transparencia:cadas:abelfedcadapub:advies-2012-72:start
Table des matières
Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Advies 72
Met betrekking tot de toegang tot budgettaire ramingen
Date: 10/9/2012
- Copie locale: advies-2012-72.pdf
Transposition
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 10 september 2012 ADVIES 2012-72 met betrekking tot de toegang tot budgettaire ramingen (CTB/2012/66) 2 1. Een overzicht Bij mail van 10 augustus 2012 vraagt de heer X aan de RVA om een elektronisch afschrift van de budgettaire ramingen die door de RVA werden opgemaakt in het kader van het dossier tot verlenging van het ouderschapsverlof tot vier maanden. Bij mail van 14 augustus 2012 weigert de RVA om het gevraagde document openbaar te maken op grond van artikel 6, § 2, 3° van de wet van 11 april 1994. Omdat hij het niet eens is met dit standpunt, dient de heer X bij mail van 16 augustus 2012 een verzoek om advies in bij de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd. Diezelfde dag stuurt hij ook bij mail een verzoek tot heroverweging gedateerd op 14 augustus 2012 aan de RVA. 2. De ontvankelijkheid van de aanvraag De Commissie is van oordeel dat het verzoek om advies ontvankelijk is, omdat de aanvrager voldaan heeft aan de wettelijke vereiste van de gelijktijdigheid van het verzoek tot heroverweging en het verzoek om advies. 3. De gegrondheid van de aanvraag De Commissie wenst erop te wijzen dat artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 uitgaan van de principiële openbaarheid van alle bestuursdocumenten. De openbaarmaking kan slechts worden geweigerd wanneer één of meer uitzonderingsgrnden kunnen worden ingeroepen en dat inroepen in concreto en op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. De Commissie stelt in casu vast dat de RVA slechts de bepaling van de uitzonderingsgrond inroept zonder in concreto te motiveren waarom de ingeroepen uitzonderingsgrond van toepassing zou zijn. Op dat punt is de beslissing van de RVA onvoldoende gemotiveerd. Bovendien mag niet uit het oog worden verloren dat uitzonderingen op het fundamentele recht van de openbaarheid van bestuursdocumenten strikt moeten worden geïnterpreteerd. Dit betekent dat steeds moet 3 worden voldaan aan de voorwaarden die gelden om een uitzonderingsgrond in te roepen. Bovendien moet rekening worden gehouden met de draagwijdte die de wetgever met de uitzonderingsgrond op het oog had. Wat het eerste aspect betreft kan de uitzonderingsgrond maar worden ingeroepen wanneer de openbaarmaking afbreuk doet aan het geheim van de beraadslagingen van de federale Regering of van andere federale verantwoordelijke overheden. In dit verband moet in casu worden opgemerkt dat het beraadslagingsproces over de beslissing tot de verlenging van het ouderschapsverlof al is beëindigd. De beoordeling of een uitzonderingsgrond kan worden ingeroepen moet plaatsvinden op het moment van de aanvraag. Ook al kan een uitzonderingsgrond op een bepaald moment worden ingeroepen, dan verhindert dat niet dat op een ander moment een uitzonderingsgrond niet langer meer kan worden ingeroepen. Wat het tweede aspect betreft beoogt de uitzonderingsgrond van artikel 6, § 2, 3° van de wet van 11 april 1994 slechts de individuele standpunten en de argumentatie ervan van de verschillende leden aan een beraadslagingsproces te beschermen. De bedoeling van deze uitzonderingsgrond was niet dat de uitkomst van een beraadslaging en documenten die daartoe hebben geleid of ter ondersteuning hebben gediend op grond van deze uitzonderingsgrond, geheim zouden kunnen blijven. De Commissie stelt ook vast dat de aanvrager ten onrechte een uitspraak van de Raad van State inroept om zijn aanspraak op het gevraagde bestuursdocument te verantwoorden. Deze uitspraak luidt als volgt: “Een van de nuttige effecten van art. 32 van de G.W. en van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur is dat de personen die overwegen een rechtsvordering in te stellen, kennis kunnen nemen van hun dossier vooraleer de rechter te adiëren. Zij stellen aldus de vordering slechts in met kennis van zaken, welk effect niet zou kunnen worden bereikt indien de burgers enkel kennis zouden kunnen krijgen van het dossier door het in te zien ter griffie eens de procedure is ingeleid.” Uit deze uitspraak is enkel af te leiden dat artikel 32 van de Grondwet onder meer inhoudt dat iemand toegang moet kunnen hebben tot zijn eigen dossier vooraleer de rechter te adiëren, wat niet betekent 4 dat hij hieruit automatisch een recht zou kunnen afleiden om toegang te krijgen tot documenten die op derden betrekking hebben. Brussel, 10 september 2012. F. SCHRAM J. LUST secretaris plaatsvervangend voorzitter
transparencia/cadas/abelfedcadapub/advies-2012-72/start.txt · Dernière modification : 2020/09/28 23:41 de 127.0.0.1