Outils pour utilisateurs

Outils du site


transparencia:cadas:abelfedcadaenv:beslissing-fbc-2019-04:start

Cadas > Accès aux informations environnementales > Décisions

Beslissing FBC 4

Over de weigering om inzage te verlenen in de resultaten van recente resultaten van een luchtdichtheidstest in de nucleaire centrale van Tihange 2

Transposition

  Federale Beroepscommissie voor de
    toegang tot milieu-informatie




                        21 oktober 2019




                 BESLISSING nr. 2019-4

over de weigering om inzage te verlenen in de resultaten van
recente resultaten van een luchtdichtheidstest in de nucleaire
                    centrale van Tihange 2

                        (FBC/2019/03)

                       TUBBAX/FANC
                                                                             2

   1. Een overzicht

1.1. Bij brief van 11 juni 2019 vraagt de heer X aan het FANC om
inzage in de resultaten van een luchtdichtheidstest in de nucleaire
centrale van Tihange 2 (datum van de test, conceptie ongevalsdruk in het
reactorgebouw, testdruk, lekdebiet/dag) voor zover die gebeurd is nadat
de centrale één jaar stil lag en terug werd opgestart in juni 2019.

1.2. Bij brief van 18 juni 2019 herhaalt de aanvrager zijn verzoek in het
Frans: “Nous vous demandons par conséquent de nous communiquer la
date et les résultats de cet essai : date de l’essai, la pression accidentelle
dans le bâtiment du réacteur à sa conception (DBA), pression d’essai, taux
de fuite/jour.”

1.3. Bij e-mail van 20 juni 2018 antwoordt de directeur-generaal van
het FANC als volgt: “Uw aanvraag heeft betrekking op gegevens die het
voorwerp uitmaken van een hangende rechtszaak waar u optreedt als
eisende partij. Ik ben van mening dat de vrijgave van deze gegevens
buiten de procedure de rechtspleging voor de rechtbank van eerste
aanleg te Brussel zal ondermijnen en een afbreuk zal doen aan het belang
van een eerlijk proces (artikel 27, § 1, 5° van de wet van 5 augustus 2006
betreffende de toegang van het publiek tot milieu-informatie).”

1.4. Bij aangetekende brief van 20 augustus 2019 dient de raadsvrouw
van de aanvrager een beroep in bij de Federale Beroepscommissie voor
de toegang tot milieu-informatie, hierna Commissie genoemd. De
Commissie ontvangt de brief op 26 augustus 2019.

1.5. Bij e-mail van 26 augustus 2019 vraagt het secretariaat van de
Commissie aan het FANC om haar de informatie te bezorgen en wordt
het FANC de mogelijkheid geboden zijn standpunt te verantwoorden
tegen 15 september 2019.

1.6. Bij e-mail van 28 augustus 2019 bezorgt het FANC aan de
Commissie de mails en de brief die werden verstuurd aan de heer
Tubbax. Er wordt toegelicht dat de vraag van de heer X (en anderen die
gelijktijdig met de heer X dezelfde vraag hebben gesteld aan het FANC)
is gelinkt aan een procedure aanhangig bij de rechtbank van eerste
aanleg, waarin de heer X optreedt als eisende partij. Het FANC is van
mening dat de vrijgave van deze gegevens buiten de procedure de
                                                                         3

rechtspleging voor de rechtbank van eerste aanleg te Brussel kan
ondermijnen en afbreuk zal doen aan het belang van een eerlijk proces
(artikel 27, § 1, 5° van de wet van 5 augustus 2006 betreffende de toegang
van het publiek tot milieu-informatie).

1.7. Bij e-mail van 28 augustus 2019 meldt het FANC dat er eigenlijk
geen test werden uitgevoerd zoals bedoeld door de heer X. De laatste test
vond plaats in juni 2015. Aangezien de laatste test minder dan 10 jaar
geleden plaats vond, de resultaten positief waren en er ondertussen geen
werkzaamheden aan het reactorgebouw meer plaats vonden, was een
nieuwe globale lekdichtheidstest tijdens de laatste stilstand van Tihange
2 in 2018-2019 dan ook niet vereist.

