Table des matières

Cadas > Accès aux informations environnementales > Décisions

Beslissing FBC 2

Over de weigering om toegang te geven tot documenten m.b.t. een inplanting van een gevangenis

Date: 11/2/2013

Transposition

  Federale Beroepscommissie voor de
    toegang tot milieu-informatie




                   11 februari 2013




              BESLISSING nr. 2013-2

    over de weigering om toegang te geven tot
documenten m.b.t. een inplanting van een gevangenis

                    (FBC/2012/9)

         VERHAEGHE/REGIE DER GEBOUWEN (2)
                                                                        2

   1. Een overzicht

Bij mail van 24 oktober 2012 vraagt de heer X aan de Regie der
Gebouwen om toegang tot volgende documenten:
    - de uitnodiging voor de vergadering van 26 maart 2009
      georganiseerd door de Regie der Gebouwen over een nieuwe
      gevangenis in Puurs toegezonden aan het Agentschap Wegen en
      Verkeer Antwerpen;
    - het verslag van de vergadering(en) van 26 maart 2009 (incl. alle
      bijlagen) georganiseerd door de Regie der Gebouwen over een
      nieuwe gevangenis in Puurs;
    - de begeleidende brief waarbij het verslag van de vergadering van
      26 maart 2009 georganiseerd door de Regie der Gebouwen over
      een nieuwe gevangenis in Puurs werd toegezonden aan het
      Agentschap Wegen en Verkeer Antwerpen.

Op 24 oktober 2012 ontvangt hij van de Regie der Gebouwen een
leesbevestiging.

Op 22 november 2012 weigert de Regie der Gebouwen de toegang tot de
gevraagde documenten om volgende redenen:
   - Wat de uitnodiging voor de vergadering van 26 maart 2009
       betreft, beschikt de Regie der Gebouwen niet meer over een
       officiële uitnodiging. Evenmin kan ze de aanvraag doorverwijzen
       naar een andere milieu-instantie die over het gevraagde
       document zou beschikken.
   - De overige documenten moeten worden beschouwd als zijnde
       milieu-informatie in de zin van artikel 3, 4° a) en b) van de wet
       van 5 augustus 2006 betreffende de toegang tot milieu-informatie.
       Op grond van artikel 27, § 1, 6° van de wet van 5 augustus 2005
       wordt de toegang tot deze documenten geweigerd vermits er een
       aantal procedures aanhangig zijn gericht tegen de bouw van een
       gevangenis in Beveren. De openbaarheid van de gevraagde
       documenten zou de rechtspleging in deze rechtsgedingen in het
       gedrang brengen evenals het recht op een eerlijk proces van de bij
       deze procedures betrokken partijen. Dit zou een shending
       uitmaken van het recht op een eerlijk proces in het algemeen en
       het nemo tenetur-beginsel in het bijzonder. De Regie der
       Gebouwen kan evenmin informatie vrijgeven die een risico zou
       kunnen opleveren voor een schending van het fundamenteel
                                                                         3

       recht op een eerlijk proces van de overige bij de zaak betrokken
       partijen, zoals de nv Poort van Beveren. Het publiek belang bij de
       openbaarmaking van de gevraagde milieu-informatie weegt niet
       op tegen het risico dat deze openbaarmaking oplevert voor de
       fundamentele rechten en belangen van de verschillende bij de
       rechtsgedingen betrokken partijen. Aldus wijst de Regie der
       Gebouwen het verzoek ook af op grond van artikel 27; § 1, 1° van
       de wet van 5 augustus 2006.

Tegen deze beslissing stelt de heer X via mail op 10 december 2012 een
beroep in bij de Federale Beroepscommissie, hierna Commissie genoemd.
Hij voert aan dat hij niet de toegang heeft gevraagd tot documenten van
de gevangenis in Beveren, maar documenten die op de gevangenis in
Puurs betrekking hebben en hij niet inziet wat het verband tussen beide
is. Bovendien betwist hij dat als een gerechtelijke procedure plaatsvindt,
de toegang tot de bestuursdocumenten onmogelijk zou zijn.

