Outils pour utilisateurs

Outils du site


transparencia:cadas:abelfedcadaenv:beslissing-fbc-2011-4:start

Cadas > Accès aux informations environnementales > Décisions

Beslissing FBC 4

Over de weigering om toegang te geven tot vertrouwelijke adviezen van de Hoge Gezondheidsraad

Transposition

Federale Beroepscommissie voor de
  toegang tot milieu-informatie




               25 november 2011




           BESLISSING nr. 2011-4

  over de weigering om toegang te geven tot
    vertrouwelijke adviezen van de Hoge
              Gezondheidsraad

                 (FBC/2011/3)

      MEEUSSEN/HOGE GEZONDHEIDSRAAD
                                                                          2

   1. Situering

Bij mail van 28 juni 2011 vraagt de heer X aan de Hoge Gezondheidsraad
op basis van de wet van 5 augustus 2006 betreffende de toegang van het
publiek tot milieu-informatie om een kopie van de vertrouwelijke
adviezen die de Hoge Gezondheidsraad in de jaren 2009, 2010 en 2011
heeft geformuleerd.

Bij mail van 29 juni 2011 weigert de Hoge Gezondheidsraad afschriften
van de gevraagde documenten te bezorgen, op grond van het argument
dat het om vertrouwelijke adviezen gaat.

De heer X stelt bij mail van 29 juni 2011 beroep in tegen deze weigering
bij de Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie,
hierna Commissie genoemd.

Bij mail van diezelfde datum dient hij ook een verzoek tot
heroverweging in bij de Hoge Gezondheidsraad en een verzoek om
advies bij de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van
bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur.

Bij mail van 30 juni 2011 verzoekt het secretariaat van de Commissie de
Hoge Gezondheidsraad om de documenten waarvan de toegang wordt
geweigerd en om een eventuele toelichting bij het standpunt dat de Hoge
Gezondheidsraad heeft ingenomen.

In zijn mail van 30 juni 2011 meldt de heer Pauwels namens de Hoge
Gezondheidsraad aan het secretariaat van de Commissie het volgende:

“Uit uw mail blijkt nu dat hij beroep doet op de wetgeving inzake
milieu-informatie. Kunt u mij verduidelijken wat ik verder moet doen ?
Vooreerst schijnt het mij toe dat zijn beroep ongegrond is vermits hij bij
zijn vragen zelfs nooit heeft meegedeeld dat het om milieu-informatie
gaat; ten andere, bij zijn vragen verwijst hij zelf naar de wetgeving
inzake openbaarheid van bestuur. Daarenboven hebben de
vertrouwelijke adviezen van de HGR zeker niet alle iets te maken met
het milieu. Indien er al zijn die iets met het milieu te maken hebben dan
betreft het biociden en dan nog, want dan gaat het eerder over het
product dan over het milieu. Verder vraag ik mij af of hij niet specifieker
                                                                          3

dient te zijn en op zijn minst concreet dient mee te delen wat hij juist
wil.”

In een tweede mail van diezelfde datum meldt de heer Pauwels nog het
volgende:

“Tijdens de geviseerde periode zijn er 58 vertrouwelijke adviezen
uitgebracht door de Raad. Vooraleer die allemaal te gaan opzoeken in de
archieven stuur ik u in bijlage een overzicht toe. Volgens mij kunnen er
twee iets te maken hebben met leefmilieu, de nummers 39 en 49 waar de
Raad optreedt in een beroepsprocedure tegen een voorafgaande
beslissing van het CAB (Commissie voor erkenning van biociden). De
meerderheid van de adviezen gaat over voedingswaren, zelfs diegene
over PET, waar het de vraag is of dit gerecycleerd PET (plastiek)
opnieuw mag gebruikt worden om in contact te komen met
voedingsmiddelen.
Wil u ze alle 58 (dan zult u me wat tijd moeten laten) of volstaan die
twee ?”

Bij brief van 13 juli 2011 meldt de Commissie aan de heer Meeussen en
aan de Hoge Gezondheidsraad dat ze tijdelijk onbevoegd is om de zaak te
behandelen.

Bij mail van 28 juli 2011 bezorgt de heer Pauwels de Commissie alle
‘vertrouwelijke adviezen’ uit de periode 2009-2010-2011. Hij meldt ook
in een andere mail van diezelfde dag dat uitvoering zal worden gegeven
aan het advies van de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik
van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur.

Bij mail van 1 augustus 2011 en in reactie op het advies van de
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van
bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, laat de heer
Pauwels de Commissie het volgende weten:

“Ik kom terug op de mail die ik u op 28 juli ll. heb gestuurd (zie kopie in
bijlage) i.v.m. hoger genoemde zaak. Na overleg met de Juridische Dienst
van de FOD wil de Raad wachten met het eventueel overmaken van de
gevraagde adviezen aan de heer Meeussen tot de Federale
Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie zich over het
                                                                        4

bij haar ingediende beroep heeft uitgesproken en wel om volgende
redenen:

