Date: 10/9/2012

• Source: https://www.ibz.rrn.fgov.be/fr/commissions/publicite-de-ladministration/avis/2012/ADVIES-2012-76.pdf
• Copie locale: advies-2012-76.pdf

Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten

     Afdeling openbaarheid van bestuur




                  10 september 2012




                ADVIES 2012-76

 met betrekking tot de toegang tot stukken in een
                  klachtdossier
                   (CTB/2012/70)
                                                                        2

   1. Een overzicht

Bij mail van 11 juli 2012 verzoekt de heer X aan de FOD
Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (WASO) om te vernemen
welke stukken er in het dossier m.b.t. een klacht zitten om hem toe te
laten de juiste documenten op te vragen. Verder vraagt hij een kopie van
de voorschriften inzake plichtenleer waarvan melding wordt gemaakt in
artikel 61 van het Sociaal Strafwetboek.

Omdat hij geen reactie krijgt op zijn aanvraag, dient de heer X bij mail
van 29 augustus 2012 een verzoek om advies in bij de Commissie voor de
toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling
openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd. Diezelfde dag
stuurt hij ook bij mail een verzoek tot heroverweging aan de FOD
WASO.

   2. De ontvankelijkheid van de aanvraag

De Commissie stelt vast dat de aanvrager heeft voldaan aan de wettelijke
vereiste van de gelijktijdigheid van het indienen van het verzoek tot
heroverweging aan de FOD WASO en het verzoek om advies aan de
Commissie.

De Commissie wenst erop te wijzen dat het advies slechts betrekking
heeft op bestuursdocumenten waarvan de aanvrager toegang heeft
gevraagd in zijn oorspronkelijk verzoek. De aanvrager kan zijn verzoek
om toegang immers niet uitbreiden via een verzoek tot heroverweging
en een verzoek om advies. De Commissie stelt vast dat wat betreft het
dossier dat werd opgemaakt naar aanleiding van een klacht, de aanvrager
geen toegang vraagt tot het dossier zelf, maar enkel een overzicht van de
stukken die in het dossier aanwezig zijn, wat hem moet toelaten de juiste
documenten op te vragen. Zijn beroep is dan ook niet ontvankelijk voor
zover de vraag betrekking heeft op de toegang tot de documenten die
zich in het dossier bevinden.

   3. De gegrondheid van de aanvraag

Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de
openbaarheid van bestuur gaan uit van de principiële openbaarheid van
alle bestuursdocumenten. De openbaarmaking van bestuursdocumenten
                                                                        3

kan slechts worden geweigerd voor zover één of meer
uitzonderingsgronden uit artikel 6 van de wet van 11 april 1994 kunnen
worden ingeroepen en het inroepen ervan in concreto en op pertinente
wijze wordt gemotiveerd. Is dit niet mogelijk, dan moeten de gevraagde
bestuursdocumenten openbaar worden gemaakt.

Opdat echter de wet van 11 april 1994 van toepassing zou zijn, is vereist
dat de gevraagde bestuursdocumenten bestaan. Voor zover geen
overzicht van de stukken in een afzonderlijk document voorhanden is, is
de wet van 11 april 1994 niet van toepassing.




Brussel, 10 september 2012.




   F. SCHRAM                                               J. LUST
   secretaris                                plaatsvervangend voorzitter