Source au format .pdf

€P3
GEWESTELIJKE COMMISSIE VOOR DE TOEGANG TOT DE BESTUURSDOCUMENTEN VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK
GEWEST
Beslissing
Toepassing van artikel 20van de ordonnantie van 30 maart 1995 betreffende de
openbaarheid van bestuur.
Inzake: De heer Renaat Van Rompaey
Noordkriekenstraat 37 1180Ukkel
Tegen: Ministerie vaa het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Dienst Stedenbouw Voomitgangstraat 80, bus 1 1035 Brussel
Voorwery van het beroep:
Met verwijzing naar de artikelen 3, 2° b en c, en 9, § 2, van de ordonnantie van 18 maart 2004 inzake toegang tôt milieu-informatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd bij aangetekende brief gedateerd op 7 februari 2006 gericht aan de heer André Vital van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Dienst Stedenbouw, Vooruitgangstraat 80, bus 1 te 1035 Brussel, om mededeling op CD-ROM verzocht van de gevraagde informatie.
De gevraagde milieu-informatie wordt in bewuste brief gedetailleerd als zijnde de volgende documenten:
"Op grond van deze ordonnantie, vraag ik u om rmUeu-informatie over het GEN-project, in het bijzonder de volgende documenten:
1. De aanvragen voor stedenbouwkundig vergunning en voor bouwvergunning voor onderstaande werken in het kader van het GEN, met bijlagen.
2. De plannen met de huidige en de toekomstige situatie langs de lijnen betrokken bij het GEN.
3. De huidige exploitatiescenario's en die voorzien in 2012, zoals NMBS Exploitatie die opstelde ten behoeve van de milieueffectenstudies.
Gewestelijke Commissie voor de toegang tôt de bestuursdocumenten -13/06/2006
1
4. Miheueffectenstudie - GEN-project - Watermaal-Schuman-Josaphat lijn 161 en de tunnel.
5. Milieueffectenstudie - GEN-project - Uitbreiding tôt 4 sporen van lijn 161 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
6. Milieueffectenstudie (mei 2004) GEN-project - Uitbreiding tôt 4 sporen van lijn 124 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
7. Milieueffectenrapport - GEN-project - Aanleg van een 3 e en 4e spoor en verhogen van de snelheid op lijn 50 A op het grondgebied van de gemeente Anderlecht (Brussels Hoofdstedelijk Gewest).
8. De gewijzigde aanvragen en de geluids- en trillingskadasters overeenkomend met de gewijzigde aanvragen en overige studies over de GEN-projecten, zoals haalbaarheids-, landschaps- of alternatievenstudies.
9. De adviezen van de Schepencolleges en van de (^erlegcornrnissies en de verslagen van deze laatste, de verleende stedenbouwkundige attesten, beroepen en beslissingen op beroep, en de afgeleverde bouwvergunningen met bijlagen zoals de Bijzondere Milieuovereenkomsten."
Bij aangetekende brief gedateerd op 12 mei 2006, met poststempel van 15 mei 2006, gericht aan de Secretaris van de Gewestelijke Commissie voor de toegang tôt bestuursdocumenten wordt bij deze Commissie beroep ingesteld waarbij verzocht wordt het nodige te doen opdat er toegang tôt de gewenste informatie in het gewenste formaat zou worden verkregen.
Dit beroep wordt ingediend op grond van het stilzwijgen van de Dienst Stedehbouw van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op de aanvraag d.d. februari 2006. Dit stilzwijgen van meer dan drie maanden na de aanvraag wordt door de verzoeker beschouwd als een wrigering, waartegen er bij de Gewestelijke Commissie voor de toegang tôt de bestuursdocumenten beroep kan worden ingesteld.
Toepasseliike procédure.
In de aangetekende brief gedateerd op 7 februari 2006 wordt de toepassing gevraagd van de ordonnantie van 18 maart 2004 inzake toegang tôt milieu-informatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
De beslissing in beroep dient derhalve genomen te worden overeenkomstig artikel 20bis van de ordonnantie van 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur dat bepaalt:
"Art. 20bis. De Commissie spreekt zich uit over de beroepen die worden ingesteld krachtens artikel 15 van de ordonnantie van 18 maart 2004 inzake toegang tôt milieu-informatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest binnen een termijn van dertig dagen te tellen vanaf de eerste werkdag na ontvangst van het beroep bij aangetekende zending. Bij ontstentenis van een beslissing binnen de voorgeschreven termijn, wordt de toegang geacht te zijn geweigerd.
Wanneer de Commissie zich uitspreekt over beroepen als bedoeld in het eerste lid, telt ze minstens één lid van het Brussels Instituut voor MiHeubeheer.