    De Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-
     informatie heeft, zoals u weet, de betreffende adviezen
     opgevraagd en zal dus in staat zijn zich een oordeel te vormen
     over de inhoud zelf van deze adviezen en over de al of niet
     vertrouwelijkheid ervan, eerder dan zich uit te spreken over een
     principe in het algemeen, zoals de Commissie voor de toegang tot
     en het hergebruik van bestuursdocumenten heeft gedaan.
    Het lijkt ons logisch dat de uitspraak van de Federale
     Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie
     "overplaatsbaar" is op de regelgeving inzake openbaarheid van
     bestuur; immers de aanvrager van de adviezen heeft twee
     beroepen ingesteld bij twee commissies maar over dezelfde
     adviezen; ik kan mij moeilijk voorstellen dat één commissie zou
     oordelen dat de adviezen moeten worden meegedeeld terwijl de
     andere zou besluiten tot de vertrouwelijkheid ervan of op zijn
     minst tot de vertrouwelijkheid van een deel van de adviezen die
     we dan ondertussen evt. zouden hebben meegedeeld op basis van
     het advies van de Commissie voor de toegang tot en het
     hergebruik van bestuursdocumenten.

Daarnaast zijn er een aantal redenen in het kader van de wet van 11 april
1994 inzake de openbaarheid van bestuur zelf die er ons toe aanzetten
deze adviezen toch als vertrouwelijk te blijven beschouwen:

    De HGR behandelt adviezen als vertrouwelijk wanneer die
       handelen over en/of melding maken van een product van een
       onderneming of een industrieel fabricageproces en dat uit
       bezorgdheid een inbreuk te begaan tegen de reglementeringen
       m.b.t. de intellectuele eigendom en de brevetten. Er zou immers
       klacht en eis tot schadevergoeding kunnen worden ingediend
       tegen de Staat indien een of andere informatie zou worden
       bekend gemaakt die vertrouwelijk had moeten blijven. Deze
       vertrouwelijkheid staat uitdrukkelijk ingeschreven in artikel 18
       van het koninklijk besluit van 5 maart 2005 houdende oprichting
       van de Hoge Gezondheidsraad, dat luidt als volgt "De leden van
       het College, de experts, de uitgenodigde personen en het
       secretariaat behandelen alle inlichtingen, waarvan ze naar
                                                                        5

     aanleiding van hun opdracht kennis zouden krijgen,
     vertrouwelijk. Deze bepaling geldt niet voor de inhoud van
     adviezen en aanbevelingen die gepubliceerd zijn."; het is duidelijk
     dat het bekend maken van deze vertrouwelijke adviezen lijnrecht
     ingaat tegen de discretieplicht die hier wordt opgelegd. Dit artikel
     18 dient in parallel te worden gelezen met art. 40 van het
     ministerieel besluit van 8 mei 2007 tot goedkeuring van het
     huishoudelijk reglement van de Hoge Gezondheidsraad, dat
     bepaalt dat "De adviezen, aanbevelingen of rapporten van de Raad
     worden bekendgemaakt nadat de Minister ervan op de hoogte is
     gebracht. Worden niet bekendgemaakt: adviezen inzake
     producten of ondernemingen waarbij het vertrouwelijk karakter
     van de ondernemings- en fabricagegegevens in aanmerking dient
     te worden genomen..." Deze houding komt overeen met de
     bepalingen van artikel 6, §1, 7de van de wet van 1994.
    De HGR behandelt adviezen als vertrouwelijk wanneer die te
     maken hebben met het geheim van de beraadslagingen van de
     regering. Inderdaad, de HGR verstrekt adviezen aan de ministers
     en administraties die als basis dienen voor hun beslissingen maar
     die niet verplicht dienen te worden gevolgd (behalve ingeval van
     één of andere specifieke reglementering), wat overeen komt van
     art. 6, §2, 3de.
    Daarenboven roept de HGR art. 6, §3, 4de in dat voorziet dat "Een
     federale administratieve overheid mag een vraag om inzage, uitleg
     of mededeling in afschrift van een bestuursdocument afwijzen in
     de mate dat de vraag kennelijk te vaag geformuleerd is.", wat ons
     hier duidelijk het geval lijkt te zijn (alle vertrouwelijke adviezen
     van 2009, 2010 en 2011) en zoals ik al aan de heer Meeussen had
     te kennen gegeven in mijn mail van 30 juni 2011.
    Wat tot slot artikel 6, §4 betreft, wens ik nog op te merken dat bij
     het evt. meedelen van adviezen waarin de vertrouwelijke
     gedeelten onleesbaar zijn gemaakt, de overblijvende tekst zodanig
     zou kunnen vervormd zijn en uit zijn context getrokken dat het
     risico bestaat dat het advies verkeerd wordt geïnterpreteerd, met
     alle gevolgen van dien.

