Date: 14/1/2013

• Source: https://www.ibz.rrn.fgov.be/fr/commissions/publicite-de-ladministration/avis/2013/ADVIES-2013-7.pdf
• Copie locale: advies-2013-7.pdf

Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten

    Afdeling openbaarheid van bestuur




                  14 januari 2013




                ADVIES 2013-7

 met betrekking tot de weigering om toegang te
 verlenen tot de globale adviezen over de andere
        kandidaat-gerechtsdeurwaarders
                   (CTB/2013/1)
                                                                       2

   1. Een overzicht

Bij brief van 19 november 2012 vraagt de heer Thomas Eyskens, namens
zijn cliënt de heer X aan de de FOD Justitie om een kopie van de globale
adviezen over de andere kandidaat-gerechtsdeurwaarders uitgebracht
door     de    Raad     van    de   Arrondissementskamer      van    de
Gerechtsdeurwaarders te Brussel.

Op die vraag wordt niet gereageerd binnen de door de wet van 11 april
1994 betreffende de openbaarheid van bestuur ingestelde termijn van
dertig dagen.

Tegen de impliciete weigeringsbeslissing die hierdoor is ontstaan, dient
de heer Thomas Eyskens bij brief van 3 januari 2013 een verzoek tot
heroverweging in bij de FOD Justitie. Diezelfde dag dient hij ook een
verzoek om advies in bij de Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur,
hierna Commissie genoemd.

   2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag

De Commissie is van mening dat het verzoek om advies ontvankelijk is.
De aanvrager heeft immers tegelijkertijd zijn verzoek om advies gericht
aan de FOD Justitie en aan de Commissie zoals artikel 8, § 2 van de wet
van 11 april 1994 bepaalt.

   3. De gegrondheid van de adviesaanvraag

Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 gaan uit van de
principiële openbaarheid van alle bestuursdocumenten. De
openbaarmaking kan slechts worden geweigerd wanneer de aanvrager
het vereiste belang mist om toegang te krijgen tot documenten van
persoonlijke aard of wanneer een uitzonderingsgrond bepaald in artikel 6
van de wet van 11 april 1994 moet of kan worden ingeroepen en dat
inroepen in concreto en op pertinente wijze kan worden gemotiveerd.
De Commissie wenst op te merken dat de aanvrager het vereiste belang
heeft om toegang te krijgen tot documenten van persoonlijke aard die op
de andere kandidaten betrekking hebben, omdat hij zelf kandidaat is om
tot gerechtsdeurwaarder benoemd te worden.
                                                                      3

Voor zover de FOD Justitie geen redenen aanvoert om de
openbaarmaking te weigeren, is ze ertoe gehouden de gevraagde
documenten openbaar te maken. Zo zal de FOD Justitie in elk geval
moeten nagaan of artikel 6, § 2, 1° van de wet van 11 april 1994 niet
moet worden ingeroepen op grond waarvan de openbaarmaking moet
worden geweigerd wanneer ze afbreuk doet aan de persoonlijke
levenssfeer tenzij de betrokken personen met de inzage, de uitleg of de
mededeling in afschrift hebben ingestemd.

De Commissie wenst er tenslotte op te wijzen dat de openbaarmaking
slechts kan worden geweigerd voor informatie die onder een
uitzonderingsgrond  valt.   Alle    andere   informatie   in   een
bestuursdocument moet openbaar worden gemaakt.


Brussel, 14 januari 2013.




   F. SCHRAM                                              J. BAERT
   secretaris                                            voorzitter