Avis 129-16

Source au format .pdf

Transposition

GEWESTELIJKE COMMISSIE VOOR DE TOEGANG TOT DE B ESTU U RSDOCU M ENTE N VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDEUJK GEWEST
Advies nr. 129/16
inzake: Benoit Van den Broeck tegen: de dienst Leefmilieu Brussel
Toepassing van art. 20 van de Ordonnantie van 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur.

OVERZICHTVAN DE FEITEN
Bij brief van 5 april 2016 richt de heer Benoit Van den Broeck aan de dienst Leefmilieu Brussel (hierna: Leefmilieu Brussel) een verzoek tôt afschrift van de jaarstatistieken betreffende het gebruik van proefdieren van volgende proefdierengebruiker:\\
CHEX - Pôle de chirurgie expérimentale et transplantation (verbonden aan het Institut de recherche expérimentale et clinique van de Université Catholique de Louvaln).

Meer bepaald vraagt de verzoeker een afschrift van de jaarstatistieken voor de jaren 2010 tôt en met 2015.

Op 28 april 2016 antwoordt Leefmilieu Brussel dat zij nîet in het bezit is van de jaarstatistieken van de jaren 2010 t.e.m. 2012 en 2015. Wat betreft de jaren 2013 en 2014 ontvangt de verzoeker een (beknopt) overzicht van de aantallen verschillende dieren die door CHEX gebruikt werden.

Bij aangetekend schrijven van 10 mei 2016 verstuurt de heer Benoit Van den Broeek een verzoek tôt heroverweging, met de verduîdelijking dat hij een afschrift wenst van de originele bestuursdocumenten zoals ze door de gebruiker zelf werden ingediend, niet van de lijstjes zoals door Leefmilieu Brussel werden samengesteld. Hij preciseert dat het voor de jaarstatistieken tôt 2014 gaat om 8 tabellen waarin de aantallen gebruikte dîeren op verschillende manieren worden ingedeeld. Vanaf 2014 gaat het om een ander model, meer bepaald een lîjst met verschillende kolommen die gegevens bevatten over onder meer: diersoort, aantal gebruikte dieren in een proef, type onderzoek, catégorie van ongerief, etc.

Wat betreft de jaarstatistieken van 2015 wijst de verzoeker op artikel 37,§1 van het Koninklijk Besluit van 29 mei 2013 betreffende de bescherming van proefdieren dat iedere gebruiker in de zîn van dit Koninklijk Besluit verplicht om ten laatste op 31 januari van ieder jaar de statisttsche gegevens betreffende het gebruik van proefdieren in zijn inrichting tijdens het voorbije kalenderjaar aan de dienst leefmilieu te bezorgen.

Indien Leefmilieu Brussel voorts niet in het bezit zou zijn van de jaarstatistieken van de jaren 2010-2012, had de verzoeker graag vernomen waar deze documenten zich wel bevinden.

1
Eveneens op 10 mei 2016 verzoekt hij de Gewestelijke Commissie voor de toegang tôt de bestuursdocumenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (hierna: de Commissie) om een advies.

Bij e-mail van 24 mei 2016 formuleert Leefmilîeu Brussel haar opmerkingen.

Wat betreft de jaarstatistieken voor de jaren 2010-2014 oordeelt Leefmilieu Brussel dat zij na de kennisgevîng van het verzoek tôt heroverweging van 10 mei 2016 over een termijn van één maand beschikt om een antwoord te formuleren. Deze termijn is nog niet verstreken.

Wat daarnaast de jaarstatistieken van het jaar 2015 betreft, wijst Leefmilieu Brussel op de uitzonderingsgrond van artikel 10, §3, 1° van de Ordonnantie van 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur (hierna: de Ordonnantie) op grond waarvan een administratieve overheid de vraag tôt openbaarheid mag afwîjzen in de mate dat de vraag een bestuursdocument betreft waarvan de openbaarmaking, om reden dat het document niet af of onvolledig is, tôt mîsvatting aanleiding kan geven. Leefmilieu Brussel voert aan dat de statistieken die op basis van artikel 37, §1 van het Koninklijk Besluit van 29 mei 2013 betreffende de bescherming van proefdieren moeten worden overgemaakt, onvolledig kunnen zijn en indien nodig moeten worden bijgewerkt.

DE ONTVANKELIJKHEiD VAN DE ADVIESAANVRAAG
De Commissie stelt vast dat de aanvrager, zoals voorgeschreven door art. 20 van de Ordonnantie, tegelijkertijd een verzoek tôt heroverweging aan Leefmilieu Brussel en een verzoek om advies aan de Commissie heeft gericht.

De Commissie acht het verzoek tôt advies bijgevolg ontvankelijk.

DEGEGRONDHEIDVAN DE ADVIESAANVRAAG
Wat de jaarstatistieken voor de jaren 2010-2014 betreft merkt Leefmilieu Brussel op dat zij na het verzoek tôt heroverweging van 10 mei 2016 over een termijn van één maand beschikt om hierop een antwoord te formuleren en dat zij hier tôt nog toe geen gelegenheid toe heeft gehad. Deze beslissingstermijn vindt geen grondslag in de Ordonnantie. Op grond van artikel 12 van de Ordonnantie dient een gewestelijke administratieve overheid binnen een termijn van dertig dagen na ontvangst van de (eerste) aanvraag aan de verzoeker kennis te geven van de eventuele redenen van het uitstel of de afwijzing.

