transparencia:cadas:abelfedcadapub:advies-2016-35:start
Table des matières
Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Advies 35
Met betrekking tot het niet vrijgeven van een rapport “Ex-post evaluatie van de duurzaamheid van 10 interventies van de Belgische gouvernementele samenwerking”
Date: 21/3/2016
- Copie locale: advies-2016-35.pdf
Transposition
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 21 maart 2016 ADVIES 2016-35 met betrekking tot het niet vrijgeven van een rapport “Ex-post evaluatie van de duurzaamheid van 10 interventies van de Belgische gouvernementele samenwerking” (CTB/2016/33) 2 1. Een overzicht Bij mail van 16 maart 2016 richt de heer X zich tot de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking met de melding dat hij heeft vernomen dat de gegunde studie “Ex-post evaluatie van de duurzaamheid van 10 interventies van de Belgische gouvernementele samenwerking” intussen is afgewerkt en werd doorgestuurd naar de FOD. Hij verzoekt om een kopie van de studie. Bij mail van 18 maart 2016 bevestigt de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking dat het rapport inhoudelijk afgewerkt is, maar nog niet de juiste vormgeving heeft vooraleer dit publiek zal worden gemaakt. Dit kan nog enkele weken duren. Bij mail van 18 maart 2016 dient de heer X bij de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking een verzoek tot heroverweging in omdat hij het niet eens is met de tijdelijke weigering. Diezelfde dag dient hij bij mail ook een verzoek om advies in bij de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd. 2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag De Commissie stelt vast dat het verzoek tot heroverweging en het verzoek om advies, zoals artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur voorschrijft, tegelijkertijd zijn verstuurd. De Commissie is dan ook van mening van de adviesaanvraag ontvankelijk is. 3. De gegrondheid van de adviesaanvraag Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur huldigen principieel het recht van toegang tot alle bestuursdocumenten. De toegang tot bestuursdocumenten kan slechts worden geweigerd wanneer het belang ontbreekt voor de toegang tot een document van persoonlijke aard en wanneer één of meer uitzonderingsgronden kan of moet worden ingeroepen die zich bevinden in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 en dit inroepen in concreto en 3 op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. Slechts uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend geïnterpreteerd moeten worden (Arbitragehof, arrest nr. 17/97 van 25 maart 1997, overweging B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004, overweging B.3.2). De FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking bevestigt uitdrukkelijk dat het rapport inhoudelijk is afgewerkt en in het bezit is van de FOD. Het feit dat het rapport nog een aangepaste vorm zal krijgen vooraleer het publiek zal worden gemaakt, vormt echter geen uitzonderingsgrond om de openbaarmaking te weigeren binnen de door de wet bepaalde termijn en vervolgens ter beschikking te stellen. De Commissie is van mening dat in dit geval ook geen beroep kan worden gedaan op artikel 6, § 3, 1° van de wet van 11 april 1994 op grond waarvan een federale administratieve overheid de openbaarmaking kan weigeren omdat het een bestuursdocument betreft waarvan de openbaarmaking, om reden dat het document niet af of onvolledig is, tot misvatting aanleiding kan geven. Evenmin kant artikel 6, § 3, 2° van de wet van 11 april 1994 worden ingeroepen op grond waarvan een federale administratieve overheid de openbaarmaking kan weigeren omdat de aanvraag een advies of een mening betreft die uit vrije wil en vertrouwelijk aan de overheid is meegedeeld. Om deze uitzonderingsgrond te kunnen inroepen moet immers aan een aantal cumulatieve voorwaarden worden voldaan. Doordat de studie in opdracht is uitgevoerd en er bijgevolg een contractuele basis voorhanden is, is hoe dan ook niet aan één van deze voorwaarden voldaan. Dit neemt niet weg dat de FOD Buitenlandse Zaken de vorm waarin de openbaarmaking dient plaats te vinden, moet beperken wanneer het gaat om een werk dat beschermd wordt door het auteursrecht in de zin van het Wetboek voor Economisch Recht en dit auteursrecht zich bij derden bevindt. In dit geval is de toestemming van de auteursrechthebbende vereist om van een dergelijk werk een kopie te verstrekken. Zijn de patrimoniale rechten evenwel overdragen aan de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking dan kan deze voorwaarde niet worden ingeroepen om de toegang in de vorm van een kopie te weigeren. 4 Het is aan de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking om na te gaan of er eventueel geen andere uitzonderingsgronden moeten worden ingeroepen om de openbaarmaking te weigeren. In dit geval moet ze rekening houden met het principe van de gedeeltelijke openbaarmaking op grond waarvan slechts die informatie aan de openbaarmaking kan worden onttrokken die onder een of meer uitzonderingsgronden valt. In elk geval acht de Commissie dit weinig waarschijnlijk omdat aan de aanvrager werd gemeld dat enkel nog de vorm waarin het rapport aan het publiek zou worden voorgesteld moet worden aangepast en er geen inhoudelijke redenen worden aangevoerd om de openbaarmaking te weigeren. De Commissie wenst ten slotte nog een voorbehoud te maken ten aanzien van de persoon geoordeeld heeft over de weigering tot openbaarmaking. De wet van 11 april 1994 bepaalt dat de federale administratieve overheid een beslissing neemt over de aanvraag. In principe is namens de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking enkel de minister van Buitenlandse Zaken of de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, behoudens behoorlijke delegatie bevoegd om een beslissing te nemen over een beslissing tot openbaarmaking van een bestuursdocument binnen de door de wet bepaalde termijn. Brussel, 21 maart 2016. F. SCHRAM M. BAGUET secretaris voorzitster
transparencia/cadas/abelfedcadapub/advies-2016-35/start.txt · Dernière modification : 2020/09/28 23:41 de 127.0.0.1