De Commissie brengt haar met redenen omklede en gedagtekende beslissing met betrekking tôt het beroep binnen 15 dagen na de datum waarop de beshssing diende te worden genomen ter kennis van de bestuursoverheid en de aanvrager. Bij
Gewestelijke Commissie voor de toegang tôt de bestuursdocumenten -13/06/2006
2
ontstentenis van een kennisgeving binnen de voorgeschreven termijn, wordt de Commissie geacht het beroep te hebben verworpen"
Samenstettinz van de Commissie:
Gelet op het tweede lid van artikel 20bis van de ordonnantie van 30 maart 1995 moet de Commissie rninstens één lid van het Brussels Instituut voor Milieubeheer tellen.
Zoals blijkt uit de aanwezigheidslijst onderaan huidige beslissing is Mevrouw GORET voor het Brussels Instituut voor Milieubeheer aanwezig.
De Commissie stelt vast dat zij derhalve op een geldige manier is samengesteld. Nalevins van de termijnen:
Bij aangetekende brief gedateerd op 7 februari 2006 werd het verzoek tôt raadpleging toegestuurd. Bij aangetekende brief gedateerd op 12 mei 2006 werd het beroep ingesteld.
Artikel 15, Md 2, van de ordonnantie van 18 maart 2004 inzake toegang tôt milieu-informatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bepaalt dat het beroep bij aangetekende brief moet worden ingesteld binnen twee maanden na de beslissing tôt weigering van de overheidsinstantie of binnen twee maanden na het verstrijken van de in artikel 8 bedoelde termijnen.
De in artikel 8 bedoelde termijnen bedragen één maand of twee maanden voor zover binnen de eerste maand een verlenging met één maand en de redenen daarvoor ter kennis werden gesteld van de verzoeker. Deze termijnen zijn te rekenen vanaf het ogenblik dat het verzoek ontvangen werd.
Ten deze werd er door de overheidsinstantie geen toepassing gemaakt van artikel 8, § 2, van de ordonnantie van 18 maart 2004 die het voor de overheidsinstantie mogelijk maakt om de termijn waarbinnen de milieu-informatie ter beschikking van de verzoeker moet worden gesteld, te verlengen.
De overheidsinstantie beschikte dus over een termijn van één maand om de gevraagde informatie ter beschikking te stellen.
De aanvraag tôt raadpleging werd gedaan per aangetekende brief gedateerd op 7 februari 2006. De Commissie kan, gelet op het feit dat er door de aanvrager geen andersluidende elementen aangebracht worden, er geredelijk van uitgaan dat deze aangetekende brief aangeboden werd en aldus ontvangen werd op 8 februari 2006.
Met toepassing van artikel 54 van het Gerechtelijk Wetboek dat bepaalt "Een in maanden of in jaren bepaalde termijn wordt gerekend van de zoveelste tôt de dag vôôr de zoveelste", beschikte de overheidsinstantie aldus over een termijn tôt en met 7 maart 2006 om de gevraagde informatie ter beschikking te stellen.
Gewestelijke Commissie voor de toegang tôt de bestuursdocumenten -13/06/2006
3
Bij gébrek aan antwoord op 7 maart 2006 begon de termijn bepaald in artikel 15, lid 2, van de ordonnantie van 18 maart 2004 om beroep in te stellen bij de Gewestelijke Commissie voor de toegang tôt bestuursdocumenten, te lopen.
Rekening houdende met de termijn van twee maanden bepaald in het hierboven vermelde artikel liep de termijn om beroep aan te tekenen aldus tôt en met 7 mei 2006.
De Commissie stelt vast dat 7 mei 2006 op een zondag viel en dat er zodoende toepàssing dient te worden gemaakt van artikel 53, lid 2, van het Gerechtelijk Wetboek dat bepaalt dat "Is die dag [de vervaldag] echter een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, dan wordt de vervaldag verplaatst op de eerstvolgende werkdag.". Aldus mocht het beroep nog ingediend worden op maandag 8 mei 2006.
De Commissie stelt vast dat het beroep ingediend werd middels een aangetekende brief gedateerd op 12 mei 2006 en bij De Post aangéboden op 15 mei 2006.
De Commissie stelt derhalve vast dat de voorgeschreven termijnen ni et werden nageleefd en het beroep laattijdig is.
Beslissing:
Het beroep wordt verworpen.
Aldus beslist door de Gewestelijke Commissie voor de toegang tôt de bestuursdocumenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op de vergadering van 13 juni 2006 in aanwezigheid van: de heer M. Leroy, voorzitter, De heer M. Artiges, de heer F.,Gosselin, Mevrouw V. Goret, de heer G. Demeulemeester, Mevrouw K. Leus, leden, en Mevrouw V. Dhooghe, secretaris.
De Secretaris, De Voorzitter,
V, Dhooghe
Gewestelijke Commissie voor de toegang tôt de bestuursdocumenten -
13/06/2006
4