Met het verzoek tôt heroverweging aan Leefmilieu Brussel en de bijhorende vraag tôt advies aan de Commissie van 10 mei beschikt de Commissie over dertig dagen om haar advies aan de betrokken partijen mee te delen (artikel 20, lid 2 Ordonnantie). Na ontvangst van het advies of na verloop van deze dertig dagen, heeft Leefmilieu Brussel nog vijftien dagen om haar beslissing tôt inwilliging of afwijzing van het verzoek tôt heroverweging ter kennis te brengen aan verzoeker (artikel 20, lid 3 Ordonnantie).

Op grond van art. 37, §1 van het Koninklijk Besluit van 29 mei 2013 betreffende de bescherming van proefdieren - in werking getreden op 10 juli 2013 - bezorgt elke gebruiker van proefdieren de statistische gegevens betreffende het gebruik van proefdieren in zijn inrichtîng tijdens het voorbije kalenderjaar aan de Overheidsdienst bevoegd voor het Dierenwelzijn (in casu de dienst Leefmilieu
2
Brussel). Deze statistîeken worden bezorgd op basis van de modellen bijgevoegd aan het Ministerleel Besluit van 21 februari 2014 tôt de indiening van de statistische gegevens betreffende het gebruik van proefdieren bij een gebruiker. Voorheen voorzag art. 15, §1 van het Koninklijk Besluit van 14 november 1993 in een zelfde verplichtïng (toen op basis van het model opgenomen in bijlage IV van dit Koninklijk Besluit). De aanvraag van verzoeker tôt afschrlft van de jaarstatistieken van een proefdiergebruiker uit het Brusselse Gewest slaat redelijkerwijze op deze officiële modellen, niet op een beknopte versie die door de administratieve overheid zelf werd opgesteld.

Het recht van toegang tôt bestuursdocumenten is verankerd in artikel 32 van de Grondwet en verder uitgewerkt in de Ordonnantie. Deze bepalingen gaan uit van een princîpiële openbaarheid van aile bestuursdocumenten. Slechts wanneer uitzonderingsgronden, beschreven in artikel 10 van de Ordonnantie, moeten of kunnen worden ingeroepen en op afdoende wijze in concreto worden gemotiveerd, kan de openbaarmaking worden geweigerd. Deze uitzonderingsgronden dienen bovendien beperkend te worden geïnterpreteerd (Arbîtragehof 25 maart 1997, nr. 17/97, overw. B.2.2.; Arbîtragehof 15 september 2004, nr. 150/2004, overw. B.3.2.).

Wat de jaarstatistieken voor het jaar 2015 betreft wijst Leefmilieu Brussel op de uitzonderingsgrond uit het artikel 10, §3, 1" van de Ordonnantie op grond waarvan een administratieve overheid de vraag tôt openbaarheid mag afwijzen in de mate dat de vraag een bestuursdocument betreft waarvan de openbaarmaking, om reden dat het document niet af of onvolledig is, tôt misvatting aanleiding kan geven. Volgens Leefmilieu Brussel kunnen de statistîeken die werden overgemaakt op grond van art. 37, §1 van het Koninklijk Besluit van 29 mei 2013 onvolledig zijn, in welk geval ze nog moeten worden bijgewerkt. Leefmilieu Brussel maakt in haar e-mail van 24 mei echter geenszins duidelijk of de bedoelde jaarstatistieken van CHEX effectief onvolledig zijn.

Voorts merkt de Commissie op dat het loutere feit dat een document niet af of onvolledig is, onvoidoende is om zich op deze uitzonderingsgrond te kunnen beroepen. Het is bijkomend vereist dat de openbaarmaking van het betrokken document tôt misvatting aanleiding kan geven. Nergens motiveert Leefmilieu Brussel waarom de openbaarmaking van onvolledige jaarstatistieken tôt misvatting aanleiding zou kunnen geven.

De opmerking van Leefmilieu Brussel dat zij zich in de onmogelijkheid bevlndt om de globale statistîeken van de proefdierengebruikers van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan de verzoeker te bezorgen is in deze niet relevant aangezien het verzoek tôt openbaarheid zich niet tôt deze informatie uitstrekt.

ADVIES:\\
De adviesaanvraag van de heer Benoit Van den Broeck van 10 mei 2016 gericht aan de Gewestelijke Commissie voor de toegang tôt de bestuursdocumenten is ontvankelijk.

De dienst Leefmilieu Brussel dient aan de heer Benoit Van den Broeck afschrift te verlenen van de door hem aangeduide documenten.

3
De Commissie verleende haar advies op 30 meî 2016 op verslag van de heer S. Lierman; aanwezig waren, de dames en heren, Michel LEROY, voorzitter, K. LEUS, A.-F. VOKAR , E. WILLEM ART en S.LIERMAN, leden en de heer M-AT'KINT, wnd. secretaris.