Cadas > Accès aux informations environnementales > Décisions
Date: 25/11/2014
Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie 25 november 2014 BESLISSING nr. 2014-28 over de weigering om toegang te geven tot bepaalde informatie in een register (FBC/2014/22) GREENPEACE/FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU 2 1. Een overzicht 1.1 Bij mail van 17 september 2014 vraagt de heer X, namens Greenpeace aan de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu naast een aantal vragen een kopie van het controleregister en de rapporten over de uitgevoerde controles op grond van artikel 8 RBUE). 1.2 Bij mail van 10 oktober 2014 meldt de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu met betrekking tot de toegang tot de gevraagde documenten het volgende: - met betrekking tot de toegang tot het controleregister: “Nous ne pouvons pas vous communiquer les informations sur les lots contrôlés non plus, car nous considérons que l’exception tirée de l’article 27 §1 7° de la loi susmentionnée s’applique également aux lots contrôlés. En effet, ces informations sont relatives à la nature et à l’origine de l’approvisionnement des entreprises et les rendre publiques affecterait leurs positions concurrentielles.” - met betrekking tot de toegang tot de rapporten over de uitgevoerde controles: “L’article 8 du RBUE réfère aux organisations de controle, qui ne sont pas encore actives (tel que décret dans cet article) en Belgique. Nous ne disposons donc pas de rapport de controle au sens de l’article 8, § 4 du RBUE.” 1.4 Omdat hij het niet eens is met dit standpunt, dient de heer X bij mail van 30 oktober 2014 een beroep in bij de Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie met betrekking tot de toegang tot het register van de uitgevoerde controles. 1.5 Bij mail van 4 november 2014 verzoekt het secretariaat van de Commissie dat de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu het betrokken register aan de Commissie zou verstrekken eventueel samen met een nota waarin het standpunt van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu wordt toegelicht. 1.4 In de reactie van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu blijkt dat de toegang tot het register gedeeltelijk werd geweigerd: de aard en de resultaten van de controles 3 werden openbaar gemaakt, maar niet de namen van de bedrijven en de gecontroleerde loten. 1.5 Bij mail van 6 november 2014 ontvangt de Commissie een kopie van het betrokken register en daarbij volgende toelichting: “Nous avons communiqué les données mentionnées dans l’article précédent et ne souhaitons pas aller plus loin. Notre raisonnement est que si un contrôle est non-conforme pour une entreprise donnée, cela ne doit pas être rendu public car cela pourrait nuire à sa position commerciale. Cela pourrait être utilisé par un concurrent dans le but de nuire à la réputation, alors que ce résultat peut faire l’objet d’un recours et d’une décision de justice. Cette décision de justice pourrait être rendue public. De manière générale, je ne connais pas un service public d’inspection qui publie de manière nominative les résultats de ses contrôles. Pour les lots contrôlés, il s’agit de ne pas publier qui achète quoi et où. Il me semble que ce sont typiquement des infos commerciales. » 2. De ontvankelijkheid van het beroep De Commissie is van oordeel dat het beroep ontvankelijk is. Artikel 35 van de wet van 5 augustus 2006 bepaalt dat de aanvrager een beroep kan instellen bij de federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu- informatie tegen een beslissing van een milieu-instantie bedoeld in artikel 4, § 1, of na het verstrijken van de termijn waarbinnen de beslissing moest worden genomen, of in geval van weigering van uitvoering of een onwillige uitvoering van een beslissing of enige andere moeilijkheid die hij ondervindt bij de uitoefening van de rechten die deze wet toekent. Het beroep moet worden ingediend binnen een termijn van zestig dagen. Bij afwezigheid van de vermelding van de beroepstermijn neemt deze geen aanvang. Het beroep werd ingediend op 30 oktober 2014 tegen een beslissing genomen op 10 oktober 2014. Bijgevolg werd het beroep binnen de wettelijk bepaalde termijn ingediend. 