de toegang tot de gevraagde informatie en
motiveert deze als volgt:

     “La loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration
     prévoit le droit de consulter un document administratif et d’en
     obtenir communication sous forme de copie.

     La demande de consultation ou de communication peut toutefois
     être rejetée, notamment dans le cas où l’intérêt de la publicité ne
     l’emporte pas sur une obligation de secret instaurée par la loi (voy.
     en cela l’article 6, § 2, 2° de la loi précitée).
                                                                            4

     La législation relative à la Banque-Carrefour des Entreprises ne
     prévoit de publicité pour les « citoyens » que pour certaines données
     énumérées de manière limitative, données dont la date de
     modification « effective » ne fait pas partie (voy en cela les articles
     III.31 et III.34 du Code de droit économique). Pour le surplus, les
     modes d’accès aux données sont également limités à l’obtention d’un
     extrait auprès d’un guichet d’entreprises ou à l’utilisation du « public
     search » (site internet du SPF Economie).

     Il nous semble dès lors que dans la mesure oµ le législateur a
     expressément prévu, dans une législation spécifique, les données de
     la BCE auxquelles les citoyens, les « tiers » peuvent avoir accès, les
     données non visées doivent être considérées comme étant soumises
     au secret. »

1.13. Bij e-mail van 22 februari 2019 beklaagt de aanvrager er zich over
dat het niet verlenen van de toegang tot de gevraagde informatie zijn client
benadeeld om het argument van niet-ontvankelijkheid van de voor de
rechtbank gevoerde procedure in te roepen.

1.14 Bij e-mail van 26 februari 2019 verstrekt de FOD Economie, K.M.O.,
Middenstand en Energie de aanvrager uitleg omtrent de te volgen
administratieve beroepsprocedure in het kader van de wet van 11 april
1994.

1.15. Bij e-mail van 12 mei 2019 dient de aanvrager een verzoek tot
heroverweging in bij de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.
Tegelijkertijd verzoekt hij de Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur
(hierna Commissie genoemd) om een advies.

   2. De ontvankelijkheid van de aanvraag

De Commissie is van oordeel dat het verzoek om advies ontvankelijk is.
Zoals artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994 voorschrijft, heeft de
aanvrager zijn verzoek om advies aan de Commissie en het verzoek tot
heroverweging aan de FOD Economie, K.M.O, Middenstand en Energie.
                                                                              5

3. De gegrondheid van de aanvraag

Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 huldigen
principieel het recht van toegang tot alle bestuursdocumenten. De toegang
tot bestuursdocumenten kan slechts worden geweigerd wanneer één of
meer uitzonderingsgronden kunnen of moeten worden ingeroepen die
zich bevinden in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 en dit inroepen in
concreto en op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. Slechts
uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden
ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend geïnterpreteerd moeten
worden (Arbitragehof, arrest nr. 17/97 van 25 maart 1997, overweging
B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004,
overweging B.3.2).

De FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie roept artikel 6, § 2,
2° van de wet van 11 april 1994 in om de openbaarmaking te weigeren. Dit
artikel bepaalt dat een administratieve overheid de openbaarheid moet
weigeren wanneer de openbaarmaking van het bestuursdocument afbreuk
doet: […] 2° aan een bij wet ingestelde geheimhoudingsverplichting.

De FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie meent een dergelijke
geheimhoudingsplicht te kunnen afleiden uit artikel III.31 en III.34 van
het Wetboek Economisch Recht. De relevante bepalingen luiden:

       “Art. III.31 WER. Alle natuurlijke personen, rechtspersonen of entiteiten
       hebben toegang, via het internet, tot gegevens bedoeld in het artikel
       III.29, § 1, ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen.
        Er wordt minstens voorzien in een vrij toegankelijke website waarop
       deze gegevens in een leesbaar formaat terug te vinden zijn.
        De Koning bepaalt de gegevens die aldus toegankelijk zijn evenals de
       voorwaarden voor het raadplegen ervan.

       Art. III.30 WER. § 1. De toegang tot de andere gegevens dan die
       opgesomd in het artikel III.29 vermeld in de Kruispuntbank van
       Ondernemingen, kan worden verleend, middels een voorafgaande
       machtiging van het Toezichtcomité aan de overheden, besturen, diensten
       of andere instanties, voor zover die gegevens noodzakelijk zijn voor de
       uitvoering van hun wettelijke of reglementaire opdrachten.
        § 2. Vooraleer zijn machtiging te verlenen, controleert het
       Toezichtcomité of de gevraagde toegang overeenstemt met deze titel en
       zijn uitvoeringsbesluiten.
                                                                       6

 § 3. De Koning bepaalt de voorwaarden voor die toegang bij een besluit
vastgesteld na overleg in de ministerraad en na advies van het
Toezichtcomité bedoeld in artikel III.44.

