Table des matières

Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis

Advies 2

Met betrekking tot de weigering om toegang te verlenen tot documenten in verband met een selectieprocedure

Date: 13/01/2020

Transposition

Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten

    Afdeling openbaarheid van bestuur




                 13 januari 2020




               ADVIES 2020-2

 met betrekking tot de weigering om toegang te
 verlenen tot documenten in verband met een
               selectieprocedure

                 (CTB/2019/151)
                                                                         2

   1. Een overzicht

1.1. Bij e-mail van 21 november 2019 vraagt de heer X aan de
vertegenwoordigster van de FOD BOSA bij de FOD Binnenlandse Zaken
(hierna FOD BOSA) om toegang tot volgende bestuursdocumenten en om
nadere informatie met betrekking tot de selectie voor “Jurist” (CNG19183)
bij de FOD Binnenlandse Zaken (Raad voor Vreemdelingenbetwistingen):
- de opgave en minstens de door hem ingevulde antwoorden van zijn
  selectietesten door hem afgelegd op 18 november 2019 evenals de
  correcte antwoorden van deze selectietesten, dit bij voorkeur steeds in
  de combinatie “vraag-antwoord”.
- de score van de drie onderdelen van de generische competenties te
  onderbouwen (motivatie);
- de wettelijke en reglementaire grondslag van deze drie testen (onderdeel
  van de zogenaamde “generieke screening”) van de FOD BOSA mee te
  delen;
- mee te delen of het incident met de persoon die om extra kladpapier
  verzocht en hierbij protesteerde, gecorrigeerd werd bij de beoordeling
  van de test op die dag.

1.2. Bij e-mail van 26 november 2019 bevestigt de FOD BOSA aan de
aanvrager de ontvangst van zijn klacht en stelt dat contact zal worden
opgenomen met de nodige diensten om de gevraagde antwoorden te
verzamelen om die vervolgens zo snel mogelijk te bezorgen.

1.3. Bij e-mail van 11 december 2019 bezorgt de FOD BOSA aan de
aanvrager het motiveringsverslag van de generieke screening waaraan hij
heeft deelgenomen. Er wordt hem gemeld dat het mogelijk is om de test
bij Selor in te kijken. Met betrekking tot de gestandaardiseerde PC-testen
kan hij geen toegang krijgen tot de juiste antwoorden. Hiervoor wordt
volgende motivering gegeven: “De bedoeling van deze testen is om het
redeneervermogen en het gedrag dat de kandidaat geneigd is om aan te
nemen als ze zijn aangeworven te voorspellen. Indien u tijdens de inzage
toegang zou hebben tot de juiste antwoorden, zullen de doelstelling qua
voorspelbaarheid en evaluatie van de eigenlijke vaardigheden van de
kandidaat de volgende keer dat hij die test aflegt, niet worden behaald.
Selor zou immers de technische kennis die de kandidaten van de test of
van het gedrag hebben, evalueren”. De aanvrager krijgt wel de
mogelijkheid om tijdens een testinzage zijn eigen antwoorden te bekijken.
Hij wordt uitgenodigd hiervoor een afspraak vast te leggen.
                                                                        3

1.4. Bij e-mail van 16 december 2019 dient de aanvrager een verzoek tot
heroverweging in bij de FOD BOSA. Hij vraagt diezelfde dag aan de
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van
bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna de
Commissie, om een advies.

2. De ontvankelijkheid van de aanvraag

De Commissie is van oordeel dat het verzoek om advies ontvankelijk is.
De aanvrager heeft immers voldaan aan de vereiste van de gelijktijdigheid
van het verzoek tot heroverweging aan de FOD BOSA en van het verzoek
om advies aan de Commissie zoals voorgeschreven door artikel 8, § 2 van
de wet van 11 april 1994 ‘betreffende de openbaarheid van bestuur’
(hierna: wet van 11 april 1994).

3. De gegrondheid van de aanvraag

De Commissie wenst er vooraf op te wijzen dat de aanvrager er zich voor
moet hoeden om twee afzonderlijke procedures met elkaar te vermengen,
namelijk eensdeels het indienen van een vraag om toegang tot
bestuursdocumenten op grond van de wet van 11 april 1994 ‘betreffende
de openbaarheid van bestuur’ en, anderdeels, het indienen van een klacht
binnen het kader van de omzendbrief nr. 626 van 14 maart 2013 –
Klantgerichtheid bij de Federale Administraties (BS 22 maart 2013).

Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 huldigen
principieel het recht van toegang tot alle bestuursdocumenten. De toegang
tot bestuursdocumenten kan slechts worden geweigerd wanneer één of
meer uitzonderingsgronden kunnen of moeten worden ingeroepen die
zich bevinden in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 en dit inroepen in
concreto en op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. Slechts
uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden
ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend geïnterpreteerd moeten
worden (Arbitragehof, arrest nr. 17/97 van 25 maart 1997, overweging
B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004,
overweging B.3.2). Uitzonderingsgronden moeten steeds beperkend
worden geïnterpreteerd.

De Commissie wenst te benadrukken dat het recht van toegang enkel slaat
op bestuursdocumenten en niet op informatievragen. Bovendien geldt het
                                                                        4

recht van toegang enkel voor ‘bestaande’ bestuursdocumenten en is een
federale administratieve overheid er niet toe gehouden om
bestuursdocumenten op te maken of te creëren om te voldoen aan de wens
van de aanvrager. De Commissie meent dat enkel aan die voorwaarden
voldaan is, met andere woorden dat het moet gaan om bestaande
bestuursdocumenten, wat de eerste vraag van de aanvrager betreft. Het
beroep moet wat de andere vragen betreft dan ook in het kader van de wet
van 11 april 1994 ongegrond worden geacht.

Voor zover de aanvraag betrekking heeft op de toegang tot
bestuursdocumenten moet de Commissie in dit verband opmerken dat de
FOD BOSA enkel toegang wenst te verlenen tot de eigen antwoorden van
de aanvrager onder de vorm van inzage en weigert om een afschrift te
verlenen. Evenmin wenst ze een afschrift af te leveren van de correcte
antwoorden van de test die de aanvrager heeft afgelegd. In beide gevallen
ontbreekt in de beslissing een motivering waarin één of meer
uitzonderingsgronden uit de wet van 11 april 1994 worden ingeroepen en
dit inroepen behoorlijk in concreet wordt gemotiveerd. De weigering om
toegang te verlenen tot bestaande documenten is dan ook onterecht.

De Commissie heeft moeten vaststellen dat ook in gelijkaardige verzoeken
om toegang tot de documenten van selectie- of bevorderingsexamens de
FOD BOSA op geen enkele wettelijke wijze heeft kunnen verantwoorden
waarom zij de toegang tot de gevraagde documenten weigert. De
Commissie wenst er dan ook op te wijzen dat de FOD BOSA op een
structurele wijze het grondrecht vervat in artikel 32 van de Grondwet
miskent en zich op die wijze buiten de wet van 11 april 1994 plaatst.

Brussel, 13 januari 2020.




   F. SCHRAM                                               K. LEUS
   secretaris                                             voorzitster