Bij mail van 17 december 2012 vraagt het secretariaat dat de Regie der
Gebouwen de Commissie de gevraagde documenten zou verstrekken.

Bij mail van 10 januari 2013 laat de heer Jan Bouckaert, raadsman van de
Regie der Gebouwen de Commissie weten dat “Gelet op de
eindejaarsactiviteiten het voor cliënte immers niet mogelijk bleek om
hier onmiddellijk op te reageren.”

Bij brief van 28 januari 2013, ontvangen op 31 januari 2013, bezorgt de
heer Jan Bouckaert namens de Regie der Gebouwen de Commissie het
enige beschikbare document en een argumentatie waarom de toegang
moet worden geweigerd. Deze argumentatie kan als volgt worden
samengevat:

   1. De Regie der Gebouwen beschikt niet over de uitnodiging van de
      vergadering van 26 maart 2009, noch over een begeleide brief
      waarbij het verslag van de vergadering van 26 maart 2009
      georganiseerd door de Regie der gebouwen over een nieuwe
      gevangenis in Puurs werd toegezonden aan het agentschap
      Wegen en Verkeer Antwerpen.
   2. Wat het verslag van de vergadering van 26 maart 2009
      georganiseerd door de Regie der Gebouwen over een nieuwe
      gevangenis in Puurs betreft, wordt opgemerkt dat de heer
                                                                        4

       Verhaeghe voor de beweging StRaten-generaal en de vzw
       Straatego    optreedt     die   een    procedure      tegen    de
       stedenbouwkundige- en milieuvergunning voor de gevangenis te
       Melsele, Beveren, een procedure tegen het gewestelijk ruimtelijk
       uitvoeringsplan         “Gevangenis         Beveren”,         een
       milieustakingsvordering en een klacht bij de Europese Commissie
       hebben ingediend, waarin de Regie der Gebouwen als
       opdrachtgever van de werken is tussengekomen ter
       ondersteuning van de wettigheid van de respectieve beslissingen.
       De gevraagde documenten hebben op die procedures betrekking.
       Artikel 27, § 1, 5° van de wet van 5 augustus 2006 moet worden
       ingeroepen vermits deze procedures nog hangende zijn, zodat
       wordt verhinderd dat de openbaarmaking van de door de heer
       Verhaeghe gevorderde documenten de rechtspleging in deze
       rechtsgedingen en het recht op een eerlijk proces van de bij deze
       procedures betrokken partijen in het gedrang brengt. Dit zou een
       schending uitmaken van het recht op een eerlijk proces in het
       algemeen en het nemo tenetur-beginsel in het bijzonder. Dit
       geldt niet enkel voor de Regie, maar ook voor de overige bij de
       zaak betrokken partijen, zoals de nv Poort van Beveren. Het
       publiek belang bij de openbaarmaking van de door de heer
       Verhaeghe gevorderde milieu-informatie weegt niet op tegen het
       risico dat deze openbaarmaking oplevert voor de fundamentele
       rechten en belangen van de verschillende bij de rechtsgedingen
       betrokken partijen.

   2. De ontvankelijkheid van de aanvraag

De Commissie is van oordeel dat het beroep ontvankelijk is. Artikel 35
van de wet van 5 augustus 2006 bepaalt dat de aanvrager beroep kan
instellen bij de Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-
informatie tegen een beslissing van een milieu-instantie bedoeld in
artikel 4, § 1, of na het verstrijken van de termijn waarbinnen de
beslissing moest worden genomen, of in geval van weigering van
uitvoering of een onwillige uitvoering van een beslissing of enige andere
moeilijkheid die hij ondervindt bij de uitoefening van de rechten die
deze wet toekent. Het beroep moet worden ingediend binnen een
termijn van zestig dagen. Het beroep werd ingediend op 10 december
2012 tegen een beslissing van 22 november 2012 en dus binnen de
wettelijk bepaalde termijn.
                                                                           5