Ook in het kader van de wet van 5 augustus 2006 betreffende de toegang
van het publiek tot milieu-informatie zijn uitzonderingen voorzien die
o.i. hier van toepassing zijn:
                                                                        6

    Zo voorziet art. 27, §1, 6de "het geheim van de beraadslagingen
       van de federale regering en van de verantwoordelijke overheden
       die ervan afhangen" als grond voor een uitzondering.
      Dit geldt eveneens voor art. 27, §1, 7de dat een uitzondering
       voorziet voor "het vertrouwelijk karakter van commerciële en
       industriële informatie, wanneer deze informatie wordt beschermd
       om een gelegitimeerd economisch belang te vrijwaren, tenzij
       degene van wie de informatie afkomstig is met de
       openbaarmaking instemt.".
      Daarenboven roept de HGR art. 32, § 2, 1ste in, luidend als volgt
       "De milieu-instantie wijst een aanvraag af wanneer de aanvraag
       kennelijk onredelijk is.". Dit schijnt ons hier wel degelijk het
       geval vermits zonder enige argumentatie alle vertrouwelijke
       adviezen van 2009, 2010 en 2011 werden gevraagd, zonder deze
       zelfs maar in verband te brengen met het milieu.
      Zo ook lijkt ons art. 32, §2, 2de van toepassing: "De milieu-
       instantie wijst een aanvraag af wanneer overeenkomstig art. 22,
       §2 de aanvraag te algemeen geformuleerd blijft, na een verzoek
       van de milieu-instantie tot herformuleren van de aanvraag.". Ik
       herinner hierbij aan mijn mail van 30 juni aan de heer Meeussen
       met de vraag specifieker mee te delen wat hij wou en waarop ik
       nooit enig antwoord heb ontvangen.
      Wat tot slot art. 31 betreft, wens ik nog op te merken dat bij het
       evt. meedelen van adviezen waarin de vertrouwelijke gedeelten
       onleesbaar zijn gemaakt, de overblijvende tekst zodanig zou
       kunnen vervormd zijn en uit zijn context getrokken dat het risico
       bestaat dat het advies verkeerd wordt geïnterpreteerd, met alle
       gevolgen van dien.”

Bij brief van 5 oktober 2011 meldt het secretariaat van de Commissie aan
de heer X en aan de Hoge Gezondheidsraad dat de Commissie ingevolge
de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van 5 oktober 2011 van het
koninklijk besluit van 26 september 2011 tot wijziging van het
koninklijk besluit van 21 april 2007 houdende de benoeming van de
leden van de Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-
informatie (BS 18/6/2007, p. 33.268) met ingang van 5 oktober 2011 het
beroep kan behandelen en nodigt bij mail van 6 oktober 2011 de Hoge
Gezondheidsraad uit om haar standpunt op een hoorzitting toe te
lichten. In een mail van 10 oktober 2011 wordt hierop positief
gereageerd.
                                                                         7



De hoorzitting met de Hoge Gezondheidsraad vindt op 24 oktober 2011
plaats, waarna een eerste bespreking onder de leden van de Commissie
volgt. De Commissie beslist de termijn met vijftien dagen te verlengen.

De heer X en de Hoge Gezondheidsraad worden bij mail van 28 oktober
op de hoogte gebracht van die termijnverlenging.

De Commissie beraadslaagt opnieuw over de zaak op 10 november 2011.

Op 25 november 2011 ten slotte is de definitieve tekst van de beslissing
vastgesteld.

   2. De ontvankelijkheid van het beroep

Om de Commissie rechtsgeldig te vatten is slechts vereist dat de
aanvrager zich binnen zestig kalenderdagen tot de Commissie wendt. De
Commissie stelt vast dat aan deze voorwaarde is voldaan.

Het is onnodig een belang aan te tonen. Er moet enkel blijken dat een
milieu-instantie niet is ingegaan op een aanvraag tot openbaarmaking.

   3. Het voorwerp van het beroep

Het beroep heeft betrekking op de vertrouwelijke adviezen die de Hoge
Gezondheidsraad heeft uitgebracht in de periode 2009, 2010 en 2011.
Voor 2011 gaat het om de adviezen uitgebracht tot 28 juni 2011, datum
van de aanvraag.

Het voorwerp van het beroep valt samen met het voorwerp van de
oorspronkelijke aanvraag.

   4. De gegrondheid van het beroep

4.1 De toepasselijkheid van de wet van 5 augustus 2006 betreffende de
toegang van het publiek tot milieu-informatie

De Commissie dient vooraf te bepalen of de gevraagde informatie onder
het toepassingsgebied van de wet van 5 augustus 2006 valt. De wet van 5
augustus 2006 is van toepassing op milieu-instanties bedoeld in artikel 3,
                                                                          8

1°, a) en b), waarvan de organisatie en de werking worden geregeld door
de federale overheid, alsook op milieu-instanties vermeld in artikel 3, 1°,
c), die onder hun toezicht staan (art. 4, § 1 van de wet van 5 augustus
2006) en over milieu-informatie beschikken (artikel 18, § 1 van de wet).

Het begrip “milieu-instantie” wordt door art. 3, 1° van de wet van 5
augustus 2006 als volgt gedefinieerd:
           a) een rechtspersoon of een orgaan opgericht bij of krachtens
               de Grondwet, een wet, een decreet of een regel bedoeld in
               artikel 134 van de Grondwet;
           b) een natuurlijke of rechtspersoon die openbare
               bestuursfuncties uitoefent, met inbegrip van specifieke
               taken, activiteiten of diensten met betrekking tot
               leefmilieu;
           c) een natuurlijke of rechtspersoon die onder toezicht van
               een orgaan of persoon als bedoeld onder a) of b) belast is
               met openbare verantwoordelijkheden of functies of
               openbare diensten met betrekking tot het milieu verleent.
Organen en instellingen met een gerechtelijke bevoegdheid vallen niet
onder deze definitie, tenzij ze optreden in een andere functie dan de
rechterlijke. De wetgevende vergaderingen en de daaraan verbonden
instellingen vallen buiten deze definitie, behalve wanneer zij optreden in
een administratieve functie.

