Table des matières

Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis

Advies 27

Met betrekking tot het verkrijgen van een lijst van de ondernemingen die een vrijstelling van accijnzen op fossiele brandstoffen hebben gekregen

Date: 02/03/2020

Transposition

Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten

      Afdeling openbaarheid van bestuur




                      2 maart 2020




                  ADVIES 2020-27

met betrekking tot het verkrijgen van een lijst van de
ondernemingen die een vrijstelling van accijnzen op
       fossiele brandstoffen hebben gekregen

                     (CTB/2020/16)
                                                                         2

   1. Een overzicht

1.1. Bij e-mail van 2 december 2019 vraagt mevrouw X, namens
Greenpeace, op grond van het decreet van 26 maart 2004 ‘betreffende de
openbaarheid van bestuur’ (hierna: decreet van 26 maart 2004) om het
verkrijgen van een afschrift van de lijst van de ondernemingen die hebben
genoten van een vrijstelling van accijnzen op fossiele brandstoffen met
bedrag per onderneming voor de periode 2014-2019 in een excellbestand.

1.2. Bij e-mail van 2 december 2019 bezorgt het departementshoofd van
de FOD Financiën, Douane en Accijnzen, Informatiemanagement,
gegevensbeheer de aanvraag aan een medewerker en vraagt de verzoekster
om meer toelichting.

1.3. Bij e-mail van 2 december 2019 licht de aanvraagster toe waarom ze
het departementshoofd heeft gecontacteerd.

1.4. Bij e-mail van 4 december 2019 bevestigt de FOD Financiën de
ontvangst van de aanvraag. De aanvraagster wordt op de hoogte gebracht
dat de informatie die ze vraagt geen standaardverzoek betreft en dat het
enige tijd zal vragen om het gevraagde excellbestand aan te maken. De
aanvraagster wordt erop gewezen dat niet het decreet van 26 maart 2004
van toepassing is, maar wel de wet van 11 april 1994 ‘betreffende de
openbaarheid van bestuur’ (hierna: wet van 11 april 1994).

1.5. Bij e-mail van 6 december 2019 herformuleert de aanvraagster haar
verzoek om toegang, nu op grond van de wet van 5 augustus 2006
‘betreffende de toegang van het publiek tot milieu-informatie’ (hierna: de
wet van 5 augustus 2006).

1.6. Bij e-mail van 10 december 2019 vraagt de verzoekster de FOD
Financiën haar aanvraag te bevestigen.

1.7. Bij e-mail van 10 december 2019 bevestigt de FOD Financiën aan de
aanvraagster de vraag van 6 december 2019 te hebben ontvangen.

1.8. Bij e-mail van 6 januari 2020 weigert de FOD Financiën gedeeltelijk
de toegang tot de gevraagde informatie op grond van volgende
argumentatie:
                                                                              3

