Outils pour utilisateurs

Outils du site


transparencia:cadas:abelfedcadapub:advies-2017-18:start

Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis

Advies 18

Met betrekking tot de weigering om toegang te verlenen tot een fiscaal dossier

Transposition

Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten

    Afdeling openbaarheid van bestuur




                 13 februari 2017




               ADVIES 2017-18

 met betrekking tot de weigering om toegang te
         verlenen tot een fiscaal dossier
                  (CTB/2017/11)
                                                                         2

1. Een overzicht

1.1. Bij brief van 13 oktober 2016 vraagt de heer X aan de FOD
Financiën als medeëigenaar van de eigendom en van het handelsfonds op
de hoogte te worden gehouden van het fiscaal onderzoek naar “Manége
de Ranch” en inzage en afschrift te nemen van dat dossier Y en Z hebben
bij brief van 16 mei 2013 een klacht neergelegd met betrekking tot
frauduleuze praktijken.

1.2. Bij brief gedateerd op 10 januari 2016 (zou moeten zijn 10 januari
2017) meldt de FOD Financiën dat de aanvrager de mogelijkheid heeft
gekregen om inzage te nemen in het dossier.

1.3. Bij brief van 24 januari 2017 dient de heer Geert Vanhoutte,
namens de heer X, een verzoek tot heroverweging in bij FOD Financiën.
Tegelijkertijd vraagt hij de Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur,
hierna Commissie genoemd, om een advies.

   2.    De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag

De Commissie is van mening dat de adviesaanvraag ontvankelijk is. De
aanvrager heeft immers tegelijkertijd als artikel 8, § 2 van de wet van 11
april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur voorschrijft een
verzoek om advies ingediend bij de Commissie.

   3.    De gegrondheid van de adviesaanvraag

Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de
openbaarheid van bestuur huldigen principieel het recht van toegang tot
alle bestuursdocumenten. De toegang tot bestuursdocumenten kan
slechts worden geweigerd wanneer het belang ontbreekt voor de toegang
tot een document van persoonlijke aard en wanneer één of meer
uitzonderingsgronden kunnen of moeten worden ingeroepen die zich
bevinden in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 en dit inroepen in
concreto en op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. Slechts
uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden
ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend geïnterpreteerd moeten
worden (Arbitragehof, arrest nr. 17/97 van 25 maart 1997, overweging
                                                                         3

B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004,
overweging B.3.2).

De Commissie wenst erop te wijzen dat in principe enkel een belang
vereist is om toegang te verkrijgen tot documenten van persoonlijke
aard. Een document van persoonlijke aard is “een bestuursdocument dat
een beoordeling of een waardeoordeel bevat van een met naam genoemd
of gemakkelijk identificeerbaar natuurlijk persoon of de beschrijving van
een gedrag waarvan het ruchtbaar maken aan die persoon kennelijk
nadeel kan berokkenen” (artikel 1, tweede lid, 3° van de wet van 11 april
1994). Voor zover de informatie op de aanvrager zelf betrekking heeft,
wordt hij geacht het vereiste belang te hebben. Dit is evenwel niet het
noodzakelijk het geval wanneer het andere personen betreft. In dat geval
moet de aanvrager aantonen dat hij een belang heeft. De aanvrager
maakt onvoldoende in zijn aanvraag om toegang tot het fiscaal dossier
duidelijk waarin precies dit belang bestaat. De Commissie is dan ook van
oordeel dat voor zover het gaat om informatie van persoonlijke aard en
deze betrekking heeft op derde personen het belang van de aanvrager
onvoldoende werd aangetoond en hij bijgevolg op basis van de huidige
gevoerde procedure op grond van de wet van 11 april 1994 geen toegang
tot deze informatie kan krijgen.

Maar zelfs al zou worden aangenomen dat de aanvrager het vereiste
belang had, dan noch betekent dit niet automatisch dat hij toegang had
kunnen krijgen tot alle bestuursdocumenten die zich in het fiscaal
dossier van “Manège de Ranch” bevinden. Er moet immers worden
nagegaan in welke mate bepaalde uitzonderingsgronden niet moeten of
kunnen ingeroepen worden. De Commissie wenst hierbij te wijzen op
twee uitzonderingsgronden in het bijzonder waarvan de fiscale
administratie dient na te gaan of ze niet moeten worden ingeroepen en
ingeval dit het geval is en mits concrete motivering, de openbaarmaking
in de weg staan. Zo is er vooreerst artikel 6, § 2, 1° van de wet van 11
april 1994 op grond waarvan een administratieve overheid de
openbaarmaking moet weigeren wanneer ze vaststelt dat deze afbreuk
doet aan de persoonlijke levenssfeer. Voor zover dit het geval is, moet de
openbaarmaking worden geweigerd: er dient immers geen afweging te
worden gemaakt tussen de verschillende belangen die eventueel in het
geding zouden zijn. Daarnaast is er ook artikel 6, § 2, 2° op grond
waarvan een administratieve overheid de openbaarheid moet weigeren
als ze vaststelt dat deze afbreuk doet aan een in een andere wet bepaalde
                                                                      4

geheimhoudingsbepaling. Een dergelijke geheimhoudingsbepaling is het
fiscaal geheim op grond van artikel 337 WIB92, dat beoogt de
belastingplichtige te beschermen tegen nieuwsgierigheid van derden.
Deze uitzonderingsgrond kan evenwel niet worden ingeroepen tegen de
belastingplichtige zelf of tegen een andere belastingsplichtige wanneer
deze informatie voor die andere persoon relevant is voor diens eigen
belastingtoestand.

Daarnaast moet de fiscale administratie nagaan of eventueel ook de
uitzonderingsgronden vermeld in artikel 6, § 1, 5° (de opsporing of
vervolging van strafbare feiten) en artikel 6, § 1, 6° (een federaal
economisch of financieel belang, de munt of het openbaar krediet, dat
ook het fiscaal belang omvat) van de wet van 11 april 1994 niet moeten
worden ingeroepen. Deze uitzonderingsgronden vereisen wel een
afweging met het algemeen belang dat gediend is met de
openbaarmaking. Een belangenafweging tussen het beschermde belang
en het individueel belang van de aanvrager is hierbij niet aan de orde.


Brussel, 13 februari 2017.




   F. SCHRAM                                           M. BAGUET
   secretaris                                          voorzitster

transparencia/cadas/abelfedcadapub/advies-2017-18/start.txt · Dernière modification : 2020/09/28 23:41 de 127.0.0.1