Date: 13/02/2017

• Source: https://www.ibz.rrn.fgov.be/fr/commissions/publicite-de-ladministration/avis/2017/ADVIES-2017-14.pdf
• Copie locale: advies-2017-14.pdf

Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten

     Afdeling openbaarheid van bestuur




                  13 februari 2017




                ADVIES 2017-14

 met betrekking tot de weigering om een lijst van
namen te ontvangen van de zes inspecteurs van de
federale politie die de grote tweetaligheidspremie
   ontvangen hebben binnen het CIC Limburg
                   (CTB/2017/7)
                                                                        2

1. Een overzicht

1.1.     Bij brief van 17 augustus 2016 vroegen de heren Jan Bergé en
mevrouw Kristien Vanderheiden, namens de heer X, aan de Federale
Politie om te laten weten wie de zes inspecteurs van de federale politie
zijn die de grote tweetaligheidspremie ontvangen binnen het CIC
Limburg.

1.2.     Bij brief van 3 oktober 2016 herhalen de aanvragers hun
verzoek aan de Federale Politie.

1.3.      Bij brief van 17 oktober 2016 stellen de aanvragers de Federale
Politie in gebreke en herhalen opnieuw hun aanvraag.

1.4.    Bij brief van 20 oktober 2016 meldt de Federale Politie dat de
aanvraag werd overgemaakt aan de bevoegde dienst.

1.3. Bij mail van 23 januari 2017 dient de heer Bergé en mevrouw
Vanderheiden een verzoek tot heroverweging in bij de Federale Politie.
Tegelijkertijd vraagt hij de Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur,
hierna Commissie genoemd, om een advies.

   2.    De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag

De Commissie is van mening dat de adviesaanvraag niet ontvankelijk is.
De verzoeker heeft immers niet voldaan aan de wettelijke vereiste van de
gelijktijdigheid van het verzoek tot heroverweging aan de Federale
Politie en het verzoek om advies aan de Commissie.

De oorspronkelijke aanvraag is de brief van 17 augustus 2016. De
wetgever heeft geen bijzonder eisen gesteld aan het verzoek tot
heroverweging. Het is voldoende dat de aanvrager te kennen geeft dat hij
moeilijkheden ondervindt en dat hij dit te kennen geeft nadat hij een
negatief antwoord heeft ontvangen op zijn aanvraag of nadat de termijn
waarbinnen de federale administratieve overheid had moeten reageren,
overschreden is. Wel moet de aanvrager dan tegelijkertijd een verzoek
om advies indienen bij de Commissie. De brief van 3 oktober 2016
beantwoordt aan de vereisten die de aanvrager heeft gesteld aan het
verzoek tot heroverweging. De Commissie stelt echter vast dat de
                                                                       3

aanvrager op dat ogenblik geen verzoek om advies aan haar heeft gericht.
Over het verzoek tot heroverweging is ondertussen een stilzwijgende
weigeringsbeslissing tot stand gebracht. Eenmaal dat dit het geval is,
heeft de Commissie geen enkele bevoegdheid meer.


Brussel, 13 februari 2017.




   F. SCHRAM                                            M. BAGUET
   secretaris                                           voorzitster