   3. De gegrondheid van de aanvraag

   3.1 De toepasselijkheid van de wet van 5 augustus 2006

De Commissie dient vooraf te bepalen of de gevraagde informatie onder
het toepassingsgebied van de wet van 5 augustus 2006 valt. De wet van 5
augustus 2006 is van toepassing op milieu-instanties bedoeld in artikel 3,
1°, a) en b), waarvan de organisatie en de werking worden geregeld door
de federale overheid, alsook op milieu-instanties vermeld in artikel 3, 1°,
c), die onder hun toezicht staan (art. 4, § 1 van de wet van 5 augustus
2006) en over milieu-informatie beschikken (artikel 18, § 1 van de wet).

Artikel 4, § 1 van de wet van 5 augustus 2006 betreffende de toegang van
het publiek tot milieu-informatie bepaalt dat ze van toepassing is op
milieu-instanties bedoeld in artikel 3, 1°, a) en b), waarvan de organisatie
en de werking worden geregeld door de federale overheid, evenals op
milieu-instanties vermeld in artikel 3, 1°, c), die onder hun toezicht
staan. Het begrip milieu-instantie wordt door deze wet gedefinieerd als
“a) een rechtspersoon of een orgaan opgericht bij of krachtens de
Grondwet, een wet, een decreet of een regel bedoeld in artikel 134 van
de Grondwet;
b) een natuurlijke of rechtspersoon die openbare bestuursfuncties
uitoefent, met inbegrip van specifieke taken, activiteiten of diensten met
betrekking tot leefmilieu;
c) een natuurlijke of rechtspersoon die onder toezicht van een orgaan of
persoon als bedoeld onder a) of b) belast is met openbare
verantwoordelijkheden of functies of openbare diensten met betrekking
tot het milieu verleent.
Organen en instellingen met een gerechtelijke bevoegdheid vallen niet
onder deze definitie, tenzij ze optreden in een andere functie dan de
rechterlijke. De wetgevende vergaderingen en de daaraan verbonden
instellingen vallen buiten deze definitie, behalve wanneer zij optreden in
een administratieve functie.”
De Regie der Gebouwen valt onder deze categorie (zie Parl. St. Kamer,
2005 – 2006, 51 2511/001, 12 – 13). Het beroep is bijgevolg gericht tegen
een milieu-instantie in de zin van de wet van 5 augustus 2006. Dit aspect
wordt trouwens niet betwist.
                                                                          6

De wet van 5 augustus 2006 kent een recht van toegang tot milieu-
informatie toe. Het begrip “milieu-informatie” wordt in artikel 3, 4°
omschreven als:

        “elke informatie, ongeacht de drager en in welke materiële
        vorm ook, waarover een milieu-instantie beschikt, betreffende:
        a) de toestand van elementen van het milieu, zoals de atmosfeer,
        de lucht, de bodem, het land, het water, het landschap, de
        natuurgebieden, met inbegrip van vochtige biotopen, kust- en
        zeegebieden, de biologische diversiteit en haar componenten
        met inbegrip van de genetisch gemodificeerde organismen en de
        interactie tussen deze elementen;
        b) de toestand van de gezondheid en de veiligheid van de mens
        met inbegrip van de verontreiniging van de voedselketen, de
        levensomstandigheden van personen, voorzover zij worden of
        kunnen worden aangetast door de onder a) bedoelde elementen
        van het milieu of, via deze elementen, door een van de factoren
        zoals bedoeld onder d) of door de maatregelen en activiteiten
        zoals bedoeld onder e) ;
        c) de toestand van waardevolle cultuurgebieden en
        bouwwerken, voorzover zij worden of kunnen worden
        aangetast door de onder a) bedoelde elementen van het milieu
        of, via deze elementen, door een van de factoren zoals bedoeld
        onder d) of door de maatregelen en activiteiten zoals bedoeld
        onder e) ;
        d) factoren, zoals stoffen, energie, geluid, straling of afval, met
        inbegrip van radioactief afval, emissies, lozingen en ander
        vrijkomen in het milieu van stoffen die de toestand van
        elementen van het milieu zoals bedoeld onder a) of de toestand
        van de gezondheid en de veiligheid van de mens zoals bedoeld
        onder b) aantasten of waarschijnlijk aantasten;
        e) maatregelen en activiteiten die uitwerking hebben of kunnen
        hebben op de onder a), b), c) of d) bedoelde elementen;
        f) maatregelen en activiteiten die tot doel hebben de toestand
        van elementen van het milieu zoals bedoeld onder a), de
        toestand van de gezondheid en de veiligheid van de mens zoals
        bedoeld onder b) of de waardevolle cultuurgebieden en
        bouwwerken zoals bedoeld onder c) in stand te houden, te
        beschermen, te herstellen, te ontwikkelen, en druk erop te
        voorkomen, in te perken of te compenseren;
                                                                        7

