transparencia:cadas:abelfedcadapub:advies-2011-318:start
Table des matières
Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Advies 318
Over de weigering om toegang te verlenen tot documenten met betrekking tot het Pukkelpopfestival in het bezit van de brandweer van Hasselt
Date: 14/11/2011
- Copie locale: advies-2011-318.pdf
Transposition
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 14 november 2011 ADVIES 2011-318 over de weigering om toegang te verlenen tot documenten met betrekking tot het Pukkelpopfestival in het bezit van de brandweer van Hasselt (CTB/2011/320) 2 1. Een overzicht Bij mail van 13 september 2011 vroeg de heer X aan de brandweer van Hasselt om een afschrift van volgende documenten: - de brandweerinterventieverslagen en andere documenten die zijn opgemaakt naar aanleiding van het noodweer op Pukkelpop 2011; - de plan(nen) die de Pukkelpoporganisatie moet indienen bij de brandweer en/of politie, met daarin de noodscenario’s. Omdat hij geen reactie ontvangt op zijn aanvraag, vraagt hij in een mail van 14 oktober 2011 aan de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd, om zich hierover in een advies uit te spreken. Bij mail van 14 oktober 2011 dient hij een verzoek tot heroverweging in bij de brandweer van Hasselt. 2. De ontvankelijkheid van de aanvraag De Commissie is van mening dat de aanvrager voldaan heeft aan de wettelijke vereiste van de gelijktijdigheid van het verzoek tot heroverweging aan de Brandweer van Hasselt en het verzoek om advies aan de Commissie. De Commissie is slechts bevoegd om zich uit te spreken voor zover de informatie in de gevraagde bestuursdocumenten niet als milieu- informatie kan worden gekwalificeerd. Het begrip milieu-informatie wordt door de wet van 5 augustus 2006 betreffende de toegang van het publiek tot milieu-informatie gedefinieerd als “elke informatie, ongeacht de drager en in welke materiële vorm ook, waarover een milieu-instantie beschikt, betreffende: a) de toestand van elementen van het milieu, zoals de atmosfeer, de lucht, de bodem, het land, het water, het landschap, de natuurgebieden, met inbegrip van vochtige biotopen, kust- en zeegebieden, de biologische diversiteit en haar componenten met inbegrip van de genetisch gemodificeerde organismen en de interactie tussen deze elementen; b) de toestand van de gezondheid en de veiligheid van de mens met inbegrip van de verontreiniging van de voedselketen, de levensomstandigheden van personen, voorzover zij worden of kunnen worden aangetast door de onder a) bedoelde elementen van het milieu 3 of, via deze elementen, door een van de factoren zoals bedoeld onder d) of door de maatregelen en activiteiten zoals bedoeld onder e) ; c) de toestand van waardevolle cultuurgebieden en bouwwerken, voorzover zij worden of kunnen worden aangetast door de onder a) bedoelde elementen van het milieu of, via deze elementen, door een van de factoren zoals bedoeld onder d) of door de maatregelen en activiteiten zoals bedoeld onder e) ; d) factoren, zoals stoffen, energie, geluid, straling of afval, met inbegrip van radioactief afval, emissies, lozingen en ander vrijkomen in het milieu van stoffen die de toestand van elementen van het milieu zoals bedoeld onder a) of de toestand van de gezondheid en de veiligheid van de mens zoals bedoeld onder b) aantasten of waarschijnlijk aantasten; e) maatregelen en activiteiten die uitwerking hebben of kunnen hebben op het onder a), b), c) of d) bedoelde elementen; f) maatregelen en activiteiten die tot doel hebben de toestand van elementen van het milieu zoals bedoeld onder a), de toestand van de gezondheid en de veiligheid van de mens zoals bedoeld onder b) of de waardevolle cultuurgebieden en bouwwerken zoals bedoeld onder c) in stand te houden, te beschermen, te herstellen, te ontwikkelen, en druk erop te voorkomen, in te perken of te compenseren; g) kosten-baten - en andere economische analyses en veronderstellingen die worden gebruikt in het kader van de onder e) en f) bedoelde maatregelen en activiteiten; h) verslagen over de toepassing van de milieuwetgeving.” (art. 3, 4° van de wet van 5 augustus 2006) Voor zover de aanvraag betrekking heeft op milieu-informatie is het verzoek om advies niet ontvankelijk. 3. De gegrondheid van de aanvraag Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 12 november 1997 betreffende de openbaarheid van bestuur in de provincies en gemeenten gaan uit van de principiële openbaarheid van alle bestuursdocumenten. In principe moet de aanvrager geen belang aantonen, tenzij voor de toegang tot documenten van persoonlijke aard. Een document van persoonlijke aard wordt door de wet van 12 november 1997 betreffende de openbaarheid van bestuur in provincies en gemeenten gedefinieerd als een “bestuursdocument dat een beoordeling of een waardeoordeel 4 bevat van een met naam genoemd of gemakkelijk identificeerbaar natuurlijk persoon of de beschrijving van een gedrag waarvan het ruchtbaar maken aan die persoon kennelijk nadeel kan berokkenen” (art. 2, tweede lid, 3° van de wet van 12 november 1997). De gemeentelijke administratieve overheid kan of moet de openbaarmaking weigeren wanneer zij één of meer uitzonderingsgronden van artikel 7 van de wet van 12 november 1997 en van artikel 6, §§ 1 en 2 van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur inroept en deze in concreto motiveert. Voor zover de stad Hasselt geen uitzonderingsgrond inroept, is ze ertoe gehouden de gevraagde bestuursdocumenten openbaar te maken. De Commissie wenst er op te wijzen dat zelfs indien één of meer uitzonderingsgronden wordt ingeroepen en in concreto gemotiveerd, alle informatie in een bestuursdocument die niet onder een uitzonderingsgrond valt, vooralsnog openbaar moet worden gemaakt. Brussel, 14 november 2011. F. SCHRAM J. BAERT secretaris voorzitter
transparencia/cadas/abelfedcadapub/advies-2011-318/start.txt · Dernière modification : 2020/09/28 23:41 de 127.0.0.1