      “Gezien de gevraagde info door de aangevers aan de Algemene
     Administratie van de Douane en Accijnzen (AAD&A) is verstrekt onder de
     vorm van aangiften ten verbruik AC4, betreft het commerciële en
     industriële informatie met vertrouwelijk karakter. Hierdoor zijn de
     uitzonderingen vermeld in art. 27, § 1, 7° en 8° van de Wet van 5 augustus
     2006 betreffende de toegang van het publiek tot milieu-informatie van
     toepassing. Bovendien is elke ambtenaar van de AAD&A conform art. 320
     van de Algemene Wet inzake Douane en Accijnzen van 18 juli 1977
     verplicht tot de meest volstrekte geheimhouding aangaande alle zaken
     waarvan hij wegens de uitvoering van zijn opdracht kennis heeft. Bijgevolg
     kunnen we niet ingaan op uw specifieke vraag om lijsten van
     ondernemingen mee te delen, al dan niet met de overeenstemmende
     bedragen (of hoeveelheden) inzake vrijstellingen. Daarom zullen we per
     jaar (voor de periode 2014-2019) en per relevante aanvullende nationale
     code (de codes aangegeven in het vak 33(5) van de aangiften ten verbruik
     AC4), de totale hoeveelheid mee te delen. We zullen ons hiervoor
     beroepen op de aangiften ten verbruik AC4, waarbij specifieke aanvullende
     nationale codes (cfr. de letter R, of de titel Vrijstellingen inzake
     energieproducten, in het bijvoegsel 7 van het Enig Document) aangegeven
     werden, die betrekking hebben op de fossiele brandstoffen. Op deze
     aangifte wordt het overeenkomstige bedrag echter berekend noch
     aangegeven. We wensen daarom voor alle duidelijkheid te benadrukken
     dat de dienst Gegevensbeheer (en bij uitbreiding, de AAD&A) niet
     beschikt over de gewenste bedragen, in het geval er geen vrijstelling van
     toepassing was. Daarnaast wens ik erop te wijzen dat, ten gevolge van
     annulaties én regularisaties van de historische aangiftes, de aangeboden
     cijfers slechts een momentopname (geldt op het specifieke moment van
     bevraging) schetsen.
     Mede ten gevolge van de eindejaarsperiode heb ik pas vandaag een interne
     beslissing ontvangen aangaande de toetsing van de uitzonderingsgronden
     van bovenvermelde wet van 5 augustus 2006. Bovendien zal het enige tijd
     vergen om deze informatie samen te stellen. Conform art. 22, § 3 en art. 23
     van deze wet zal de mededelingstermijn verlengd worden tot 45
     kalenderdagen. U zal dus zo snel mogelijk, en uiterlijk op 20 januari 2020,
     de informatie vermeld in de vorige paragraaf ontvangen.”

1.9. Bij e-mail van 22 januari 2020 verzoekt de aanvraagster de FOD
Financiën of de gevraagde informatie al beschikbaar is.

1.10. Bij e-mail van 23 januari 2020 antwoordt de FOD Financiën dat
tijdens het samenstellen van het rapport er op anomalieën is gestoten.
Deze werden overgemaakt aan de controlediensten voor verder
                                                                          4

onderzoek. Gezien er een onderzoek lopende is, kunnen voorlopig geen
cijfers worden overgemaakt.

1.11. Bij e-mail van 4 februari 2020 verzoekt de aanvraagster de FOD
Financiën wanneer de gevraagde gegevens beschikbaar zullen zijn.

1.12. Bij e-mail van 14 februari 2020 meldt de FOD Financiën dat volgens
artikel 320 van de Algemene wet inzake douane en accijnzen van 18 juli
1977 geen verder informatie over het onderzoek mag worden
overgemaakt.

1.13. Bij e-mail van 24 februari 2020 verzoekt de aanvrager de FOD
Financiën haar beslissing te heroverwegen. Met een e-mail van dezelfde
dag verzoekt de aanvraagster de Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur,
hierna de Commissie genoemd, om een advies.

2. De beoordeling van de aanvraag

De Commissie oordeelt dat het verzoek om advies niet ontvankelijk is. Ze
stelt immers vast dat de aanvraag van 6 december 2019 de aanvraag van 2
december 2019 vervangt en gebaseerd is op het recht van toegang tot
milieu-informatie zoals gegarandeerd door de wet van 5 augustus 2006. De
FOD Financiën heeft de aanvraag beoordeeld op grond van deze wet. De
Commissie is bevoegd om een advies te verstrekken binnen het kader van
de administratieve beroepsprocedure van de wet van 11 april 1994 en niet
op grond van de wet van 5 augustus 2006. Bovendien stelt de Commissie
vast dat hoe dan ook de gevraagde lijst niet bestaat en dient aangemaakt te
worden. Op grond van artikel 32 van de Grondwet en de verschillende
openbaarheidswetgevingen rust op een administratie geen verplichting
om bestuursdocumenten aan te maken om te voldoen aan een aanvraag.

Brussel, 2 maart 2020.




   F. SCHRAM                                                K. LEUS
   secretaris                                              voorzitster