Outils pour utilisateurs

Outils du site


transparencia:cadas:abelfedcadapub:advies-2019-26:start

Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis

Advies 26

Met betrekking tot het verkrijgen van alle bestuursdocumenten die aantonen dat de Veiligheid van de Staat de klimaatbetogingen en de organisatoren ervan niet opvolgt

Transposition

 Commissie voor de toegang tot en het
 hergebruik van bestuursdocumenten

       Afdeling openbaarheid van bestuur




                      1 april 2019




                  ADVIES 2019-26

      met betrekking tot het verkrijgen van alle
 bestuursdocumenten die aantonen dat de Veiligheid
van de Staat de klimaatbetogingen en de organisatoren
                   ervan niet opvolgt

                     (CTB/2019/21)
                                                                         2

   1. Een overzicht

1.1. Bij e-mail van 11 februari 2019 vraagt de heer X, namens stRaten-
generaal om een digitaal afschrift van alle bestuursdocumenten op grond
waarvan de minister van Justitie op 6 februari 2019 in de bevoegde
commissie van de Kamer van Volksvertegenwoordigers kon verklaren dat
de Veiligheid van de Staat de klimaatbetogingen en de organisatoren ervan
niet opvolgt.

1.2. Bij e-mail van 13 maart 2019 reageert het kabinet van de minister van
Justitie negatief door te verwijzen naar het advies nr. 2016-90 van 5
september 2016 van de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik
van bestuursdocumenten afdeling openbaarheid van bestuur (hierna
Commissie genoemd).

1.3. Omdat hij het niet eens is met die afwijzing dient verzoeker op 18
maart 2018 een verzoek tot heroverweging in bij het kabinet van de
minister van Justitie. Diezelfde dag verzoekt hij ook de Commissie om een
advies.

   2. De ontvankelijkheid van de aanvraag

De Commissie is van oordeel dat het verzoek om advies ontvankelijk is.
Zoals de wet van 11 april 1994 ‘betreffende de openbaarheid van bestuur’
(hierna: de wet van 11 april 1994) voorschrijft heeft de aanvrager zijn
verzoek om advies aan de Commissie en het verzoek tot heroverweging
aan het kabinet van de minister van Justitie tegelijkertijd ingediend.

3. De gegrondheid van de aanvraag

Uit de rechtspraak van de Raad van State blijkt dat kabinetten niet kunnen
worden beschouwd als administratieve overheden in de zin van artikel 14,
§ 1 van de RvS-wet. Zelfs als mag worden aangenomen dat de rechtspraak
een evolutie heeft doorgemaakt over de draagwijdte van deze notie, toch
heeft dit helemaal geen invloed gehad op het feit dat de wet van 11 april
1994 niet van toepassing is op documenten die in het bezit zouden zijn van
een ministerieel kabinet. Dit laatste moet evenwel worden genuanceerd.
In zoverre op een ministerieel kabinet documenten berusten die afkomstig
zijn van de administratie en die het aldus tijdelijk in bezit heeft of
documenten die de minister van Justitie zijn bezorgd als hoofd van een
                                                                            3

departement en bestemd zijn om door zijn administratie te worden
bewaard, zijn wel bestuursdocumenten die onder het toepassingsgebied
van de wet van 11 april 1994 vallen. Het kabinet van de minister van
Justitie dat bestaat uit zijn persoonlijke medewerkers, dient derhalve de
aanvraag aan de minister te bezorgen. Documenten die door
kabinetsmedewerkers zijn opgesteld zijn daarentegen geen
bestuursdocumenten.

Het komt rekening houdende met wat voorafgaat, de minister van Justitie
toe te beoordelen of het al dan niet om bestuursdocumenten gaat. Voor
zover dit het geval is, dient hij rekening te houden met het feit dat artikel
32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 principieel het recht van
toegang tot alle bestuursdocumenten huldigen. De toegang tot
bestuursdocumenten kan slechts worden geweigerd wanneer één of meer
uitzonderingsgronden kunnen of moeten worden ingeroepen die zich
bevinden in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 en dit inroepen in
concreto en op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. Slechts
uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden
ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend geïnterpreteerd moeten
worden (Arbitragehof, arrest nr. 17/97 van 25 maart 1997, overweging
B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004,
overweging B.3.2). De Commissie is van oordeel dat de gevraagde
documenten allicht als bestuursdocumenten moeten worden
gekwalificeerd ermee rekening houdende dat dergelijke documenten in
zoverre ze bestaan, de minister van Justitie slechts kan ontvangen in zijn
hoedanigheid als hoofd van een federale overheidsdienst.


Brussel, 1 april 2019.




   F. SCHRAM                                                  K. LEUS
   secretaris                                                voorzitster

transparencia/cadas/abelfedcadapub/advies-2019-26/start.txt · Dernière modification : 2020/09/28 23:41 de 127.0.0.1