Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 13/01/2020
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 13 januari 2020 ADVIES 2020-3 met betrekking tot de weigering om toegang te verlenen tot de verslagen van de Raad van Bestuur van de Koninklijke Schenking van de afgelopen vijf jaar (CTB/2019/152) 2 1. Een overzicht 1.1. Bij e-mail van 28 oktober 2019 vraagt de heer X aan de Koninklijke Schenking om toegang tot de verslagen van de Raad van Bestuur van de Koninklijke Schenking van de afgelopen vijf jaar. Hij neemt genoegen met inzage. 1.3. Omdat niet werd ingegaan op zijn verzoek, richt de aanvrager bij e- mail van 16 december 2019 een verzoek tot heroverweging aan de Koninklijke Schenking. Hij vraagt diezelfde dag aan de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna de Commissie, om een advies. 2. De ontvankelijkheid van de aanvraag De Commissie is van oordeel dat het verzoek om advies ontvankelijk is. De aanvrager heeft immers voldaan aan de vereiste van de gelijktijdigheid van het verzoek tot heroverweging aan de Koninklijke Schenking en van het verzoek om advies aan de Commissie zoals voorgeschreven door artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994 ‘betreffende de openbaarheid van bestuur’ (hierna: wet van 11 april 1994). 3. De gegrondheid van de aanvraag De Commissie stelt vast dat de aanvrager zich beroept op het feit dat hij als lid van de pers optreedt. De Commissie bemerkt daarbij dat binnen het kader van de openbaarheid van bestuur zoals die zijn grondslag vindt in artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 de leden van de pers niet over bijzondere rechten van toegang tot bestuursdocumenten beschikken. Zij moeten worden gelijkgesteld met de overige leden van het publiek. Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 huldigen principieel het recht van toegang tot alle bestuursdocumenten. De toegang tot bestuursdocumenten kan slechts worden geweigerd wanneer één of meer uitzonderingsgronden kunnen of moeten worden ingeroepen die zich bevinden in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 en dit inroepen in concreto en op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. Slechts uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend geïnterpreteerd moeten 3 worden (Arbitragehof, arrest nr. 17/97 van 25 maart 1997, overweging B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004, overweging B.3.2). Uitzonderingsgronden moeten steeds beperkend worden geïnterpreteerd. In haar advies 2018-13 heeft de Commissie al geoordeeld dat de Koninklijke Schenking moet worden beschouwd als een administratieve overheid in de zin van artikel 14 van de RvS-wet en bijgevolg onder het toepassingsgebied van de wet van 11 april 1994 valt. Voor zover de Koninklijke Schenking geen uitzonderingsgronden inroept en deze behoorlijk in concreto motiveert, is ze ertoe gehouden toegang te verlenen tot de gevraagde bestuursdocumenten. De Commissie wenst tenslotte het principe van de gedeeltelijke openbaarmaking in herinnering te brengen op grond waarvan slechts informatie aan de openbaarmaking kan worden onttrokken voor zover de informatie in een bestuursdocument onder een uitzonderingsgrond valt en het inroepen ervan behoorlijk in concreto is gemotiveerd. Alle andere informatie in een bestuursdocument moet wel degelijk openbaar worden gemaakt. Brussel, 13 januari 2020. F. SCHRAM K. LEUS secretaris voorzitster