Date: 1/2/2016

• Source: https://www.ibz.rrn.fgov.be/fr/commissions/publicite-de-ladministration/avis/2016/ADVIES-2016-17.pdf
• Copie locale: advies-2016-17.pdf

Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten

      Afdeling openbaarheid van bestuur




                    1 februari 2016




                 ADVIES 2016-17

 met betrekking tot de weigering om een afschrift te
verkrijgen van het volledige werkdossier van de PSD
                    (CTB/2016/14)
                                                                         2

   1. Een overzicht

Door middel van een aanvraagformulier vraagt de heer X op zondag 6
december 2015 aan de directie van de gevangenis van Leuven Centraal
om een afschrift van het volledige werkdossier van de PSD die onder
meer bevat de ruwe data van de afgelegde testen, de appreciatie, uitleg en
beoordeling van deze testresultaten, en alle overige notities van gevoerde
gesprekken, die ten grondslag liggen aan die verslaggeving.

Omdat hij geen reactie krijgt op zijn verzoek dient hij bij brief van 11
januari 2016 een verzoek tot heroverweging in bij de directrice van de
gevangenis. Diezelfde dag verzoekt hij ook de Commissie voor de
toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling
openbaarheid van bestuur om een advies.

   2.    De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag

De Commissie oordeelt dat de aanvrager voldaan heeft aan de wettelijke
vereiste van de gelijktijdigheid van het verzoek tot heroverweging aan de
FOD Justitie en van het verzoek om advies aan de Commissie. Het
verzoek om advies is bijgevolg ontvankelijk.

   3. De gegrondheid van de adviesaanvraag

Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de
openbaarheid van bestuur huldigen principieel het recht van toegang tot
alle bestuursdocumenten. De toegang tot bestuursdocumenten kan
slechts worden geweigerd wanneer het belang ontbreekt voor de toegang
tot een document van persoonlijke aard en wanneer één of meer
uitzonderingsgronden kan of moet worden ingeroepen die zich bevinden
in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 en dit inroepen in concreto en
op     pertinente    wijze    kan     worden      gemotiveerd.   Slechts
uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden
ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend geïnterpreteerd moeten
worden (Arbitragehof, arrest nr. 17/97 van 25 maart 1997, overweging
B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004,
overweging B.3.2).

Er kan niet aan worden getwijfeld dat de aanvrager het vereiste belang
heeft om toegang te krijgen tot bestuursdocumenten die op hem
                                                                           3

betrekking hebben en zonder enige twijfel als documenten van
persoonlijke aard moeten worden gekwalificeerd. Het hebben van het
vereiste belang betekent evenwel niet dat de toegang niet kan of moet
worden geweigerd omwille van bepaalde uitzonderingsgronden.

De Commissie sluit niet uit dat eventueel bepaalde uitzonderingsgronden
kunnen of moeten worden ingeroepen. Zo is niet uit te sluiten dat
bepaalde informatie betrekking heeft op derden. Het komt aan de FOD
Justitie toe om na te gaan of eventueel artikel 6, § 2, 1° van de wet van 11
april 1994 niet moet worden ingeroepen om de openbaarmaking van
bepaalde informatie te weigeren als de openbaarmaking ervan afbreuk
zou maken aan de persoonlijke levenssfeer van die derden. Verder kan
eventueel ook artikel 6, § 3, 2 worden ingeroepen, namelijk wanneer het
betrokken bestuursdocument een advies of een mening betreft die uit
vrije wil en vertrouwelijk aan de overheid is meegedeeld. De Commissie
wenst er wel op te wijzen dat in beide gevallen de betrokken
uitzonderingsgronden slechts kan worden ingeroepen onder de
voorwaarden die ervoor is bepaald en mits een motivering in concreto.

Verder wil de Commissie nog wijzen op het principe van de gedeeltelijke
openbaarmaking op grond waarvan slechts informatie die onder een
uitzonderingsgrond valt aan de openbaarmaking kan worden onttrokken.
Alle andere informatie in een bestuursdocument dient vooralsnog
openbaar te worden gemaakt.




Brussel, 1 februari 2016.




   F. SCHRAM                                               M. BAGUET
   secretaris                                              voorzitster