Cadas > Accès aux informations environnementales > Décisions
Date: 6/7/2015
Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie 6 juli 2015 BESLISSING nr. 2015-17 over de weigering om toegang te geven tot documenten m.b.t. een voorgestelde wijziging aan de wet van 5 augustus 2006 (FBC/2015/7) GREENPEACE/DELCREDERE 2 1. Een overzicht 1.1 Bij mail van 23 april 2015 vraagt de heer Jan Cappelle namens Greenpeace aan Delcredere om een kopie van volgende bestuursdocumenten: - Alle communicatie (mail, brief of andere) tussen het management van de Delcredere en de Raad van Bestuur van de Delcredere met betrekking tot een initiatief van de Delcredere tot wijziging van de Wet van 2006 betreffende de toegang van het publiek tot milieu-informatie (zie voorstel in bijlage), periode 1 augustus 2014 –23/4/2015; - Alle communicatie (mail, brief of andere) tussen het management van de Delcredere en elk van haar voogddijministers, inclusief beleidsmedewerkers en administratie, met betrekking tot een initiatief van de Delcredere tot wijziging van de Wet van 2006 betreffende de toegang van het publiek tot milieu-informatie (zie voorstel in bijlage), periode 1 augustus 2014 – 23/4/2015; - Alle communicatie (mail, brief of andere) tussen de Raad van Bestuur van de Delcredere en elk van de voogddijministers van de Delcredere, inclusief kabinetsmedewerkers en administratie, met betrekking tot een initiatief van de Delcredere tot wijziging van de Wet van 2006 betreffende de toegang van het publiek tot milieu-informatie (zie voorstel in bijlage), periode 1 augustus 2014 – 23/4/2015; - Alle communicatie (mail, brief of andere) tussen het management van de Delcredere en externen (ie academici, bedrijven, juristen) met betrekking tot een initiatief van de Delcredere tot wijziging van de Wet van 2006 betreffende de toegang van het publiek tot milieu-informatie (zie voorstel in bijlage), periode 1 augustus 2014 – 23/4/2015; - De verslagen van de Raad van Bestuur van de Delcredere, die het initiatief van de Delcredere tot wijziging van de Wet van 2006 betreffende de toegang van het publiek tot milieu-informatie (zie voorstel in bijlage) bespreken, periode 1 augustus 2014 – 23/4/2015. 1.2 Bij mail van 22 mei 2015 verwerpt Delcredere de aanvraag omdat ze de toepassing van de wet van 5 augustus 2006 betreffende de toegang van het publiek tot milieu-informatie betwist, omdat de aanvraag betrekking heeft op informele discussies die geenszins milieu-informatie betreffen in de zin van artikel 3, 4° van deze wet en omdat er geen andere documenten bestaan dan het document dat de aanvrager al in zijn bezit heeft. 3 1.3 Bij mail van 9 juni 2015 dient de heer Cappelle een beroep in bij de Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie, hierna Commissie genoemd. 2. De ontvankelijkheid van het beroep De Commissie is van oordeel dat het beroep ontvankelijk is. Artikel 35 van de wet van 5 augustus 2006 bepaalt dat de aanvrager beroep kan instellen bij de federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu- informatie tegen een beslissing van een milieu-instantie bedoeld in artikel 4, § 1, of na het verstrijken van de termijn waarbinnen de beslissing moest worden genomen, of in geval van weigering van uitvoering of een onwillige uitvoering van een beslissing of enige andere moeilijkheid die hij ondervindt bij de uitoefening van de rechten die deze wet toekent. Het beroep moet worden ingediend binnen een termijn van zestig dagen. Het beroep werd ingediend op 9 juni 2015 tegen de beslissing van 22 mei 2015 en is bijgevolg binnen de wettelijke termijn.. 3. De gegrondheid van het beroep 3.1 Het personeel toepassingsgebied De Commissie dient vooraf te bepalen of de gevraagde informatie onder het toepassingsgebied van de wet van 5 augustus 2006 valt, omdat dit uitdrukkelijk door de Nationale Delcrederedienst wordt betwist. De wet van 5 augustus 2006 is van toepassing op milieu-instanties bedoeld in artikel 3, 1°, a) en b), waarvan de organisatie en de werking worden geregeld door de federale overheid, alsook op milieu-instanties vermeld in artikel 3, 1°, c), die onder hun toezicht staan (art. 4, § 1 van de wet van 5 augustus 2006) en over milieu-informatie beschikken (artikel 18, § 1 van de wet). Het begrip milieu-instantie wordt door deze wet gedefinieerd als “a) een rechtspersoon of een orgaan opgericht bij of krachtens de Grondwet, een wet, een