De Hoge Gezondheidsraad is opgericht bij de Federale Overheidsdienst
Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (artikel
35 van de programmawet van 27 april 2007, B.S. 8 mei 2007 en artikel 2
van het koninklijk besluit van 5 maart 2007 houdende oprichting van de
Hoge Gezondheidsraad, B.S. 21 maart 2007) en geniet een vrij grote
autonomie in het kader van de opdrachten die hem zijn toegekend, maar
geen rechtspersoonlijkheid. Deze taken van de Raad bestaan erin om,
rekening houdend met de huidige stand van de wetenschap, op vraag of
op eigen initiatief, onafhankelijke adviezen, aanbevelingen of rapporten
te verstrekken inzake volksgezondheid met als doel het beleid ter zake
ter ondersteunen (artikel 36, 1° van de wet van 27 april 2007 en artikel 3
van het koninklijk besluit van 5 maart 2007) en samen te werken met de
Commissie van de Europese Unie, in uitvoering van Richtlijn 93/5/EEG
van de Raad van 25 februari 1993 betreffende de bijstand aan de
Commissie en de samenwerking van de lidstaten bij het
wetenschappelijk onderzoek van vraagstukken in verband met
                                                                           9

levensmiddelen (artikel 36, 2° van de wet van 27 april 2007). Er kan dus
geen twijfel over bestaan dat de Hoge Gezondsheidsraad een milieu-
instantie is in de zin van artikel 3, 1°, a) van de wet van 5 augustus 2006.

De wet van 5 augustus 2006 kent een recht van toegang tot milieu-
informatie toe. Het begrip “milieu-informatie” wordt in artikel 3, 4°
omschreven als:

         “elke informatie, ongeacht de drager en in welke materiële
         vorm ook, waarover een milieu-instantie beschikt, betreffende:
         a) de toestand van elementen van het milieu, zoals de atmosfeer,
         de lucht, de bodem, het land, het water, het landschap, de
         natuurgebieden, met inbegrip van vochtige biotopen, kust- en
         zeegebieden, de biologische diversiteit en haar componenten
         met inbegrip van de genetisch gemodificeerde organismen en de
         interactie tussen deze elementen;
         b) de toestand van de gezondheid en de veiligheid van de mens
         met inbegrip van de verontreiniging van de voedselketen, de
         levensomstandigheden van personen, voorzover zij worden of
         kunnen worden aangetast door de onder a) bedoelde elementen
         van het milieu of, via deze elementen, door een van de factoren
         zoals bedoeld onder d) of door de maatregelen en activiteiten
         zoals bedoeld onder e) ;
         c) de toestand van waardevolle cultuurgebieden en
         bouwwerken, voorzover zij worden of kunnen worden
         aangetast door de onder a) bedoelde elementen van het milieu
         of, via deze elementen, door een van de factoren zoals bedoeld
         onder d) of door de maatregelen en activiteiten zoals bedoeld
         onder e) ;
         d) factoren, zoals stoffen, energie, geluid, straling of afval, met
         inbegrip van radioactief afval, emissies, lozingen en ander
         vrijkomen in het milieu van stoffen die de toestand van
         elementen van het milieu zoals bedoeld onder a) of de toestand
         van de gezondheid en de veiligheid van de mens zoals bedoeld
         onder b) aantasten of waarschijnlijk aantasten;
         e) maatregelen en activiteiten die uitwerking hebben of kunnen
         hebben op de onder a), b), c) of d) bedoelde elementen;
         f) maatregelen en activiteiten die tot doel hebben de toestand
         van elementen van het milieu zoals bedoeld onder a), de
         toestand van de gezondheid en de veiligheid van de mens zoals
                                                                         10

         bedoeld onder b) of de waardevolle cultuurgebieden en
         bouwwerken zoals bedoeld onder c) in stand te houden, te
         beschermen, te herstellen, te ontwikkelen, en druk erop te
         voorkomen, in te perken of te compenseren;
         g) kosten-baten- en andere economische analyses en
         veronderstellingen die worden gebruikt in het kader van de
         onder e) en f) bedoelde maatregelen en activiteiten;
         h) verslagen over de toepassing van de milieuwetgeving”.

Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat de wetgever een zeer ruime
invulling heeft willen geven aan het begrip “milieu-informatie”. In de
Memorie van Toelichting wordt er immers op gewezen dat –
overeenkomstig de ratio legis van het Verdrag van Aarhus en van
richtlijn 2003/4/EG – aan het begrip “milieu-informatie”, om de
verschillende elementen ervan weer te geven, een ruimere draagwijdte
moet worden gegeven dan het begrip “milieu-informatie sensu stricto”
(Parl. St. Kamer, nr. 51-2511/001, 15). Er is gekozen voor een “open”,
maar tegelijk ruime definitie van milieu-informatie (Parl. St. Kamer, nr.
51-2511/001, 16).

