transparencia:cadas:abelfedcadapub:advies-2019-130:start
Table des matières
Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Advies 130
Met betrekking tot het verkrijgen van een kopie van de uitgewisselde communicatie tussen de directie van de gevangenis Leuven en de werkplaats boekbinderij
Date: 4/11/2019
- Copie locale: advies-2019-130.pdf
Transposition
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 4 november 2019 ADVIES 2019-130 met betrekking tot het verkrijgen van een kopie van de uitgewisselde communicatie tussen de directie van de gevangenis Leuven en de werkplaats boekbinderij (CTB/2019/125) 2 1. Een overzicht 1.1. Door middel van een daartoe beschikbaar gesteld formulier vraagt de heer X om een kopie van de geschreven documenten (papier en e-mail) over zijn persoon tussen de directie van de gevangenis van Leuven Centraal en het personeel van de boekbinderij (werkhuis binnen Leuven Centraal) voor de periode van juni tot en met augustus 2019. 1.2. Bij brief van 7 oktober 2019 bevestigt de FOD Justitie dat in de door de aanvrager beschreven periode effectief via e-mail gecommuniceerd werd tussen de gevangenisdirectie en het personeel van de boekbinderij. De openbaarmaking van dit e-mailverkeer wordt echter geweigerd. In deze e-mails wordt tussen het bewakingspersoneel en de directie gecommuniceerd over de tewerkstelling van de aanvrager in de boekbinderij. Dit e-mailverkeer betreft echter maar een deel van de communicatie hierover. Er was ook meermaals telefonisch contact. Het louter lezen van deze e-mailberichten kan aldus een vertekend beeld geven van de inhoud van de communicatie tussen de directie en het bewakingspersoneel. De openbaarmaking van dit bijgevolg onvolledig document kan aldus tot misvatting aanleiding geven en wordt bijgevolg geweigerd. 1.3. Bij brief van 4 oktober 2019 verzoekt de aanvrager de FOD Justitie zijn beslissing te heroverwegen. Hij vraagt bij brief van dezelfde dag de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna de Commissie genoemd, om een advies. 2. De ontvankelijkheid van de aanvraag De Commissie is van oordeel dat het verzoek om advies ontvankelijk is. Het verzoek tot heroverweging bij de FOD Justitie en het verzoek om advies aan de Commissie zijn zoals de wet van 11 april 1994 ‘betreffende de openbaarheid van bestuur’ (hierna: wet van 11 april 1994) voorschrijft, gelijktijdig ingediend. 3. De gegrondheid van de aanvraag Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 huldigen principieel het recht van toegang tot alle bestuursdocumenten. De toegang 3 tot bestuursdocumenten kan slechts worden geweigerd wanneer één of meer uitzonderingsgronden kunnen of moeten worden ingeroepen die zich bevinden in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 en dit inroepen in concreto en op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. Slechts uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend geïnterpreteerd moeten worden (Arbitragehof, arrest nr. 17/97 van 25 maart 1997, overweging B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004, overweging B.3.2). Uitzonderingsgronden moeten steeds beperkend worden geïnterpreteerd. Alhoewel dit niet uitdrukkelijk is gebeurd, blijkt de FOD Justitie een kopie te weigeren op grond van artikel 6, § 3, 1°, van de wet van 11 april 1994 op grond waarvan een federale administratieve overheid een vraag om inzage, uitleg of mededeling in afschrift van een bestuursdocument mag afwijzen in de mate dat de vraag een bestuursdocument betreft waarvan de openbaarmaking, om reden dat het document niet af of onvolledig is, tot misvatting aanleiding kan geven. Deze uitzonderingsgrond kan niet zomaar worden ingeroepen om de toegang te weigeren tot een reeks van boodschappen die via e-mail zijn uitgewisseld met betrekking tot de tewerkstelling van de aanvrager omdat er daarnaast ook mondelinge communicatie hierover heeft plaatsgevonden en die e-mailboodschappen bijgevolg per definitie partiële informatie bevatten. De uitzonderingsgrond aanwezig in artikel 6, § 3, 1°, moet worden beoordeeld per bestuursdocument. Het feit op zich dat een e-mailboodschap werd verstuurd, bevestigt dat het betrokken document als afgewerkt moet worden beschouwd, tenzij kan worden aangetoond dat de e-mail voortijdig werd verstuurd, namelijk vooraleer deze was afgewerkt. Deze uitzonderingsgrond kan niet worden ingeroepen ten aanzien van afgewerkte bestuursdocumenten, ook al betekent dit niet dat er geen kans op misvatting kan ontstaan. Om die reden heeft de wetgever immers voorzien in de mogelijkheid om uitleg te vragen. 4 Voor zover de FOD Justitie geen andere reden inroept om de openbaarmaking te weigeren en ze dit inroepen behoorlijk in concreto motiveert, is de Commissie van oordeel dat de uitzondering m.b.t. het onafgewerkt karakter niet kan worden ingeroepen. Brussel, 4 november 2019. F. SCHRAM K. LEUS secretaris voorzitster
transparencia/cadas/abelfedcadapub/advies-2019-130/start.txt · Dernière modification : 2020/09/28 23:41 de 127.0.0.1