1.8. Op 6 september 2019 vindt nog een telefonisch contact plaats
tussen het secretariaat van de Commissie en het FANC waarbij nogmaals
bevestigd wordt dat er geen recente globale lekdichtheidstest heeft
plaatsgevonden.

2.       De ontvankelijkheid van het beroep

De Commissie is van oordeel dat het beroep ontvankelijk is. Artikel 35
van de wet van 5 augustus 2006 bepaalt dat de aanvrager beroep kan
instellen bij de federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-
informatie tegen een beslissing van een milieu-instantie bedoeld in
artikel 4, § 1, of na het verstrijken van de termijn waarbinnen de
beslissing moest worden genomen, of in geval van weigering van
uitvoering of een onwillige uitvoering van een beslissing of enige andere
moeilijkheid die hij ondervindt bij de uitoefening van de rechten die
deze wet toekent. Het beroep moet worden ingediend op grond van
artikel 36 van de wet van 5 augustus 2006 binnen een termijn van zestig
kalenderdagen die, naargelang het geval, ingaat de dag na het verstrijken
van het versturen van de beslissing tot gehele of gedeeltelijke weigering
of de dag na het verstrijken van de uitvoeringstermijn. Het beroep werd
ingediend bij aangetekende brief van 20 augustus 2019 tegen een
beslissing van 20 juni 2019, waarin de beroepsmogelijkheden werden
vermeld. De beslissing van het FANC werd verstuurd aan de heer X via
e-mail van 21 juni 2019. De dag waarop de termijn van zestig dagen is
beginnen lopen is bijgevolg 22 juni 2019. De brief van de raadsvrouw van
de heer Tubbax is afgestempeld op 19 augustus 2019. Het beroep werd
bijgevolg tijdig ingediend.
                                                                          4

3.       De gegrondheid van de aanvraag

De Commissie dient vooraf te bepalen of de gevraagde informatie onder
het toepassingsgebied van de wet van 5 augustus 2006 valt. De wet van 5
augustus 2006 is van toepassing op milieu-instanties bedoeld in artikel 3,
1°, a) en b), waarvan de organisatie en de werking worden geregeld door
de federale overheid, alsook op milieu-instanties vermeld in artikel 3, 1°,
c), die onder hun toezicht staan (art. 4, § 1 van de wet van 5 augustus
2006) en over milieu-informatie beschikken (artikel 18, § 1 van de wet).

3.1.   Het personeel toepassingsgebied

De wet van 5 augustus 2006 definieert het begrip milieu-instantie als
volgt “a) een rechtspersoon of een orgaan opgericht bij of krachtens de
Grondwet, een wet, een decreet of een regel bedoeld in artikel 134 van
de Grondwet;
b) een natuurlijke of rechtspersoon die openbare bestuursfuncties
uitoefent, met inbegrip van specifieke taken, activiteiten of diensten met
betrekking tot leefmilieu;
c) een natuurlijke of rechtspersoon die onder toezicht van een orgaan of
persoon als bedoeld onder a) of b) belast is met openbare
verantwoordelijkheden of functies of openbare diensten met betrekking
tot het milieu verleent.
Organen en instellingen met een gerechtelijke bevoegdheid vallen niet
onder deze definitie, tenzij ze optreden in een andere functie dan de
rechterlijke. De wetgevende vergaderingen en de daaraan verbonden
instellingen vallen buiten deze definitie, behalve wanneer zij optreden in
een administratieve functie.”