decreet of een regel bedoeld in artikel 134 van de Grondwet; 4 b) een natuurlijke of rechtspersoon die openbare bestuursfuncties uitoefent, met inbegrip van specifieke taken, activiteiten of diensten met betrekking tot leefmilieu; c) een natuurlijke of rechtspersoon die onder toezicht van een orgaan of persoon als bedoeld onder a) of b) belast is met openbare verantwoordelijkheden of functies of openbare diensten met betrekking tot het milieu verleent. Organen en instellingen met een gerechtelijke bevoegdheid vallen niet onder deze definitie, tenzij ze optreden in een andere functie dan de rechterlijke. De wetgevende vergaderingen en de daaraan verbonden instellingen vallen buiten deze definitie, behalve wanneer zij optreden in een administratieve functie.” De Nationale Delcrederedienst is een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid opgericht door de wet van 31 augustus 1939 op de Nationale Delcrederedienst (BS 4 oktober 1939) en valt bijgevolg onder 3, 1°, a van de wet van 5 augustus 2006. Het loutere feit dat het gaat om een rechtspersoon die bij wet is opgericht, is de enige voorwaarde op grond waarvan een rechtspersoon onder de wet wordt gebracht. In tegenstelling tot wat de Nationale Delcrederedienst beweert, valt ze wel degelijk onder het personeel toepassingsgebied van de wet. 3.2 Het materieel toepassingsgebied De wet van 5 augustus 2006 kent een recht van toegang tot milieu- informatie toe. Het begrip “milieu-informatie” wordt in artikel 3, 4° omschreven als: “elke informatie, ongeacht de drager en in welke materiële vorm ook, waarover een milieu-instantie beschikt, betreffende: a) de toestand van elementen van het milieu, zoals de atmosfeer, de lucht, de bodem, het land, het water, het landschap, de natuurgebieden, met inbegrip van vochtige biotopen, kust- en zeegebieden, de biologische diversiteit en haar componenten met inbegrip van de genetisch gemodificeerde organismen en de interactie tussen deze elementen; b) de toestand van de gezondheid en de veiligheid van de mens met inbegrip van de verontreiniging van de voedselketen, de levensomstandigheden van personen, voorzover zij worden of kunnen worden aangetast door de onder a) bedoelde elementen 5 van het milieu of, via deze elementen, door een van de factoren zoals bedoeld onder d) of door de maatregelen en activiteiten zoals bedoeld onder e) ; c) de toestand van waardevolle cultuurgebieden en bouwwerken, voorzover zij worden of kunnen worden aangetast door de onder a) bedoelde elementen van het milieu of, via deze elementen, door een van de factoren zoals bedoeld onder d) of door de maatregelen en activiteiten zoals bedoeld onder e) ; d) factoren, zoals stoffen, energie, geluid, straling of afval, met inbegrip van radioactief afval, emissies, lozingen en ander vrijkomen in het milieu van stoffen die de toestand van elementen van het milieu zoals bedoeld onder a) of de toestand van de gezondheid en de veiligheid van de mens zoals bedoeld onder b) aantasten of waarschijnlijk aantasten; e) maatregelen en activiteiten die uitwerking hebben of kunnen hebben op de onder a), b), c) of d) bedoelde elementen; f) maatregelen en activiteiten die tot doel hebben de toestand van elementen van het milieu zoals bedoeld onder a), de toestand van de gezondheid en de veiligheid van de mens zoals bedoeld onder b) of de waardevolle cultuurgebieden en bouwwerken zoals bedoeld onder c) in stand te houden, te beschermen, te herstellen, te ontwikkelen, en druk erop te voorkomen, in te perken of te compenseren; g) kosten-baten- en andere economische analyses en veronderstellingen die worden gebruikt in het kader van de onder e) en f) bedoelde maatregelen en activiteiten; h) verslagen over de toepassing van de milieuwetgeving”. De Commissie stelt vast dat initiatieven die betrekking hebben op aanpassingen van de wet van 5 augustus 2006 op zich niet kunnen worden beschouwd als milieu-informatie. 6 3.3 Besluit Ook al is het beroep ingediend in overeenstemming met de wet van 5 augustus 2006 en bijgevolg ontvankelijk, toch is het niet gegrond, omdat de gevraagde informatie niet als milieu-informatie in de zin van de wet van 5 augustus 2006 kan worden beschouwd. Brussel, 6 juli 2015 De Commissie was als volgt samengesteld: Martine Baguet, voorzitster Frankie Schram, secretaris en lid Claudia Hildebrand, plaatsvervangend lid F. SCHRAM M. BAGUET secretaris voorzitster