Date: 17/09/2018

• Source: https://www.ibz.rrn.fgov.be/fr/commissions/publicite-de-ladministration/avis/2018/ADVIES-2018-102.pdf
• Copie locale: advies-2018-102.pdf

Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten

      Afdeling openbaarheid van bestuur




                  17 september 2018




                ADVIES 2018-102

met betrekking tot het verkrijgen van een kopie van
   de brieven die werden verstuurd aan de FOD
           Financiën door de aanvrager

                    (CTB/2018/99)
                                                                          2

   1. Een overzicht

1.1. Bij e-mail van 11 april 2018 vraagt meester Rainer Palm, namens
PASCHKE TRANSPORTE om een kopie per pdf en dat ook voor de
oudere aanvragen voor gasolie tussen 2010-2014.

1.2. Bij e-mail van 13 april 2018 geeft de FOD Financiën aan de
aanvrager een overzicht van de verschillende behandelde aangiften van
de firma MANFRED PASCHKE TRANSPORTE (DE237067470).

1.3. Omdat hij nog geen antwoord heeft gekregen over zijn vraag naar
een digitale kopie van het dossier, vraagt de aanvrager op 16 april 2018
opnieuw een volledige kopie van het dossier.

1.4. Bij e-mail van 18 april 2018 antwoordt de FOD Financiën dat de
aanvraag betrekking heeft op alle documenten (aangifteformulieren,
bijhorende kopieën van facturen, kentekenbewijzen, …) die door zijn
cliënt zijn ingezonden en dat de aanvrager daarvoor bij zijn cliënt terecht
kan. Bovendien wordt aangevoerd dat de inhoud van de aangiften niets
te maken heeft met de reden van de beslissing. De aangiften in kwestie
hebben de verjaringstermijn van drie jaar overschreden.

1.5 In zijn reactie van 19 april 2018 bevestigt aanvrager de aanvrager dat
hij normaal voor kopieën bij zijn cliënt terecht zou moeten kunnen.
Deze heeft echter geen enkele kopie gemaakt. Hij bevestigt zijn verzoek
om toegang te krijgen tot het dossier.

1.6. In zijn e-mail van 3 mei 2018 vraagt de aanvrager opnieuw om een
kopie van het hele dossier van 2011 t.e.m. 2015. Er wordt aan toegevoegd
dat het ook gaat over kopies van de briefomslagen van de brieven die zijn
cliënt heeft toegestuurd aan de FOD Financiën.

1.7. In zijn e-mail van 22 mei 2018 verzoekt de aanvrager opnieuw om
een kopie van het fiscaal dossier. Hij toont zich ook bereid om het
dossier in Brussel te komen inkijken, maar hij geeft wel de voorkeur aan
een digitale kopie.

1.8. In zijn e-mail van 20 augustus 2018 herhaalt de aanvrager opnieuw
zijn verzoek.
                                                                        3

1.3. Omdat hij het niet eens is met het standpunt van de FOD Financiën
van 18 april 2018 om geen kopies te verstrekken, dient de aanvrager bij
e-mail van 7 september 2018 een verzoek tot heroverweging in bij de
FOD Financiën. Bij e-mail van diezelfde dag vraagt hij ook om een advies
van de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van
bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna
Commissie genoemd.


   2. De ontvankelijkheid van de aanvraag

De Commissie is van mening dat de adviesaanvraag niet ontvankelijk is.
De wet van 11 april 1994 ‘betreffende de openbaarheid van bestuur’
schrijft voor dat wanneer de verzoeker moeilijkheden ondervindt om de
raadpleging van een bestuursdocument te verkrijgen hij een verzoek tot
heroverweging kan richten tot de betrokken federale administratieve
overheid en dat hij tegelijkertijd de Commissie moet vragen om een
advies uit te brengen. De wetgever heeft geen bijzondere eisen gesteld
aan het verzoek tot heroverweging, enkel dat de aanvrager moet
aantonen dat hij moeilijkheden ondervindt om toegang te krijgen. De
vermelding dat het zou gaan om een verzoek tot heroverweging is geen
vereiste voor het bestaan van een verzoek tot heroverweging. Bovendien
heeft de wetgever een snelle beroepsprocedure voor ogen gehad, zodat
de aanvrager binnen een korte periode duidelijkheid heeft over zijn
aanvraag.

De Commissie stelt vast dat te dezen de e-mail van 18 april 2018 moet
worden beschouwd als de beslissing op het oorspronkelijk verzoek van
11 april 2018. Dit blijkt uit het feit dat de FOD Financiën ook niet meer
terugkomt op deze beslissing ondanks latere herhalingen van het
verzoek. Het gevolg is dan ook dat de e-mail van de aanvrager van 19
april 2018 moet worden beschouwd als een verzoek tot heroverweging.
Op dat ogenblik heeft de aanvrager geen verzoek om advies aan de
Commissie gericht. Hij heeft ook nagelaten om zich binnen de termijn
van dertig dagen waarbinnen de Commissie – indien rechtsgeldig gevat –
haar advies moet uitbrengen in orde te stellen door tegelijkertijd een
nieuw verzoek tot heroverweging bij de FOD Financiën en tegelijkertijd
een verzoek om advies bij de Commissie in te dienen.
                                                                       4

Het gevolg is dan ook een stilzwijgende weigeringsbeslissing is ontstaan
op het verzoek tot heroverweging van 19 april 2018 na een termijn van
45 dagen na het indienen ervan. Eenmaal een dergelijke beslissing tot
stand is gekomen heeft de Commissie geen enkele bevoegdheid meer.


Brussel, 17 september 2018.




   F. SCHRAM                                              K. LEUS
   secretaris                                            voorzitster