4 3. De ontvankelijkheid van het beroep 3.1 De toepasselijkheid van de wet van 5 augustus 2006 betreffende de toegang van het publiek tot milieu-informatie Om na te gaan of de wet van 5 augustus 2006 van toepassing is, gaat de Commissie na of de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu een milieu-instantie is in de zin van deze wet en of de gevraagde informatie kan beschouwd worden als milieu- informatie. 3.1.1 Het personeel toepassingsgebied De wet van 5 augustus 2006 is van toepassing op milieu-instanties bedoeld in artikel 3, 1°, a) en b), waarvan de organisatie en de werking worden geregeld door de federale overheid, alsook op milieu-instanties vermeld in artikel 3, 1°, c), die onder hun toezicht staan (art. 4, § 1 van de wet van 5 augustus 2006) en over milieu-informatie beschikken (artikel 18, § 1 van de wet). Het begrip milieu-instantie wordt door deze wet gedefinieerd als “a) een rechtspersoon of een orgaan opgericht bij of krachtens de Grondwet, een wet, een decreet of een regel bedoeld in artikel 134 van de Grondwet; b) een natuurlijke of rechtspersoon die openbare bestuursfuncties uitoefent, met inbegrip van specifieke taken, activiteiten of diensten met betrekking tot leefmilieu; c) een natuurlijke of rechtspersoon die onder toezicht van een orgaan of persoon als bedoeld onder a) of b) belast is met openbare verantwoordelijkheden of functies of openbare diensten met betrekking tot het milieu verleent. Organen en instellingen met een gerechtelijke bevoegdheid vallen niet onder deze definitie, tenzij ze optreden in een andere functie dan de rechterlijke. De wetgevende vergaderingen en de daaraan verbonden instellingen vallen buiten deze definitie, behalve wanneer zij optreden in een administratieve functie.” De FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu valt onder de categorie vermeld in artikel 3, 1°, a) (zie Parl. St. Kamer, 2005 – 2006, 51 2511/001, 12 – 13). Het beroep is bijgevolg 5 gericht tegen een milieu-instantie in de zin van de wet van 5 augustus 2006. 3.1.2 Het materieel toepassingsgebied De wet van 5 augustus 2006 kent een recht van toegang tot milieu- informatie toe. Het begrip “milieu-informatie” wordt in artikel 3, 4° omschreven als: “elke informatie, ongeacht de drager en in welke materiële vorm ook, waarover een milieu-instantie beschikt, betreffende: a) de toestand van elementen van het milieu, zoals de atmosfeer, de lucht, de bodem, het land, het water, het landschap, de natuurgebieden, met inbegrip van vochtige biotopen, kust- en zeegebieden, de biologische diversiteit en haar componenten met inbegrip van de genetisch gemodificeerde organismen en de interactie tussen deze elementen; b) de toestand van de gezondheid en de veiligheid van de mens met inbegrip van de verontreiniging van de voedselketen, de levensomstandigheden van personen, voorzover zij worden of kunnen worden aangetast door de onder a) bedoelde elementen van het milieu of, via deze elementen, door een van de factoren zoals bedoeld onder d) of door de maatregelen en activiteiten zoals bedoeld onder e) ; c) de toestand van waardevolle cultuurgebieden en bouwwerken, voorzover zij worden of kunnen worden aangetast door de onder a) bedoelde elementen van het milieu of, via deze elementen, door een van de factoren zoals bedoeld onder d) of door de maatregelen en activiteiten zoals bedoeld onder e) ; d) factoren, zoals stoffen, energie, geluid, straling of afval, met inbegrip van radioactief afval, emissies, lozingen en ander vrijkomen in het milieu van stoffen die de toestand van elementen van het milieu zoals bedoeld onder a) of de toestand van de gezondheid en de veiligheid van de mens zoals bedoeld onder