 § 4. De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de
ministerraad en na advies van het Toezichtcomité, de gevallen waarin,
bij afwijking van het eerste lid, geen machtiging van het Toezichtcomité
vereist is.

 § 5. De uitwisselingen tussen overheidsdiensten, op basis van het
ondernemings- of vestigingseenheidsnummer, van andere gegevens dan
deze opgenomen in de Kruispuntbank van Ondernemingen moeten
vooraf gemeld worden aan het Toezichtcomité, dat deze registreert in
een kadaster, dat door iedereen geraadpleegd kan worden.
 De Koning bepaalt, na advies van het Toezichtcomité, de modaliteiten
met betrekking tot de oprichting en raadpleging van het kadaster, alsook
de modaliteiten voor de communicatie aan het Toezichtcomité.

Art. III.29. § 1. De toegang tot de volgende gegevens, vermeld in de
Kruispuntbank van Ondernemingen, kan, zonder voorafgaande
machtiging van het Toezichtcomité, worden verleend aan de overheden,
besturen, diensten of andere instanties, voor zover die gegevens
noodzakelijk zijn voor de uitvoering van hun wettelijke of reglementaire
opdrachten :
 1°      de      ondernemingsnummers         en       nummers       van
vestigingseenheidsnummers, toegekend door de Kruispuntbank van
Ondernemingen;
 2° de naam van de onderneming en van haar vestigingseenheden;
 3° de juridische vorm van de onderneming;
 4° de rechtstoestand van de onderneming;
 5° het adres van de onderneming en van haar vestigingseenheden;
 6° de economische activiteiten van de onderneming en van haar
vestigingseenheden;
 7° de hoedanigheden volgens welke een onderneming ingeschreven is
in de Kruispuntbank van Ondernemingen en, in voorkomend geval, de
opvolging van de aanvragen in dit verband;
 8° de naam en voornaam van de oprichters en van de personen die
binnen de onderneming een functie uitoefenen onderworpen aan
bekendmaking;
 9° de erkenningen, toelatingen of vergunningen waarover de
onderneming beschikt, voor zover ze onderworpen zijn aan de
bepalingen van verplichte bekendmaking of belang hebben voor derden
en, in voorkomend geval, de opvolging van de aanvragen in dit verband;
                                                                         7

 10° de verwijzing naar de website van de onderneming, haar
telefoonnummers, faxnummers alsook haar e-mailadres;
 11° alle gegevens onderworpen aan bepalingen inzake bekendmaking
met toepassing van :
 a) het Wetboek van Vennootschappen;
 b) de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder
      winstoogmerk,      de     internationale   verenigingen   zonder
      winstoogmerk en de stichtingen;
 c) de wet van 12 juli 1989 houdende verscheidene maatregelen tot
      toepassing van de Verordening (EEG) nr. 2137/85 van de Raad van
      25 juli 1985 tot instelling van Europese economische
      samenwerkingsverbanden;
 d) de wet van 17 juli 1997 betreffende het gerechtelijk akkoord;
 e) de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de
      ondernemingen;
 f) de faillissementswet van 8 augustus 1997;
 g) de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de
      instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen;
       12° de gegevens die moeten worden meegedeeld door de handels-
      en ambachtsondernemingen in uitvoering van het artikel III.53,
      met uitzondering van het Rijksregisternummer of het
      identificatienummer bij de Kruispuntbank van de Sociale
      Zekerheid;
       13° de gegevens betreffende de bankrekening(en).

     § 2. De Koning bepaalt de modaliteiten voor deze toegang bij een
     besluit vastgelegd na overleg in de ministerraad en na advies van het
     Toezichtcomité bedoeld in de artikelen III.44.

Art. III.34 WER. § 1. Onverminderd artikel III.33 kan eenieder bij een
ondernemingsloket inzage nemen van de gegevens betreffende een
bepaalde inschrijvingsplichtige onderneming en zich volledige of
gedeeltelijke afschriften dan wel uittreksels van het register doen afgeven
op de wijze bepaald door de Koning.
 § 2. De afschriften of uittreksels betreffende een inschrijvingsplichtige
onderneming worden op uitdrukkelijk verzoek eensluidend verklaard.
 § 3. De afschriften of uittreksels vermelden niet de inhoud van
rechterlijke beslissingen die betrekking hebben op:
 1° een faillissement en één van de veroordelingen bepaald in de
artikelen 486, 489bis en 489ter van het Strafwetboek, in geval van
rehabilitatie;
 2° een gerechtelijk akkoord na uitvoering of een procedure van
gerechtelijke reorganisatie na uitvoering;
                                                                            8

        3° onbekwaam verklaring of benoeming van een gerechtelijk raadsman,
       wanneer een vonnis van opheffing is gewezen;
        4° de veroordelingen bedoeld in de artikelen XV.76, XV.77, 1° tot 6°,
       XV.78 en XV.79.”