Voor zover het begrip “milieu-informatie” betrekking heeft op de
toestand van de elementen van het milieu, heeft de wetgever zelfs
nauwelijks grenzen opgelegd. Zo vallen onder het begrip “de toestand
van elementen van het milieu” ook de biologische diversiteit en haar
componenten (artikel 3, 4°, a) van de wet van 5 augustus 2006). Het
begrip “biologische diversiteit” wordt niet gedefinieerd in de wet van 5
augustus 2006, zodat het begrip in beginsel in zijn gewone betekenis
moet worden begrepen. De wetgever heeft echter uitdrukkelijk willen
aansluiten bij de inhoud van de terminologie gehanteerd in het Verdrag
van Aarhus (Parl. St. Kamer, nr. 51-2511/001, 16), zodat men kan
aannemen dat hij aan de gehanteerde begrippen dezelfde inhoud heeft
willen geven als die welke de partijen van het Verdrag van Aarhus
hebben gehanteerd. De opstellers van het Verdrag hebben het begrip
“biologische diversiteit” opgevat in de zin zoals het wordt gedefinieerd in
het Verdrag inzake biologische diversiteit (Rio de Janeiro, 5 juni 1992;
bekrachtigd bij wet van 11 mei 1995). Luidens artikel 2 van dat verdrag
moet onder “biologische diversiteit” worden begrepen “de variabiliteit
onder levende organismen van allerlei herkomst, met inbegrip van,
onder andere, terrestrische, mariene en andere aquatische ecosystemen
en de ecologische complexen waarvan zij deel uitmaken; dit omvat mede
                                                                         11

de diversiteit binnen soorten, tussen soorten en van ecosystemen”. Het
begrip “ecosysteem” wordt in artikel 2 van het Verdrag inzake
biologische diversiteit gedefinieerd als “een dynamisch complex van
gemeenschappen van planten, dieren en micro-organismen en hun niet-
levende omgeving, die in een onderlinge wisselwerking een functionele
eenheid vormen”.

De Commissie stelt vast dat de aanvraag betrekking heeft op 58
‘vertrouwelijke’ adviezen die diverse onderwerpen behandelen. Na een
grondige analyse is ze van oordeel dat volgende adviezen en beslissingen
van de Hoge Gezondheidsraad niet als milieu-informatie in de zin van de
wet van 5 augustus 2006 kunnen worden beschouwd:


Nr. advies                          Inhoud advies

8461         Thermodermie

8558         Vitamine B12 dans une boisson énergisante

             06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
             inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
             compris sécurité alimentaire

8566         Agrément BT cellules souches adipeuses-cliniques St Luc

             09-cellen, weefsels en organen/cellules, tissus et organs

8567         Agrément BT cellules souches hépathiques – cliniques St
             Luc

             09-cellen, weefsels en organen/cellules, tissus et organs

8568         Complément alimentaire

             06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
             inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
             compris sécurité alimentaire

8569         Complément alimentaire

             06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
             inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
                                                                  12


       compris sécurité alimentaire

8572   Complément alimentaire

       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
       compris sécurité alimentaire

8574   Complément alimentaire

       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
       compris sécurité alimentaire

8575   Complément alimentaire

       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
       compris sécurité alimentaire

8576   Complément alimentaire

       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
       compris sécurité alimentaire

8577   Complément alimentaire

       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
       compris sécurité alimentaire

8589   Complémant alimentaire

       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
       compris sécurité alimentaire

8591   Complément alimentaire

       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
                                                                  13

       compris sécurité alimentaire

8593   Complément alimentaire

       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
       compris sécurité alimentaire

8594   Complément alimentaire

       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
       compris sécurité alimentaire

8606   Complément alimentaire

       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
       compris sécurité alimentaire

8607   Complément alimentaire

       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
       compris sécurité alimentaire

8608   Complément alimentaire Vitamine B6 + Calcium

       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
       compris sécurité alimentaire

8613   Voedingssupplement

       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
       compris sécurité alimentaire

8617   Voedingssupplement

       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
                                                                  14


       compris sécurité alimentaire

8618   Voedingssupplement

       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
       compris sécurité alimentaire

8625   Voedingssupplement

       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
       compris sécurité alimentaire

8640   Voedingssupplement

       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
       compris sécurité alimentaire

8641   Voedingssupplement

       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
       compris sécurité alimentaire

8642   Voedingssupplement

       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
       compris sécurité alimentaire

8644   Projet AR modifiant l’AR du 04/04/1996 relatif au
       prélèvement-préparation-conservation-délivrance de sang
       et de dérivés sanguins d’origine humaine

       08-bloed en bloedderivaten/sang et derives sanguins

8645   Vitamin E

       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
                                                                  15

       compris sécurité alimentaire

8646   Gezondheidsmiddel

       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
       compris sécurité alimentaire

8647   Voeding

       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
       compris sécurité alimentaire

8648   Voeding

       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
       compris sécurité alimentaire

8661   Gezondheid

       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
       compris sécurité alimentaire

8679   Voedingssupplement

       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
       compris sécurité alimentaire

8680   Voedingssupplement

       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
       compris sécurité alimentaire

8700   Pathogeeninactivatie van bloedplaatjes-Aaanvraag RKV

       08-bloed en bloedderivaten/sang et derives sanguins

8742   Gezondheidsmiddel
                                                                         16


             06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
             inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
             compris sécurité alimentaire


Omdat de informatie in de hiervoor vermelde adviezen niet als milieu-
informatie in de zin van de wet van 5 augustus 2006 kan worden
gekwalificeerd, is deze wet er bijgevolg niet op van toepassing.

