Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 17/02/2020
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 17 februari 2020 ADVIES 2020-17 met betrekking tot het verkrijgen van AIP’s met betrekking tot de luchthaven van Deurne (CTB/2020/6) 2 1. Een overzicht 1.1. Bij e-mail van 12 december 2019 verzoekt de heer X aan Skeyes om de NOTAM’s en SUP’s met betrekking tot de volgende AIP’s: - maart 2004 - september 2005 - december 2005 - augustus 2011 - december 2015 - maart 2016 - november 2019 Verder vraagt hij een kopie van: - de laatste AIP met de waarde 1475/45 meter in de tabel “Runway Physical Characteristics” (inclusief NOTAM’s en SUP’s); - de daaropvolgende AIP’s, die deze waarde wijzigden, tot en met de eerste AIP die dezelfde waarden weergeeft als deze van 22 december 2005, namelijk 1510/45 meter (eveneens inclusief NATAM’s en SUP’s). 1.2. Omdat hij op 18 december 2019 nog geen ontvangstbevestiging had ontvangen, diende hij via e-mail op die dag een pdf-versie van zijn e- mailverzoek van 12 december 2019 in bij Skeyes. 1.3. Bij e-mail van 19 december 2019 verstuurde Skeyes aan de aanvrager een ontvangstbevestiging van zijn verzoek van 12 december 2019 met de mededeling dat gelet op de komende feestdagen hij diende rekening te houden met het feit dat hij pas in januari 2020 een antwoord zou ontvangen. 1.4. Bij e-mail van 20 december 2019 antwoordt Skeyes dat niet kan ingegaan worden op de aanvraag van 12 december 2019 dat eigenlijk al eerder werd ingediend op 13 november 2019 en waarin de aanvrager Belgocontrol, nu Skeyes, als de door het DGLV aangewezen autoriteit uit te nodigen op een bepaalde dag om inzage te nemen van de verschillende AIP’s en de bijhorende bijlagen betreffende de luchthaven van Deurne vanaf het jaar 2003 tot op heden: “De AIP verschijnt volgens de AIRAC cyclus elke 28 dagen, dit betekent concreet dat u eigenlijk inzage vraagt van om en bij de 208 3 AIP’s wat overeenstemt met meer dan 200.000 bladzijden. Het hoofdstuk met betrekking tot de luchthaven van Deurne beslaat gemiddeld 30 pagina’s of in totaal dus meer dan 6.000 bladzijden. Uw aanvraag heeft bijgevolg betrekking op een bijzonder grote hoeveelheid aan gegevens die over meer dan 200 documenten verspreid zijn. Het manueel opzoeken en kopiëren van de gevraagde gegevens zou een aanzienlijke administratieve werklast met zich meebrengen voor de betrokken dienst. U zal willen begrijpen dat Skeyes geen personeel kan vrijmaken om de bepalingen betreffende de luchthaven van Deurne hieruit te filteren en te kopiëren, noch om u gedurende een aanmerkelijke periode persoonlijk bij deze inzage te begeleiden. Dergelijke inspanningen lijken ons verder te reiken dan wat redelijkerwijze verwacht kan worden. Steunend op voormelde elementen beschouwen wij uw verzoek dan ook als kennelijk onredelijk en wordt u op basis van artikel 6, § 3, 3° van de wet op de openbaarheid van bestuur geen inzage verleend in de ruim 200 AIP’s.” 1.5. Bij e-mail van 21 december 2019 beperkt de aanvrager zijn eerder verzoek tot 3 AIP’s met betrekking tot de luchthaven van Deurne. Aangezien het om periodes van 28 dagen gaat en hij deze niet exact ken, kan hij alleen maar een maand en een jaar aanduiden: - de AIP geldend in de maand december 2005 - de AIP geldend in de maand juli 2014 - de AIP geldend in de maand december 2015 Hij stelt voor dat hij zou worden uitgenodigd om deze in te zien zodat hij eventueel de voor hem nuttige informatie kan noteren en eventueel van enkele pagina’s een kopie te vragen of zelf fotograferen. In het andere geval volstaan kopies in .pdf die hij digitaal wenst te ontvangen. 1.6. Bij e-mail van 15 januari 2020 bezorgt Skeyes aan de aanvrager de gevraagde AIP bestanden. In het volledige bestand voor december 2015 ontbreken enkele kaarten ten gevolge van een toenmalig technisch probleem. Deze ontbrekende kaarten werden apart toegevoegd. 