Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 13/07/2020
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 13 juli 2020 ADVIES 2020-89 met betrekking tot het verkrijgen van een kopie van de beslissingen van de burgemeester van de stad Gent over de aanstellingen in hogere ambt en van de adviezen van de korpschef van de Politiezone Gent (CTB/2020/78) 2 1. Een overzicht 1.1. Bij brief van 13 mei 2020 vraagt meester Peter Crispyn, namens zijn cliënt, de heer X, aan de burgemeester van de stad Gent om een kopie van de door hem getroffen besluiten over de aanstellingen in hoger ambt van de commissarissen Pieter Rogiers en Hans Moors en van de adviezen van de korpschef van de Politiezone Gent. 1.2. Bij aangetekende brief van 15 juni 2020 verzoekt de aanvrager de burgemeester van de stad Gent om zijn impliciete weigeringsbeslissing te herzien. 1.3. Bij aangetekende brief van dezelfde dag verzoekt de aanvrager de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna: Commissie, om een advies. De Commissie ontving deze adviesaanvraag op 29 juni 2020. 2. De ontvankelijkheid van de aanvraag De Commissie is van oordeel dat het verzoek om advies ontvankelijk is. De verzoekster heeft immers voldaan aan de wettelijke vereiste van de gelijktijdigheid van het verzoek tot heroverweging aan de burgemeester van de stad Gent en het verzoek om advies aan de Commissie zoals vastgelegd in artikel 9, § 1 van de wet van 12 november 1997 ‘betreffende de openbaarheid van bestuur in de provincies en gemeenten’ (hierna: wet van 12 november 1997). 3. De gegrondheid van de aanvraag Artikel 32 van de Grondwet, de wet van 11 april 1994 ‘betreffende de openbaarheid van bestuur’ (hierna: wet van 11 april 1994) en de wet van 12 november 1997 huldigen principieel het recht van toegang tot alle bestuursdocumenten. De toegang tot bestuursdocumenten kan slechts worden geweigerd wanneer één of meer uitzonderingsgronden kunnen of moeten worden ingeroepen die zich bevinden in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 en in artikel 7 van de wet van 12 november 1997 en dit inroepen in concreto en op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. Slechts uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend moeten worden 3 geïnterpreteerd (Arbitragehof, arrest nr. 17/97 van 25 maart 1997, overweging B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004, overweging B.3.2). Uitzonderingsgronden moeten immers steeds beperkend worden geïnterpreteerd. De Commissie wenst in de eerste plaats op te merken dat de aanvrager het door de wet vereiste belang heeft niet enkel om toegang te krijgen tot informatie die op hem betrekking heeft, maar ook op informatie die betrekking heeft op andere kandidaten aangezien hij zelf kandidaat is om tijdelijk aangewezen te worden in het ambt van diensthoofd operaties binnen de politiezone Gent. Hij beschikt derhalve bovendien over het vereiste belang voor wat de betrokken bestuursdocumenten van persoonlijke aard betreft. Het beschikken over het vereiste belang verhindert evenwel niet dat eventueel bepaalde uitzonderingsgronden de openbaarmaking zelf in de weg kunnen staan voor bepaalde informatie in de gevraagde bestuursdocumenten. Voor zover de burgemeester geen uitzonderingsgronden inroept en hij dit inroepen behoorlijk in concreto motiveert, is hij ertoe gehouden de gevraagde bestuursdocumenten openbaar te maken. De Commissie wenst tot slot de burgemeester het principe van de gedeeltelijke openbaarmaking in herinnering te brengen, op grond waarvan slechts informatie in een bestuursdocument die onder een uitzonderingsgrond valt, aan de openbaarmaking kan worden onttrokken. Alle andere informatie in een bestuursdocument dient vooralsnog openbaar te worden gemaakt. Brussel, 13 juli 2020. F. SCHRAM K. LEUS secretaris voorzitster