Outils pour utilisateurs

Outils du site


transparencia:cadas:abelfedcadapub:advies-2017-39:start

Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis

Advies 39

Met betrekking tot de toegang tot documenten met betrekking tot de financiële overgangsmaatregelen voor zelfstandigen

Transposition

Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten

     Afdeling openbaarheid van bestuur




                   2 oktober 2017




                ADVIES 2017-39

met betrekking tot de toegang tot documenten met
betrekking tot de financiële overgangsmaatregelen
                voor zelfstandigen
                   (CTB/2017/73)
                                                                       2

   1. Een overzicht

1.1. Mevrouw X vraagt bij e-mail van 28 mei 2017 aan de Minister van
Middenstand, Zelfstandigen, KMO’s, Landbouw en Maatschappelijke
Integratie om de stand van zaken inzake de onderhandelingen over de
eventuele overgangsmaatregelen voor het nieuwe bijdragensysteem voor
zelfstandigen.

1.2. Bij e-mail van 7 juni 2017 antwoordt de minister dat al meermaals
werd aangegeven dat de besprekingen binnen het monitoringcomité nog
niet zijn afgerond en de minister niet zal nalaten verzoekster op de
hoogte te brengen van de genomen beslissing. Bovendien moet deze
maatregel ook nog worden goedgekeurd door de andere
regeringspartijen.

1.3. Bij e-mail van 10 augustus 2017 vraagt mevrouw X opnieuw om
haar een overzicht te geven van de huidige stand van zaken met
betrekking tot de financiële overgangsmaatregelen voor de zelfstandigen
die door het nieuwe bijdragensysteem inzake RSZ-bijdragen zwaar
financieel benadeeld worden ten aanzien van andere bijdrageplichtigen,
omdat hun inkomsten in de driejarige periode voor de herziening
bijzonder laag waren in vergelijking met hun inkomsten na de
inwerkingtreding van de nieuwe regeling, waardoor zij voor de periode
waarin zij veel lagere inkomsten hadden, toch proportioneel veel te hoge
RSZ bijdragen zouden moeten betalen, gelet op de afwezigheid van elke
overgangsmaatregel in die zin. Verder vraagt ze uitdrukkelijk om met
toepassing van artikel 4 van de wet van 11 april 1994 alle
bestuursdocumenten (waaronder studies, analyses, voorstellen en
ontwerpregelingen die werden uitgewerkt binnen het monitoringcomité
en binnen de FOD Economie, of binnen andere overheidsorganen)
digitaal over de maken.

1.4. Omdat zij geen reactie heeft ontvangen op haar e-mail van 10
augustus 2017 verzoekt mevrouw X bij mail van 14 september 2017
opnieuw om de openbaarmaking van alle bestuursdocumenten met
betrekking tot het vinden van een oplossing van de door de wetgever
niet voorziene aanwezigheid van een overgangsregeling. In dezelfde e-
mail die ook in cc. werd gericht aan de Commissie voor de toegang tot en
het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van
bestuur, stelt ze dat ze ten bewarende titel klacht neerlegt bij de
                                                                       3

Commissie. Diezelfde bij e-mail overgemaakte brief is ook gericht aan de
Minister van Defensie en houdt een verzoek in om de beslissing te
herzien.

   2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag

Alhoewel de aanvraagster niet uitdrukkelijk aan de Commissie om een
advies heeft gevraagd, is duidelijk dat ze dit beoogt. De e-mail van 14
september 2017 moet ook opgevat worden als een verzoek tot
heroverweging aangezien het voldoende is dat de aanvraagster te kennen
geeft dat ze ontevreden is over het niet beantwoorden van haar aanvraag.
Ze biedt de bevoegde minister aldus de mogelijkheid om alsnog de
gevraagde documenten over te maken. Aangezien voldaan is aan de
wettelijke vereiste van de gelijktijdigheid van het verzoek tot
heroverweging en het verzoek om advies van de Commissie vermeld in
artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994 is de adviesaanvraag
ontvankelijk. De Commissie wil wel opmerken dat het voorwerp van het
verzoek om en, derhalve, haar advies beperkt blijft tot de gevraagde
bestuursdocumenten en niet tot de andere vragen die ze in haar
oorspronkelijk verzoek heeft gesteld.

3. De gegrondheid van de adviesaanvraag

De Commissie wenst vooreerst op te merken dat het recht van toegang
tot bestuursdocumenten slechts betrekking heeft op bestaande
bestuursdocumenten. De wetgever geeft een ruime definitie van het
begrip ‘bestuursdocument’. Een bestuursdocument is immers “alle
informatie, in welke vorm ook, waarover een administratieve overheid
beschikt”. Ondanks het gegeven dat de vorm waarin de informatie
voorkomt zonder belang is, moet wel worden begrepen dat de informatie
op een drager gematerialiseerd moet zijn. Uit de wet van 11 april 1994
kan geen verplichting worden afgeleid om nog niet bestaande
documenten op te stellen. Er moet wel worden op gewezen dat naar
Belgisch recht ook onafgewerkte documenten als bestuursdocumenten
moeten worden beschouwd.

Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de
openbaarheid van bestuur huldigen principieel het recht van toegang tot
alle bestuursdocumenten. De toegang tot bestuursdocumenten kan
slechts worden geweigerd wanneer het belang ontbreekt voor de toegang
                                                                        4

tot een document van persoonlijke aard of wanneer één of meer
uitzonderingsgronden kunnen of moeten worden ingeroepen die zich
bevinden in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 en dit inroepen in
concreto en op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. Slechts
uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden
ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend geïnterpreteerd moeten
worden (Arbitragehof, arrest nr. 17/97 van 25 maart 1997, overweging
B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004,
overweging B.3.2).

Voor zover de gevraagde bestuursdocumenten in het bezit zijn van de
minister of van een administratie die onder zijn bevoegdheid valt, is hij
ertoe gehouden voor zover hij geen uitzonderingsgronden inroept of het
inroepen ervan in concreto kan motiveren om deze ter beschikking van
de aanvraagster te stellen.

Voor zover de gevraagde documenten niet in het bezit zijn van de
minister of in het bezit zijn van een administratie die niet onder zijn
bevoegdheid valt, is hij ertoe gehouden de aanvraagster hiervan op de
hoogte te brengen en haar de benaming en het adres van de
administratieve overheid die naar zijn informatie het document onder
zich heeft, mee te delen (artikel 5, tweede lid van de wet van 11 april
1994).


Brussel, 2 oktober 2017.




   F. SCHRAM                                               K. LEUS
   secretaris                                             voorzitster

transparencia/cadas/abelfedcadapub/advies-2017-39/start.txt · Dernière modification : 2020/09/28 23:41 de 127.0.0.1