De Commissie oordeelt dat de informatie in de hierna volgende adviezen
van de Hoge Gezondheidsraad wel als milieu-informatie in de zin van de
wet van 5 augustus 2006 kan worden gekwalificeerd. De verdere
beoordeling heeft dan ook enkel betrekking op deze adviezen:


Nr. advies                            Inhoud advies
8388         Validité de la viro-inactivation des plaquettes sanguines
             08-bloed en bloedderivaten/sang et derives sanguins
8389         Validité de la viro-inactivation des plaquettes sanguines
             08-bloed en bloedderivaten/sang et derives sanguins
8463         Voedingssupplement
             06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
             inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
             compris sécurité alimentaire
8522         Eau minérale naturelle
             06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
             inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
             compris sécurité alimentaire
8527         Supplément alimentaire
             06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
             inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
             compris sécurité alimentaire
8529         PET recycle-Procédé
             06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
             inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
             compris sécurité alimentaire
                                                                   17


8530   Evaluatie van rapport alternatieve beheersmaatregelen
       Legionella
       10-Infectiebeheersing-hygiëne/maîtrise      des   infections-
       hygiène
8590   Supplément alimentaire
       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
       compris sécurité alimentaire
8598   Voedingssupplement
       05-chemische                       omgevingsfactoren/facteurs
       environnementaux chimiques
8610   Beoordeling         alternatieve          beheersmaatregelen
       LEGIONELLA
       10-Infectiebeheersing-hygiëne/maîtrise      des   infections-
       hygiëne
8616   Pet recyclé
       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
       compris sécurité alimentaire
8621   Eau minérale naturelle
       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
       compris sécurité alimentaire
8638   Voedingssupplement
       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
       compris sécurité alimentaire
8643   Bezwaarschrift tegen beslissing CAB in het kader van een
       toelatingsaanvraag voor een product
       05-chemische                       omgevingsfactoren/facteurs
       environnementaux chimiques
8653   Scanapparatuur
       02-fysische         omgevingsfactoren:            ioniserende
                                                                    18


       straling/facteurs environnementaux physiques: radiations
       ionisantes
8659   Eau de source - appelation “Convient pour l’alimentation
       des nourrissons”
       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
       compris sécurité alimentaire
8660   Eau de source - appellation “Convient pour l’alimentation
       des nourrissons”
       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
       compris sécurité alimentaire
8667   Bezwaarschrift tegen beslissing CAB in het kader van een
       toelatingsaanvraag voor een biocide

       05-chemische omgevingsfactoren/facteurs
       environnementaux chimiques

8673   Aanvraag wezenlijke gelijkwaardigheid van een product
       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
       compris sécurité alimentaire
8690   Eau de source – appellation “Conveint pour l’alimentation
       des nourrissons”
       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
       compris sécurité alimentaire
8691   Eau de source
       Allégation « convient pour la préparation des aliments des
       nourrissons »
       06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
       inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
       compris sécurité alimentaire
8706   Beoordeling alternatieve beheersmaatregelen legionella
       10-Infectiebeheersing-hygiëne/maîtrisse    des   infections-
                                                                         19

            hygiène
8709        Aanvraag wezenlijke gelijkwaardigheid van een product
            06-Voeding: voeding en gezondheid, voedselveiligheid
            inbegrepen/alimentation: nutrition, alimentation et santé, y
            compris sécurité alimentaire

   4.2 Het onderzoek van de mogelijkheid om uitzonderingsgronden in
       te roepen

Op grond van artikel 32 van de Grondwet en de wet van 5 augustus 2006
is alle milieu-informatie in het bezit van een milieu-instantie in principe
openbaar. Slechts wanneer een uitzonderingsgrond moet of kan worden
ingeroepen die in de wet van 5 augustus 2006 werd erkend, een
belangenafweging plaatsvindt tussen enerzijds het recht van het publiek
dat gediend is met de openbaarmaking van de gevraagde informatie en
anderzijds het beschermde belang, en de weigering op afdoende en
pertinente wijze in concreto kan worden gemotiveerd, kan die
informatie aan de openbaarmaking worden onttrokken.

Bij het nagaan of in dit geval een of meer uitzonderingsgronden kunnen
worden ingeroepen, stelt de Commissie vast dat slechts de
uitzonderingsgronden aanwezig in artikel 32, § 2, 1° en 2° en artikel 27, §
1, 6° en 7° van de wet van 5 augustus 2006 in aanmerking kunnen komen
als grondslag voor een weigering. Maar ook in het kader van die
uitzonderingsgronden kan de aanvraag in elk geval slechts worden
afgewezen als het publiek belang van de openbaarmaking niet opweegt
tegen het specifieke belang dat is gediend met de weigering om openbaar
te maken.