Er wordt niet betwist dat het FANC moet worden beschouwd als een
milieu-instantie in de zin van artikel 4, § 1 van de wet van 5 augustus
2006, zodat de Commissie het onnodig acht dit verder te onderzoeken,
mede gelet op het feit dat zij dit al in vroegere uitspraken uitdrukkelijk
heeft vastgesteld.
                                                                            5

3.2.   Het materieel toepassingsgebied

De wet van 5 augustus 2006 kent een recht van toegang tot milieu-
informatie toe. Het begrip “milieu-informatie” wordt in artikel 3, 4°
omschreven als:

        “elke informatie, ongeacht de drager en in welke materiële vorm ook,
        waarover een milieu-instantie beschikt, betreffende:
        a) de toestand van elementen van het milieu, zoals de atmosfeer, de
        lucht, de bodem, het land, het water, het landschap, de
        natuurgebieden, met inbegrip van vochtige biotopen, kust- en
        zeegebieden, de biologische diversiteit en haar componenten met
        inbegrip van de genetisch gemodificeerde organismen en de interactie
        tussen deze elementen;
        b) de toestand van de gezondheid en de veiligheid van de mens met
        inbegrip van de verontreiniging van de voedselketen, de
        levensomstandigheden van personen, voorzover zij worden of kunnen
        worden aangetast door de onder a) bedoelde elementen van het
        milieu of, via deze elementen, door een van de factoren zoals bedoeld
        onder d) of door de maatregelen en activiteiten zoals bedoeld onder e)
        ;
        c) de toestand van waardevolle cultuurgebieden en bouwwerken,
        voorzover zij worden of kunnen worden aangetast door de onder a)
        bedoelde elementen van het milieu of, via deze elementen, door een
        van de factoren zoals bedoeld onder d) of door de maatregelen en
        activiteiten zoals bedoeld onder e) ;
        d) factoren, zoals stoffen, energie, geluid, straling of afval, met
        inbegrip van radioactief afval, emissies, lozingen en ander vrijkomen
        in het milieu van stoffen die de toestand van elementen van het
        milieu zoals bedoeld onder a) of de toestand van de gezondheid en de
        veiligheid van de mens zoals bedoeld onder b) aantasten of
        waarschijnlijk aantasten;
        e) maatregelen en activiteiten die uitwerking hebben of kunnen
        hebben op de onder a), b), c) of d) bedoelde elementen;
        f) maatregelen en activiteiten die tot doel hebben de toestand van
        elementen van het milieu zoals bedoeld onder a), de toestand van de
        gezondheid en de veiligheid van de mens zoals bedoeld onder b) of de
        waardevolle cultuurgebieden en bouwwerken zoals bedoeld onder c)
        in stand te houden, te beschermen, te herstellen, te ontwikkelen, en
        druk erop te voorkomen, in te perken of te compenseren;
        g) kosten-baten-        en    andere    economische     analyses   en
        veronderstellingen die worden gebruikt in het kader van de onder e)
        en f) bedoelde maatregelen en activiteiten;
                                                                        6

         h) verslagen over de toepassing van de milieuwetgeving”.

De Commissie wil erop wijzen dat het begrip milieu-informatie een heel
ruime invulling heeft. Het feit dat in de definitie een veelheid aan
exemplarische opsommingen voorkomt duidt erop dat aan het begrip
geen enge invulling mag worden gegeven.

Opdat evenwel de wet van 5 augustus van toepassing zou zijn, is vereist
dat de informatie bestaat. Uit de verklaringen van het FANC blijkt dat
een recente luchtdichtheidstest waarop de aanvrager alludeert in zijn
beroep, niet heeft plaatsgevonden en dat er bijgevolg ook geen
informatie over die luchtdichtheidstest bestaat.

3.3. Besluit

Op grond van haar onderzoek moet de Commissie vaststellen dat het
beroep niet gegrond is, aangezien de gevraagde informatie niet bestaat.


Brussel, 21 oktober 2019

De Commissie was als volgt samengesteld:

Jeroen Van Nieuwenhove, voorzitter
Frankie Schram, secretaris en lid
Hrisanti Prasman, lid
Brecht Vercruysse, lid




   F. SCHRAM                                           J. VAN NIEUWENHOVE
   secretaris                                                 voorzitter

transparencia/cadas/abelfedcadaenv/beslissing-fbc-2019-04/start.txt · Dernière modification : 2020/09/30 07:54 de 127.0.0.1