b) aantasten of waarschijnlijk aantasten; e) maatregelen en activiteiten die uitwerking hebben of kunnen hebben op de onder a), b), c) of d) bedoelde elementen; f) maatregelen en activiteiten die tot doel hebben de toestand van elementen van het milieu zoals bedoeld onder a), de 6 toestand van de gezondheid en de veiligheid van de mens zoals bedoeld onder b) of de waardevolle cultuurgebieden en bouwwerken zoals bedoeld onder c) in stand te houden, te beschermen, te herstellen, te ontwikkelen, en druk erop te voorkomen, in te perken of te compenseren; g) kosten-baten- en andere economische analyses en veronderstellingen die worden gebruikt in het kader van de onder e) en f) bedoelde maatregelen en activiteiten; h) verslagen over de toepassing van de milieuwetgeving”. De Commissie wil erop wijzen dat het begrip milieu-informatie een heel ruime invulling heeft. Het feit dat in de definitie een veelheid aan exemplarische opsommingen voorkomt duidt erop dat aan het begrip geen enge invulling mag worden gegeven. Het voorwerp van het beroep is beperkt tot het verkrijgen van een kopie van het register dat op grond van artikel 11 van Verordening nr. 995/2010 van 20 oktober 2010 tot vaststelling van de verplichtingen van marktdeelnemers die hout en houtproducten op de markt brengen moet worden opgesteld. Artikel 11.2 van deze Verordening bepaalt dat de gegevens in het register toegankelijk worden gemaakt overeenkomstig Richtlijn 2003/4/EG, richtlijn die op federaal niveau is omgezet in de wet van 5 augustus 2006. 3.2 Het onderzoek van de eventuele inroepbaarheid van uitzonderingsgronden De Commissie stelt vast dat de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu alle informatie uit het register heeft openbaar gemaakt met uitzondering van de namen van de betrokken firma’s en het lot op grond van artikel 27, § 1, 7° van de wet van 5 augustus 2006. Artikel 27, § 1, 7° van deze wet houdt in dat een milieu- instantie de aanvraag om toegang tot milieu-informatie moet afwijzen als het publiek belang van de openbaarmaking niet opweegt tegen de bescherming van het vertrouwelijk karakter van commerciële en industriële informatie, wanneer deze informatie wordt beschermd om een gelegitimeerd economisch belang te vrijwaren, tenzij degene van wie de informatie afkomstig is met de openbaarmaking instemt. 7 Het is duidelijk dat onder deze uitzonderingsgrond niet elke vorm van commerciële en industriële informatie beschermd wordt, maar enkel commerciële en industriële informatie die een vertrouwelijk karakter vertoont. Bovendien moet deze informatie worden beschermd om een gelegitimeerd economisch belang te vrijwaren. De Commissie ziet niet in hoe de openbaarmaking van de naam van een operator en van het gecontroleerde lot op zich als vertrouwelijke commerciële en industriële informatie kan worden aangemerkt. Het is bovendien moeilijk in te zien op welke wijze de openbaarmaking van deze informatie schade zou kunnen aanbrengen aan de door deze uitzonderingsgrond beschermde commerciële en industriële belangen. Zelfs als dit al het geval zou zijn, dan moet nog steeds een belangenafweging plaatsvinden. Volgens de Commissie is er in elk geval een voldoende maatschappelijk belang aanwezig met betrekking tot illegale houtkap van beschermde houtsoorten. 3.3 Besluit De Commissie is van mening dat de gevraagde informatie als milieu- informatie in de zin van de wet van 5 augustus 2006 moet worden gekwalificeerd. Ze oordeelt dat er geen uitzonderingsgrond kan worden ingeroepen om de naam van de operator en om de gecontroleerde loten niet openbaar te maken. De FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu is ertoe gehouden binnen de door de wet van 5 augustus 2006 bepaalde termijn om uitvoering te geven aan deze beslissing. Brussel, 25 november 2014 De Commissie was als volgt samengesteld: Martine Baguet, voorzitster Frankie Schram, secretaris en lid Steven Vandenborre, lid F. SCHRAM M. BAGUET secretaris voorzitster