Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 02/09/2020
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 2 september 2020 ADVIES 2020-118 met betrekking tot het verkrijgen van toegang tot documenten in het fiscaal dossier van Bra-Doprava S.R.O. (CTB/2020/107) 2 1. Een overzicht 1.1. Bij aangetekende brief van 22 april 2020 vraagt meester Luc Aarnou namens zijn cliënt de heer X om inzage en kopie te verkrijgen van het volledige fiscale dossier dat werd aangelegd op naam van Bra-Doprava S.R.O. (en in het bijzonder van alle stukken die betrekking hebben op de bedrijfsvisitatie van 17 december 2013). Hij stelt dat zijn cliënt beschikt over het vereiste belang aangezien de vordering van het Openbaar Ministerie quasi-volledig is gesteund op de stukken die naar aanleiding van de vermelde bedrijfsvisitatie door de BBI werden gekopieerd en/of in beslag genomen. Om zijn rechten van verdediging te kunnen uitoefenen, is het voor zijn cliënt noodzakelijk dat inzage wordt bekomen van alle stukken die betrekking hebben op de fiscale visitatie van 17 december 2013, en niet alleen van die stukken die hieruit werden getrieerd door het Openbaar Ministerie. Zijn cliënt wordt immers strafrechtelijk vervolgd voor het ‘vermeend’ plegen van verschillende sociaalstrafrechtelijke inbreuken, evenals wegens ‘vermeend’ de leidende persoon te zijn geweest van een criminele organisatie in een sociaalstrafrechtelijke zaak. 1.2. Bij mail van 30 april 2020 meldt de FOD Financiën de goede ontvangst van het verzoek om toegang te krijgen tot alle stukken inzake de fiscale visitatie die op 17 december 2013 heeft plaatsgevonden te Bedrijvenpark Coupure 10, 9700 Oudenaarde en van het volledige fiscaal dossier dat werd aangelegd op naam van Bra-Doprava s.r.o.. De FOD Financiën verzoekt de aanvrager dat hij een schriftelijke volmacht zou bezorgen. 1.3. Bij e-mail van 14 augustus 2020 verduidelijkt de aanvrager dat hij optreedt als raadsman voor de heer Kurt De Smet en dus niet voor de vennootschap Bra-Doprava SRO (met als zaakvoerder Dirk Maes). Hij vraagt dat de FOD Financiën zijn verzoek zou heroverwegen aangezien de toegang blijkbaar werd geweigerd op grond van artikel 6, § 2, 2° WOB. Hij licht toe dat het OM zich in de strafprocedure uitsluitend beroep op stukken die werden aangetroffen, meegenomen en gekopieerd tijdens de door de BBI verrichte visitatie. In het strafdossier is echter niets terug te vinden over de wijze waarop deze fiscale visitatie werd gevoerd, noch over de reden en manier waarop deze werd opgestart. Ook is het voor zijn cliënt niet mogelijk om na te gaan of er – naast de door het OM voorgelegde stukken – ook niet nog andere stukken werden aangetroffen tijdens de fiscale visitatie die net in het voordeel van zijn cliënt zouden spreken. Zo 3 wordt er, tegelijkertijd met de strafrechtelijke procedure tegen Bra- Doprava ook een fiscale procedure gevoerd (inzake BTW). In dat kader heeft Bra-Doprava in de strafprocedure al verschillende stukken toegevoegd, die zich niet in het strafdossier bevinden, maar die zich blijkbaar wel in het fiscale dossier bevinden. 1.4. Bij brief van dezelfde dag verzoekt de aanvrager de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna: Commissie, om een advies. De Commissie ontvangt deze adviesaanvraag op 19 augustus 2020. 2. De beoordeling van de aanvraag De Commissie stelt vast dat de aanvrager zijn verzoek tot heroverweging aan de FOD Financiën en zijn verzoek om advies aan de Commissie tegelijkertijd heeft verstuurd zoals artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994 ‘betreffende de openbaarheid van bestuur’ (hierna: wet van 11 april 1994) vereist. In tegenstelling evenwel tot wat de aanvrager beweert, heeft de FOD Financiën nog geen expliciete beslissing genomen over de aanvrager. De FOD Financiën heeft enkel verduidelijking gevraagd in welke hoedanigheid de aanvrager optreedt. Op die vraag om verduidelijking is de aanvrager op dat ogenblik niet ingegaan. Hij deed dat pas in zijn verzoek tot heroverweging. Het is zelfs de vraag of de termijn voor het nemen van een beslissing over de vraag om toegang wel is beginnen lopen aangezien de aanvrager nagelaten heeft om in te gaan op te uitdrukkelijke vraag van de FOD Financiën om verduidelijking te verschaffen. Die informatie was immers noodzakelijk om de aanvraag te kunnen behandelen. De Commissie is van mening dat de termijn slechts is beginnen lopen met ingang van de ontvangst door de FOD Financiën van de e-mail van 14 augustus 2020. Het verzoek tot heroverweging en het verzoek om advies zijn dan ook voortijdig aangezien de FOD Financiën vanaf dat ogenblik beschikt over een termijn van dertig dagen om een beslissing te nemen over de oorspronkelijke aanvraag. De Commissie wenst voorts op te merken dat een aanvrager geen mandaat moet aantonen voor zover hij optreedt namens zijn cliënt. Hij treedt in dit geval in de rechten van zijn cliënt. Hij beschikt in dit geval over geen andere rechten van toegang dan deze die zijn cliënt zelf kan uitoefenen. 4 In principe moet een aanvrager geen belang aantonen. Een belang is enkel vereist voor zover een aanvrager toegang vraagt tot een document van persoonlijke aard. Een document van persoonlijke aard is een “bestuursdocument dat een beoordeling of een waardeoordeel bevat van een met naam genoemd of gemakkelijk identificeerbaar natuurlijk persoon of de beschrijving van een gedrag waarvan het ruchtbaar maken aan die persoon kennelijk nadeel kan berokkenen”. Voor documenten die betrekking hebben op rechtspersonen is nooit een belang vereist. Brussel, 2 september 2020. F. SCHRAM K. LEUS secretaris voorzitster