Date: 3/3/2014

• Source: https://www.ibz.rrn.fgov.be/fr/commissions/publicite-de-ladministration/avis/2014/ADVIES-2014-18.pdf
• Copie locale: advies-2014-18.pdf

Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten

     Afdeling openbaarheid van bestuur




                    3 maart 2014




                ADVIES 2014-18

  met betrekking tot de weigering om toegang te
verlenen tot documenten m.b.t. een interne mutatie
                    (CTB/2014/8)
                                                                        2

   1. Een overzicht

Bij mail van 3 februari 2014 vraagt de heer X aan de FOD Mobiliteit en
Vervoer om inzage in en een kopie van het administratief dossier met
betrekking tot de selectie voor medewerker cel Eurocoördinatie (M/V)
via interne mutatie, namelijk: de lijst van de laureaten met motivering,
de sollicitatieformulieren en motivatiebrieven van de kandidaten, de
samenstelling van de jury met motivering.

Bij brief van 4 februari 2014 antwoordt de FOD Mobiliteit en Vervoer
dat aangezien deze selectie een interne procedure betreft, er geen
administratieve stappen voorzien zijn. De enige informatie die zij
kunnen bezorgen, is de persoonlijke feedback van de aanvrager, die hij al
heeft ontvangen. Ten aanzien van de andere kandidaten weigeren ze om
in te gaan op de vraag om toegang om de vertrouwelijkheid rond hun
kandidatuur te waarborgen.

Omdat hij het niet eens is met deze beslissing dient de heer X bij mail
van 5 februari 2014 een verzoek tot heroverweging in bij de FOD
Mobiliteit en Vervoer. Tegelijkertijd vraagt hij ook de Commissie voor de
toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling
openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd, om een advies.


   2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag

De Commissie is van oordeel dat de aanvraag om een advies ontvankelijk
is omdat de aanvrager voldaan heeft aan de wettelijke vereiste van de
gelijktijdigheid van het verzoek tot heroverweging aan de FOD
Mobiliteit en Vervoer en het verzoek om advies aan de Commissie in
overeenstemming met artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994
betreffende de openbaarheid van bestuur.


   3. Gegrondheid van de adviesaanvraag

De Commissie wenst met nadruk te beklemtonen dat artikel 32 van de
Grondwet en de wet van 11 april 1994 in principe aan iedereen het recht
van toegang tot bestuursdocumenten toekent. Slechts voor zover het
belang ontbreekt om toegang te krijgen tot documenten van persoonlijke
                                                                        3

aard of wanneer één of meer uitzonderingsgronden vermeld in artikel 6
van de wet van 11 april 1994 moet of kan worden ingeroepen, kan of
moet een administratieve overheid de toegang tot bestuursdocumenten
weigeren.

Sommige documenten moeten gekwalificeerd worden als documenten
van persoonlijke aard voor zover het gaat om bestuursdocumenten die
een beoordeling of een waardeoordeel bevatten van een met naam
genoemd of gemakkelijk identificeerbaar natuurlijk persoon of de
beschrijving van een gedrag waarvan het ruchtbaar maken aan die
persoon kennelijk nadeel kan berokkenen. Om toegang te krijgen tot dit
soort informatie moet de aanvrager over een belang beschikken. De
Commissie stelt vast dat de aanvrager het vereiste belang vertoont om
toegang te krijgen tot de documenten die op hem betrekking hebben,
maar ook tot de documenten die op de andere kandidaten betrekking
hebben voor de selectie voor medewerker van de Cel Eurocoördinatie
(M/V) via interne mutatie. Voor de documenten die op hemzelf
betrekking hebben, wordt hij geacht het vereiste belang te hebben; voor
zover de documenten op de andere kandidaten betrekking hebben
vertoont hij het vereiste wettelijke belang omdat hij zichzelf kandidaat
heeft gesteld voor deze betrekking.

De Commissie wenst er echter op te wijzen dat het niet voldoende is om
het vereiste belang te hebben om zijn recht op toegang ook effectief te
kunnen uitoefenen. Er moet nog steeds worden nagegaan of één of meer
uitzonderingsgronden niet moeten worden ingeroepen en dit inroepen
in concreto en op pertinente wijze wordt gemotiveerd. De Commissie
stelt vast dat de FOD Mobiliteit en Vervoer geen reden inroept die in
artikel 6 van de wet van 11 april 1994 wordt vermeld. Eventueel moet de
toegang tot bepaalde informatie worden geweigerd omwille van artikel 6,
§ 2, 1° van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van
bestuur op grond waarvan een administratieve overheid de toegang tot
een bestuursdocument moet weigeren voor zover de openbaarheid
afbreuk doet aan de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. De
Commissie wenst er echter op te wijzen dat een persoonsgegeven niet
automatisch wordt beschermd op grond van de persoonlijke levenssfeer
en dat artikel 6, § 2, 1° van de wet van 11 april 1994 slechts kan worden
ingeroepen voor zover wordt aangetoond dat door de openbaarmaking
schade wordt toegebracht aan de persoonlijke levenssfeer.
                                                                     4

De Commissie wil verder wijzen op het principe van de gedeeltelijke
openbaarmaking op grond waarvan informatie slechts aan de
openbaarmaking kan worden onttrokken voor zover ze onder een
uitzonderingsgrond valt, maar dat alle andere informatie moet openbaar
worden gemaakt.


Brussel, 3 maart 2014.




   F. SCHRAM                                          M. BAGUET
   secretaris                                         voorzitster