transparencia:cadas:abelfedcadapub:advies-2017-37:start
Table des matières
Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Advies 37
Met betrekking tot de toepassing van de wet van 11 april 1994 op een protocol tussen een gemeente, de lokale chiro en een meergemeentepolitiezone
Date: 2/10/2017
- Copie locale: advies-2017-37.pdf
Transposition
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 2 oktober 2017 ADVIES 2017-37 met betrekking tot de toepassing van de wet van 11 april 1994 op een protocol tussen een gemeente, de lokale chiro en een meergemeentepolitiezone (CTB/2017/70) 2 1. Een overzicht Bij e-mail van 31 augustus 2017 vroeg de juridische dienst bij de Federale Politie aan de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur of het veiligheidsprotocol opgesteld tussen de gemeente Keerbergen, de lokale chiro en de politiezone Boortmeerbeek-Haacht-Keerbergen onder de regels inzake openbaarheid van bestuur valt en wie er dan, desgevallend, in casu inzage moet geven, rekening houdend met het feit dat één gemeente en één gemeentepolitiezone bij het protocol betrokken zijn. 2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag De Commissie is van mening dat de adviesaanvraag ontvankelijk is omdat de aanvraag uitgaat van de federale administratieve overheid. Artikel 8, § 3 van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur bepaalt immers dat een federale administratieve overheid de Commissie kan raadplegen. De Commissie heeft echter geoordeeld dat zij in principe op grond van deze bepaling niet in de mogelijkheid is om zich uit te spreken over een concrete zaak en zich dan ook beperkt tot het verstrekken van advies over de algemene beginselen die aan de openbaarheid van bestuur ten grondslag ligt. De Commissie wenst er evenzeer op te wijzen dat via de tussenkomst van de Federale Politie een meergemeentepolitiezone zich niet tot de Commissie kan wenden. Op die wijze zou immers worden voorbijgegaan aan de wil van de wetgever die ervoor heeft geopteerd om de meergemeentepolitiezones niet onder het toepassingsgebied van een openbaarheidswetgeving te brengen en daardoor heeft uitgesloten dat de Commissie in het kader van een administratief beroep in zaken gericht tegen een meergemeentepolitiezone een advies zou kunnen verstrekken. 3 3. De gegrondheid van de adviesaanvraag De Commissie wenst te nadrukken dat het betrokken protocol zonder enige twijfel als een bestuursdocument moet worden beschouwd. Een bestuursdocument moet immers worden opgevat als “alle informatie, in welke vorm ook, waarover een administratieve overheid beschikt” (artikel 1, tweede lid, 2° van de wet van 11 april 1994). Hiermee heeft de wetgever uitdrukking gegeven aan de omschrijving van het begrip bestuursdocument zoals dit ook aanwezig is in artikel 32 Gw. Het uitgangspunt is dat bestuursdocumenten kunnen worden opgevraagd bij de administratieve overheid die in het bezit is van het gevraagde bestuursdocument. In casu is het gevraagde bestuursdocument in het bezit van respectievelijk de gemeente Keerbergen en de politiezone Boortmeerbeek-Haacht-Keerbergen. Dit betekent dat iedereen dit veiligheidsprotocol kan opvragen bij zowel de gemeente als bij de politiezone. Aangezien het gaat om een veiligheidsprotocol en het document in eerste instantie betrekking heeft op een materie die federaal is gebleven, kan een burger dit document opvragen op grond van de wet van 12 november 1997 betreffende de openbaarheid van bestuur in de provincies en gemeenten. Hij kan zich ook richten tot de meergemeentepolitiezone. In dit geval – bij afwezigheid van een wet die volledig op een gemeentepolitiezone van toepassing is – moet dit wel gebeuren op grond van artikel 32 van de Grondwet zelf, een bepaling die directe werking heeft. Het komt een aanvrager toe te kiezen tot welke administratieve overheid hij zich richt. Een administratieve overheid is gehouden over de openbaarmaking een beslissing te nemen wanneer hij over het gevraagde bestuursdocument beschikt. Ze kan de burger niet doorverwijzen naar een andere administratieve overheid ook al heeft deze het bestuursdocument eveneens in haar bezit. Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur huldigen principieel het recht van toegang tot alle bestuursdocumenten. De toegang tot bestuursdocumenten kan slechts worden geweigerd wanneer één of meer uitzonderingsgronden kunnen of moeten worden ingeroepen die zich bevinden in artikel 6, §§ 1 en 2 van de wet van 11 april 1994 en dit inroepen in concreto en op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. Slechts uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend geïnterpreteerd moeten worden (Arbitragehof, arrest 4 nr. 17/97 van 25 maart 1997, overweging B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004, overweging B.3.2). Wordt de aanvraag gericht tot de gemeente, dan kan deze eventueel ook de afwezigheid van het belang inroepen dat nodig is om toegang te krijgen tot een document van persoonlijke aard en de uitzonderingsgronden vermeld in artikel 7 van de wet van 12 november 1997. Brussel, 2 oktober 2017. F. SCHRAM K. LEUS secretaris voorzitster
transparencia/cadas/abelfedcadapub/advies-2017-37/start.txt · Dernière modification : 2020/09/28 23:41 de 127.0.0.1