transparencia:cadas:abelfedcadapub:advies-2017-36:start
Table des matières
Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Advies 36
Met betrekking tot een kopie van documenten over een diefstal van wapens
Date: 24/04/2017
- Copie locale: advies-2017-36.pdf
Transposition
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 24 april 2017 ADVIES 2017-36 met betrekking tot een kopie van documenten over een diefstal van wapens (CTB/2017/29) 2 1. Een overzicht 1.1. De aanvrager heeft op een niet nader bepaalde datum aan het kabinet van de Minister van Defensie gevraagd om alle stukken met betrekking tot de diefstal van obussen van de militaire basis te Florennes op 29 maart 1984 en informatie over de omliggende data 28 en 30 maart 1984. 1.2. Hij heeft de beslissing SAT7 0B 03/17 ontvangen op niet nader vermelde datum dat hij geen toegang kon krijgen omdat de stukken geclassificeerd zouden zijn. 1.3. Omdat hij het niet eens is met deze beslissing dient hij bij brief van niet nader vermelde datum, door de Commissie ontvangen op 18 april 2017, bij de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, een verzoek om advies in. Diezelfde brief is ook gericht aan de Minister van Defensie en houdt een verzoek in om de beslissing te herzien. 2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag De Commissie is van mening dat de adviesaanvraag ontvankelijk is voor zover de brief die de Commissie heeft ontvangen ook verstuurd is geweest aan de Minister van Defensie. Slechts in dat geval is voldaan aan de wettelijke vereiste vermeld in artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994 dat het verzoek tot heroverweging aan de federale administratieve overheid en het verzoek om advies aan de Commissie tegelijkertijd moeten zijn ingediend. 3. De gegrondheid van de adviesaanvraag Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur huldigen principieel het recht van toegang tot alle bestuursdocumenten. De toegang tot bestuursdocumenten kan slechts worden geweigerd wanneer het belang ontbreekt voor de toegang tot een document van persoonlijke aard en wanneer één of meer uitzonderingsgronden kunnen of moeten worden ingeroepen die zich bevinden in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 en dit inroepen in concreto en op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. Slechts uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden 3 ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend geïnterpreteerd moeten worden (Arbitragehof, arrest nr. 17/97 van 25 maart 1997, overweging B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004, overweging B.3.2). De Commissie wenst vooraf op te merken dat haar advies beperkt is, omdat de aanvrager nagelaten heeft haar de nodige informatie te bezorgen en de wijze van de adviesaanvraag van dien aard is dat het niet eenvoudig is om die informatie snel te verkrijgen. Zo heeft de aanvrager nagelaten de Commissie een kopie van het oorspronkelijk verzoek en een kopie van het antwoord van de Minister van Defensie te bezorgen. De Commissie wenst vooreerst op te merken dat het voorwerp van het verzoek om advies en van het verzoek tot heroverweging op zijn minst niet voldoende duidelijk is waar er gevraagd wordt om “informatie over de omliggende data 28 en 30 maart 1984”. De Commissie kan het argument van de aanvrager in elk geval niet bijtreden dat het feit dat er een openbaar proces heeft plaatsgevonden tegen dhr. Rudi Daems en dhr. John Gardiner/John Philip Wood en dat de zittingen, alsmede de verhoren, evenals de bewijsstukken volledig openbaar waren en in twee talen opgesteld dat ook voor gevolg heeft dat bepaalde stukken die hierop betrekking hebben nu ook openbaar zouden zijn. Voor zover de stukken betrekking hebben op het gerechtelijk dossier, dienen die op grond van de bepalingen van het Wetboek van Strafvordering te worden opgevraagd bij de bevoegde procureur. Het feit dat een proces werd gevoerd en dit proces in de openbaarheid werd gevoerd, betekent niet dat alle stukken ook openbaar waren. Het is immers mogelijk dat aan de rechter werd gevraagd om bepaalde stukken niet aan de beklaagden mee te delen omwille van hun vertrouwelijk karakter. Wanneer bepaalde documenten op de betrokken feiten betrekking hebben en deze op dit ogenblik geclassificeerd zijn, dan vormt de classificatie slechts een grondslag om de openbaarmaking te weigeren voor zover deze classificatie heeft plaatsgevonden op grond van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de 4 veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen. In dat geval moet de Minister van Defensie wel het betrokken belang of de betrokken belangen vermelden op grond waarvan de classificatie heeft plaatsgevonden en dit afdoende formeel motiveren tenzij één van de uitzonderingen vermeld in artikel 4 van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen van toepassing is. Gaat het om geclassificeerde documenten op grond van de wet van 11 december 1998, dan bepaalt artikel 26, § 1 van deze wet dat de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur niet van toepassing is op informatie, documenten of gegevens, materieel, materialen of stoffen, in welke vorm ook, die met toepassing van de bepalingen van deze wet geclassificeerd zijn. Gaat het om documenten die slechts een interne classificatie hebben ontvangen die geen grondslag vindt in de wet van 11 december 1998, dan vormt die classificatie geen grondslag om de openbaarmaking te weigeren en kan de openbaarmaking slechts worden geweigerd wanneer in concreto kan worden aangetoond dat één of meer uitzonderingsgronden vermeld in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 van toepassing zijn. Brussel, 24 april 2017. F. SCHRAM M. BAGUET secretaris voorzitster
transparencia/cadas/abelfedcadapub/advies-2017-36/start.txt · Dernière modification : 2020/09/28 23:41 de 127.0.0.1