De Commissie stelt vast dat heel wat adviezen een verwerking vormen
van informatie die al is gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften.
Voor dergelijke informatie kan uiteraard geen geheimhouding worden
ingeroepen.

a. De uitzonderingsgrond in artikel 32, § 2, 2° van de wet van 5 augustus
2006
Artikel 32, § 2, 1° van de wet van 5 augustus 2006 bepaalt dat de milieu-
instantie een aanvraag afwijst wanneer overeenkomstig artikel 22, § 2, de
aanvraag kennelijk te algemeen geformuleerd blijft, na een verzoek van
                                                                        20

de milieu-instantie tot herformulering van de aanvraag. De Commissie is
van mening dat niet kan worden gesteld dat de vraag om toegang te vaag
is opgesteld. De periode waarop de informatie betrekking heeft is
duidelijk omschreven, evenals de aard van de adviezen, namelijk die
welke vertrouwelijk zijn verstrekt.

b. De uitzonderingsgrond in artikel 32, § 2, 1° van de wet van 5 augustus
2006

Artikel 32, § 2, 1° van de wet van 5 augustus 2006 bepaalt dat de milieu-
instantie een aanvraag afwijst wanneer de aanvraag kennelijk onredelijk
is. Er kan volgens de Commissie worden besloten dat de aanvraag niet
kennelijk onredelijk is.

c. De uitzonderingsgrond in artikel 27, § 1, 6° van de wet van 5 augustus
2006

Artikel 27, § 1, 6° van de wet van 5 augustus 2006 bepaalt dat een milieu-
instantie de openbaarmaking van een aanvraag moet weigeren wanneer
het publiek belang van de openbaarmaking niet opweegt tegen de
bescherming van “het geheim van de beraadslagingen van de federale
regering en van de verantwoordelijke overheden die ervan afhangen”.

Deze uitzonderingsgrond kan slechts worden ingeroepen voor zover aan
twee voorwaarden is voldaan. In de eerste plaats moet vaststaan dat het
beschermde belang, namelijk het geheim van de beraadslagingen van de
federale regering en van de verantwoordelijke overheden die ervan
afhangen, in casu in het gedrang is. Voor zover aan die voorwaarde
voldaan is, moet nog worden nagegaan of het belang dat gediend is met
de openbaarmaking niet zwaarder doorweegt dan het beschermde
belang.

In de memorie van toelichting van de wet van 5 augustus 2006 wordt een
nadere toelichting gegeven over de draagwijdte van het beschermde
belang (Parl. St. Kamer, 2005-2006, nr. 51-2511/001, 38):

“Het doel van deze uitzondering is voornamelijk «om te vermijden dat de
politieke discussie wordt lamgelegd». Het is daarom noodzakelijk om het
geheime karakter van beraadslagingen in de schoot van de Regering,
                                                                        21

ministeriële comités, bestuursorganen van openbare instellingen, het
Overlegcomité, enz. te beschermen.

Toch mag aan deze uitzonderingsgrond geen al te ruime interpretatie
worden gegeven. Enkel het geheim van de beraadslagingen wordt
beschermd. Het begrip «beraadslagingen» moet daarbij worden begrepen
in immateriële zin. Een document of een gedeelte ervan wordt met
andere woorden aan de openbaarmaking onttrokken wanneer, na
afweging blijkt dat de lectuur ervan de inhoud van de discussie tijdens
een beraadslaging kenbaar maakt, terwijl het een vertrouwelijke
discussie betrof. (Parl. St. Kamer 1992-93, nr. 1112/1, 18-19).

Er dient opgemerkt dat deze uitzondering helemaal niet kan worden
ingeroepen om de beslissingen die het gevolg zijn van een beraadslaging
aan de openbaarheid te onttrekken.”

Het is de bedoeling van de wetgever om met deze uitzonderingsgrond de
(politieke) discussie binnen instellingen te beschermen. De adviezen van
de Hoge Gezondheidsraad zijn echter het product van een beraadslaging
en weerspiegelen niet de inhoud van de beraadslaging en de daarbij
ingenomen individuele standpunten. Aangezien het door de wet
beschermde belang niet betrokken is bij deze adviezen, oordeelt de
Commissie dan ook dat deze uitzonderingsgrond niet kan worden
ingeroepen om de toegang tot welbepaalde informatie in de geviseerde
adviezen te weigeren.

d. De uitzonderingsgrond in artikel 27, § 1, 7° van de wet van 5 augustus
2006

Artikel 27, § 1, 7° van de wet van 5 augustus 2006 bepaalt dat een milieu-
instantie de openbaarmaking van een aanvraag moet weigeren wanneer
het publiek belang van de openbaarmaking niet opweegt tegen de
bescherming van “het vertrouwelijk karakter van commerciële en
industriële informatie, wanneer deze informatie wordt beschermd om
een gelegitimeerd economisch belang te vrijwaren, tenzij degene van wie
de informatie afkomstig is met de openbaarmaking instemt”.

Ook hier is het inroepen van de uitzonderingsgrond aan een aantal
voorwaarden onderworpen. In de eerste plaats moet de informatie
betrekking hebben op “commerciële en industriële informatie”.
                                                                       22

Bovendien moet die informatie worden beschermd “om een
gelegitimeerd economisch belang te vrijwaren”. Verder moet deze
informatie een “vertrouwelijk karakter vertonen”. Ten slotte moet
worden nagegaan of het publiek belang dat gediend is met de
openbaarmaking niet zwaarder doorweegt dan het beschermde belang.