        g) kosten-baten- en andere economische analyses en
        veronderstellingen die worden gebruikt in het kader van de
        onder e) en f) bedoelde maatregelen en activiteiten;
        h) verslagen over de toepassing van de milieuwetgeving”.

De Commissie wil erop wijzen dat het begrip milieu-informatie een heel
ruime invulling heeft. Het feit dat in de definitie een veelheid aan
exemplarische opsommingen voorkomt duidt erop dat aan het begrip
geen enge invulling mag worden gegeven. Niettemin is de Commissie
van oordeel dat het verslag van de vergadering van 26 maart 2009 niet als
milieu-informatie kan worden beschouwd en dat bijgevolg de
openbaarmaking van dit document op grond van de wet van 11 april
1994 moet worden beoordeeld. Het document bevat immers slechts heel
beperkte informatie over:
   -     de mogelijkheden om een toegang tot de te bouwen gevangenis
       te creëren;
   -     de tijdspanne waarbinnen de werken zullen worden uitgevoerd;
   -     het feit dat er al een MER-onderzoek heeft plaatsgevonden
   -     de doorgang door een gipsstort voor de aanleg van de nieuwe
       wegen
   -     de melding dat de inplanting van het complex op het terrein
       binnen de geldende normen van de Wegen valt;
   -     de melding dat er een afwijking dient te worden aangevraagd
       voor het plaatsen van de omheiningsdraad en hiervoor dient het
       advies van de dienst “Mobiliteit” te worden ingewonnen.

De Commissie vindt het verder op zijn minst vreemd dat de Regie der
Gebouwen niet langer beschikt over de uitnodiging van de vergadering
van 26 maart 2009 georganiseerd door de Regie der Gebouwen over een
nieuwe gevangenis in Puurs toegezonden aan Wegen en Verkeer
Antwerpen en over de begeleidende brief, waarbij het verslag van de
vergadering van 26 maart 2009 georganiseerd door de Regie der
Gebouwen over een nieuwe gevangenis in Puurs werd toegezonden aan
het agentschap Wegen en Verkeer Antwerpen. De Commissie wenst er
de Regie wel op te wijzen dat beide documenten slechts rechtsgeldig
vernietigd konden worden op grond van artikel 5 van de Archiefwet van
1955. Als deze documenten niet meer bestaan, zijn noch de wet van 11
april 1994 noch de wet van 5 augustus 2006 van toepassing, aangezien
beide wetten slechts van toepassing zijn op bestaande documenten.
                                                                      8

   3.2 Besluit

De Commissie is van mening dat het beroep niet gegrond is, omdat de
wet van 5 augustus 2006 niet van toepassing is op het enige beschikbare
document, namelijk het verslag van de vergadering van 26 maart 2009
georganiseerd door de Regie der Gebouwen over een nieuwe gevangenis
in Puurs.


Brussel, 11 februari 2013.


De Commissie was als volgt samengesteld:

Martine Baguet, voorzitster
Frankie Schram, secretaris en lid
Claire Piens, lid
Geert Raeymaekers, lid




   F. SCHRAM                                            M. BAGUET
   secretaris                                           voorzitster