1.7. Bij e-mail van 1 februari 2020 dient de aanvrager bij Skeyes een verzoek tot heroverweging in. Hij vraagt bij e-mail van dezelfde datum de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van 4 bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, een advies uit te brengen. 1.8. Bij e-mail van 2 februari 2020 bezorgt hij de Commissie de leesbevestiging van zijn verzoek tot heroverweging van 1 februari 2020. 1.9. Bij e-mail van 6 februari 2020 meldt de aanvrager dat hij het gevraagde heeft ontvangen. 2. De ontvankelijkheid van de aanvraag De Commissie stelt vast dat door vele e-mailboodschappen en het doorlopen van verschillende vragen om toegang het bijna onmogelijk is voor de Commissie en naar verwacht ook Skeyes het juiste voorwerp van de vraag om toegang te bepalen. Zo is het onduidelijk of de beperking van het aantal AIP’s ook van toepassing moet worden geacht op de aanvraag van 12 december 2019. Dat de aanvrager in zijn verzoek tot heroverweging beweert dat nog steeds rekening moet worden gehouden met de omschrijving van zijn voorwerp in één van zijn e-mails van 12 december 2019 is niet vanzelfsprekend. De Commissie stelt wel vast dat het voorwerp van het verzoek in één van de e-mails van 12 december 2019 en het voorwerp van het verzoek tot heroverweging overeenstemmen. De beide laatste verzoeken werden ingediend meer dan 30 dagen na het indienen van het oorspronkelijk verzoek, zodat bij gebrek aan reactie van Skeyes een stilzwijgende weigeringsbeslissing moet worden geacht te zijn ontstaan. Het verzoek tot heroverweging en het verzoek om advies werden tegelijkertijd ingediend. 3. De gegrondheid van de aanvraag De Commissie stelt vast dat aangezien de aanvrager door Skeyes in het bezit is gesteld van de gevraagde documenten, het verzoek om advies zonder voorwerp is geworden. Dit kan er de Commissie niet van weerhouder de aanvrager en Skeyes in dit specifieke geval te wijzen op een aantal aspecten. De Commissie wenst er vooreerst op te wijzen dat het recht op toegang tot bestuursdocumenten zoals gegarandeerd door artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 tot het laten inzien, het afleveren van kopies 5 van bestuursdocumenten of toelichting verschaffen over bestuursdocumenten niet vereist dat een administratieve overheid in bestuursdocumenten opzoekingen uitvoert. Een dergelijke vraag kan ervoor zorgen dat de grenzen van de kennelijke onredelijkheid worden overschreden, uitzonderingsgrond die op grond van artikel 6, § 3, 3° van de wet van 11 april 1994 kan worden ingeroepen voor zover voldaan is aan de voorwaarden die de Commissie in haar advies 2019-33 heeft aangegeven. Dit advies uit eigen beweging is de raadplegen op de website van de Commissie (www.bestuursdocumenten.be). Als de federale administratieve overheid toch op het verzoek van een aanvrager zou ingaan, is ze evenmin gebonden aan het koninklijk besluit van 17 augustus 2007 tot vaststelling van het bedrag van de vergoeding verschuldigd voor het ontvangen van een afschrift van een bestuursdocument of een document met milieu-informatie (BS 14 september 2007) en kan zij een hogere vergoeding vragen. Gezien de onduidelijkheid van de vraagstelling en de herhaalde vragen tot openbaarmaking van bestuursdocumenten waarbij de aanvrager bovendien e-mails die betrekking hebben op verschillende voorwerpen dezelfde dag heeft verstuurd, het gegeven dat hij voortijdig opnieuw contact heeft opgenomen met Skeyes voor de termijn om een beslissing te nemen voorbij is, kan het best zijn dat Skeyes pas via het verzoek tot heroverweging zicht heeft gekregen van wat de aanvrager precies wenste te ontvangen. Er kan dan ook niet zomaar kwader trouw van Skeyes worden verondersteld. De Commissie wenst er de aanvrager op te wijzen dat hij zijn aanvragen duidelijker dient te formuleren. Zo wordt in zijn vraag van 12 december 2019 die het voorwerp van dit advies uitmaakt niet verduidelijkt dat het gaat om informatie over de luchthaven van Deurne. Brussel, 17 februari 2020. F. SCHRAM K. LEUS secretaris voorzitster