Date: 12/02/2018

• Source: https://www.ibz.rrn.fgov.be/fr/commissions/publicite-de-ladministration/avis/2018/ADVIES-2018-10.pdf
• Copie locale: advies-2018-10.pdf

 Commissie voor de toegang tot en het
 hergebruik van bestuursdocumenten

       Afdeling openbaarheid van bestuur




                    12 februari 2018




                  ADVIES 2018-10

met betrekking tot het verkrijgen van toelichting over
              bepaalde cijfergegevens
                     (CTB/2018/07)
                                                                        2

   1. Een overzicht

1.1. Bij brief van 1 december 2017 vragen meesters Michiel Deweirdt
en Laurens Lodefier aan de FOD Financiën namens de heer X en
mevrouw Y om uitleg en/of duidelijkheid over:
    - de interesten, met name de omvang en einddatum van de intresten,
       samen met gehanteerde intrestvoet(en);
    - de aangerekende ‘geboekte kosten’

1.2. Omdat zij geen reactie hebben ontvangen van de FOD Financiën
dienen de aanvragers bij brief van 26 januari 2018 een verzoek tot
heroverweging in bij de FOD Financiën. Tegelijkertijd verzoeken zij de
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van
bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna
Commissie genoemd, om een advies.


   2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag

De Commissie is van oordeel dat de aanvraag ontvankelijk is. De
aanvragers hebben immers tegelijkertijd, zoals artikel 8, § 2, van de wet
van 11 april 1994 ‘betreffende de openbaarheid van bestuur’ voorschrijft,
een verzoek tot heroverweging ingediend bij de FOD Financiën.
                                                                      3

3. De gegrondheid van de adviesaanvraag

Artikel 4 van de wet van 11 april 1994 verleent aan ieder een recht van
toegang tot bestuursdocumenten van een federale administratieve
overheid. Dit recht bestaat erin dat eenieder, volgens de voorwaarden
bepaald in deze wet, elk bestuursdocument ter plaatse kan inzien,
dienomtrent uitleg kan krijgen en mededeling in afschrift ervan kan
ontvangen zonder dat hij hiervoor een belang moet aantonen. De
aanvragers wensen hier gebruik te maken van het recht op uitleg. Zoals
de Commissie al meermaals heeft gesteld, houdt het recht op uitleg van
een bestuursdocument in dat de aanvrager in een begrijpelijke taal de
inhoud van een bepaald bestuursdocument kan vernemen. Hij kan zich
niet op de wet van 11 april 1994 beroepen om een nadere motivering of
bijkomende toelichting te verkrijgen van wat zich niet in een
bestuursdocument bevindt. De Commissie is dan ook van mening dat de
aanvraag op grond van de wet van 11 april 1994 niet gegrond is.

Brussel, 12 februari 2018.




   F. SCHRAM                                             K. LEUS
   secretaris                                           voorzitster