De Commissie meent dat onder “het vertrouwelijk karakter van
commerciële en industriële informatie, wanneer deze informatie wordt
beschermd om een gelegitimeerd economisch belang te vrijwaren” valt –
althans vooraleer een nieuw product bij ons op de markt wordt gebracht
– de naam van de producent, informatie over het op de markt komen
ervan (o.m. onder welke naam het product zal worden verdeeld) en
informatie over het productieproces. Hetzelfde geldt voor alle informatie
die kan leiden tot de identificatie van een product bij een aanvraag om
op de markt te komen. De Commissie erkent dat er weliswaar een
publiek belang aanwezig is dat gediend is met de openbaarmaking van
deze informatie, maar meent dat dit publiek belang niet opweegt tegen
de bescherming van de private belangen die in het gedrang komen door
de openbaarmaking. Ze oordeelt dan ook dat deze informatie aan de
openbaarmaking kan worden onttrokken. Deze uitzonderingsgrond kan
echter niet meer worden ingeroepen, behalve wat de informatie over het
productieproces betreft, eens toestemming is gegeven om het product
hier op de markt te brengen en dat ook gebeurd is. Op dat moment kan
de openbaarmaking van deze informatie immers geen onrechtmatige
verstoring van de concurrentiepositie meer tot gevolg hebben.

Indien beschermd door het intellectueel recht, kan de informatie over
het productieproces normaal niet openbaar worden gemaakt zolang die
bescherming loopt. Voor informatie beschermd door het octrooirecht,
geldt dit echter niet. Eigen aan het octrooirecht is immers dat de
informatie moet worden gedeponeerd en openbaar wordt gemaakt.

De Commissie wenst er echter op te wijzen dat ingeval artikel 27, § 1, 7°
van de wet van 5 augustus 2006 de openbaarmaking verhindert, die toch
kan plaatsvinden als “degene van wie de informatie afkomstig is met de
openbaarmaking instemt”. In dat geval dient aan diegene op wie de
informatie betrekking heeft, gevraagd te worden of deze met de
openbaarmaking van de onder het beschermde belang vallende
informatie instemt. Komt op die vraag een positieve reactie, dan moet
                                                                         23

vooralsnog tot de openbaarmaking van die informatie worden
overgegaan.

   4.3 Het principe van de gedeeltelijke openbaarmaking

Nu vaststaat dat niet alle informatie in het gevraagde documenten
openbaar kan worden gemaakt, moet de Commissie nog nagaan of de
gedeeltelijke openbaarmaking kan plaatsvinden. Artikel 31 van de wet
van 5 augustus 2006 bepaalt dat milieu-informatie gedeeltelijk openbaar
wordt gemaakt als informatie waarop een uitzondering van toepassing is
samen met andere informatie in een milieu-informatie vervat zit, en het
mogelijk is om de genoemde informatie te scheiden van de andere
informatie.

De Commissie is van oordeel dat de informatie die niet kan openbaar
worden gemaakt omwille van de uitzonderingsgrond in artikel 27, § 1, 7°
van de wet van 5 augustus 2006 zonder enig probleem kan worden
afgescheiden van de andere informatie in het gevraagde document.

   4.4 Besluit

De Commissie beslist dat een aantal documenten niet als milieu-
informatie kunnen worden beschouwd, zodat de wet van 5 augustus
2006 niet van toepassing is, maar wel de wet van 11 april 1994
betreffende de openbaarheid van bestuur. Ten aanzien van de wet van 11
april 1994 heeft de Commissie geen bevoegdheid, zodat ze zich over die
informatie niet kan uitspreken.

Voor zover in de vertrouwelijke adviezen van de Hoge Gezondheidsraad
wel milieu-informatie aanwezig is, oordeelt de Commissie dat deze
documenten openbaar moeten worden gemaakt met uitsluiting van
informatie die valt onder de uitzonderingsgrond van artikel 27, § 1, 7°
van de wet van 5 augustus 2006. Het gaat meer bepaald om informatie
over nieuwe producten die een bedrijf in België op de markt wenst te
brengen, namelijk: de naam van de producent, informatie over het op de
markt komen ervan (o.m. onder welke naam het product zal worden
verdeeld) en informatie over het productieproces. Hetzelfde geldt voor
alle informatie die kan leiden tot de identificatie van een product bij een
aanvraag om op de markt te komen. Het inroepen van de
uitzonderingsgrond is beperkt in de tijd: van zodra een product op de
                                                                   24

markt is gebracht, is er geen reden meer om de bescherming te
handhaven.

De openbaarmaking dient te gebeuren binnen 14 dagen na de betekening
van deze beslissing


Brussel, 25 november 2011.


De Commissie was als volgt samengesteld:

Jo Baert, voorzitter
Frankie Schram, secretaris en lid
Maud Istasse, lid
Angélique Gérard, lid
Steven Vandenborre, lid




   F. SCHRAM                                           J. BAERT
   secretaris                                         voorzitter

transparencia/cadas/abelfedcadaenv/beslissing-fbc-2011-4/start.txt · Dernière modification : 2020/09/30 07:54 de 127.0.0.1