Het genoemde artikel III.29 betreft de toegang tot bepaalde gegevens,
vermeld in de Kruispuntbank van Ondernemingen, die “zonder
voorafgaande machtiging van het Toezichtcomité, [kunnen] worden
verleend aan de overheden, besturen, diensten of andere instanties, voor
zover die gegevens noodzakelijk zijn voor de uitvoering van hun
wettelijke of reglementaire opdrachten”.

Krachtens artikel III.30 WER is voor de toegang tot andere
persoonsgegevens een specifieke procedure vereist. De Commissie stelt
evenwel vast dat het gevraagde gegeven geen persoonsgegevens is, zodat
artikel III.30 WER niet van toepassing kan zijn. Bovendien kan van de
procedure vermeld in artikel III.30 WER hoe dan ook geen toepassing
worden gemaakt door de opheffing van de sectorale comités verbonden
aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

Krachtens artikel III. 31 WER hebben (ook) alle natuurlijke personen,
rechtspersonen of entiteiten toegang, via het internet, tot gegevens
bedoeld in het artikel III.29, § 1, ingeschreven in de Kruispuntbank van
Ondernemingen.

De gevraagde informatie behoort niet tot de gegevens die vermeld worden
in artikel III.29, § 1 WER en betreffen geen persoonsgegevens.

De Commissie wenst vooreerst op te merken dat de wetgever met artikel
III.31 WER een vorm van toegang tot bepaalde ondernemingsgegevens
heeft georganiseerd, namelijk “via het internet” maar dat het niet de
bedoeling van de wetgever is geweest om met de KBO-regelgeving een
specifieke regeling uit te werken voor de toegang op verzoek tot alle
gegevens die in het kader van de inschrijving van ondernemingen door de
FOD Economie, K.M.O. Middenstand en Energie worden verzameld en
verwerkt. De wetgever heeft zich ertoe beperkt om voor bepaalde
gegevens uitdrukkelijk te bepalen dat ze “minstens” via elektronische
wijze ter beschikking worden gesteld via de website van de KBO.
Daarnaast kan informatie over een onderneming via een afschrift of een
uittreksel bij een ondernemingsloket worden verkregen. Hieruit kan
                                                                            9

evenwel geenszins worden afgeleid dat de wet van 11 april 1994 niet van
toepassing zou zijn, noch kan hierin een wettelijke geheimhoudingsplicht
worden gelezen. Eenieder kan op deze wet een beroep doen om de toegang
te vragen tot gegevens die in de KBO zijn opgenomen of met betrekking
tot de inschrijving in de KBO door de FOD Economie, K.M.O.,
Middenstand en Energie zijn opgesteld of verkregen. De wet van 11 april
1994 is immers de uitwerking van wat in artikel 32 van de Grondwet is
bepaald.

Bovendien wil de Commissie erop wijzen dat gezien de restrictieve
interpretatie van de uitzonderingsgronden in de wet van 11 april 1994 uit
artikel 31 WER dat het ter beschikking stellen van bepaalde informatie via
een webapplicatie regelt, hoe dan ook niet kan worden afgeleid dat andere
informatie geheim is of dat daarmee een wettelijke geheimhoudingsplicht
is ingesteld, zeker niet wanneer deze informatie niet kan verkregen
worden op grond van artikel 34 WER waaraan door de Koning geen
uitvoering is verleend. In tegenstelling tot de informatie vermeld in artikel
31 WER kan andere informatie slechts openbaar worden gemaakt dan na
toetsing aan de verschillende uitzonderingsgronden in artikel 6 van de wet
van 11 april 1994. Het komt toe aan de FOD Economie, K.M.O.,
Middenstand en Energie om deze evaluatie uit te voeren.

Brussel, 27 mei 2019.




   F. SCHRAM                                                  K. LEUS
   secretaris                                                voorzitster

transparencia/cadas/abelfedcadapub/advies-2019-48/start.txt · Dernière modification : 2020/09/28 23:41 de 127.0.0.1