Date: 04/06/2018

• Source: https://www.ibz.rrn.fgov.be/fr/commissions/publicite-de-ladministration/avis/2018/ADVIES-2018-42.pdf
• Copie locale: advies-2018-42.pdf

 Commissie voor de toegang tot en het
 hergebruik van bestuursdocumenten

       Afdeling openbaarheid van bestuur




                      4 juni 2018




                  ADVIES 2018-42

met betrekking tot het verkrijgen van alle documenten
     die betrekking hebben op een fiscaal dossier

                     (CTB/2018/39)
                                                                         2

   1. Een overzicht

1.1. Bij brief van 24 april 2018 dat als opschrift draagt “Heroverweging
van inzage in het dossier” vraagt de heer Z namens de heer X en
mevrouw Y, hiertoe door hen gemachtigd op 8 januari 2018, inzage in
het fiscaal dossier dat op zijn cliënten betrekking heeft en meer bepaald:

“- dat alle stukken van het dossier genummerd en gedateerd zouden
voorliggen zodat ze kunnen worden geïnventariseerd;
- een kopie of verlenen van toegang van alle ICT-gegevens die werden
gekopieerd tijdens de huisvisitatie;
- zekerheid dat er op geen enkele wijze nog zaken achtergehouden
worden die niet in het dossier zijn opgenomen.”

Uit de brief valt derhalve op te maken dat de aanvrager al inzage heeft
gekregen in het dossier, maar dat daarbij niet alle informatie werd
vrijgegeven.

1.2. Bij brief van 24 april 2018 dient de heer Z ook een verzoek om
advies in bij de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van
bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna
Commissie genoemd.


   2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag

De Commissie meent dat het verzoek om advies niet-ontvankelijk is. Ze
stelt immers vast dat de vraag van 24 april 2018 moet worden beschouwd
als een nieuwe aanvraag en niet als een verzoek tot heroverweging. Dit
blijkt trouwens uit de formulering van deze brief waarin gewag wordt
gemaakt van het feit dat betrokkenen “graag opnieuw inzage willen
krijgen in het dossier”.
                                                                         3

De Commissie is dan ook van oordeel dat het verzoek om advies
voorbarig is en de BBI over een termijn van dertig dagen beschikt om
zich uit te spreken over de nieuwe aanvraag. Pas daarna of na het
verstrijken van de bij wet van 11 april 1994 voorziene termijn kan de
aanvrager het administratief beroep (verzoek tot heroverweging en,
gelijktijdig, een verzoek om advies) instellen dat bij de wet van 11 april
1994 is voorzien.


Brussel, 4 juni 2018.



   F. SCHRAM                                               K. LEUS
   secretaris                                             voorzitster