Table des matières

Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis

Advies 95

Met betrekking tot het verkrijgen van een aantal documenten die de risicobeoordeling van gewasbeschermers en de bescherming van bijen betreffen

Date: 19/08/2019

Transposition

Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten

     Afdeling openbaarheid van bestuur




                  19 augustus 2019




                ADVIES 2019-95

 met betrekking tot het verkrijgen van een aantal
    documenten die de risicobeoordeling van
 gewasbeschermers en de bescherming van bijen
                    betreffen

                   (CTB/2019/90)
                                                                          2

   1. Een overzicht

1.1. Bij e-mail van 28 juni 2019 vraagt mevrouw X aan de Minister van
Landbouw om haar de documenten te bezorgen die de risicobeoordeling
(“risk assessment”) van gewasbeschermers en de bescherming van bijen
betreffen, uit de periode van 2013 tot vandaag:
     Brieven en e-mails uitgewisseld met vertegenwoordigers van de
        chemische industrie, betreffende gewasbeschermers, de regulering
        ervan en hun gebruik;
     Verslagen van vergaderingen met vertegenwoordigers van de
        chemische industrie, betreffende gewasbeschermers, de regulering
        ervan en hun gebruik;
     Interne nota’s of rapporten betreffende het standpunt van België
        omtrent gewasbeschermers;
     Brieven en e-mails uitgewisseld met vertegenwoordigers van de
        landbouwsector, betreffende gewasbeschermers, de regulering
        ervan en hun gebruik;
     Verslagen van vergaderingen met vertegenwoordigers van de
        landbouwsector, betreffende gewasbeschermers, de regulering
        ervan en hun gebruik;
     Brieven en e-mails uitgewisseld met vertegenwoordigers van andere
        EU-lidstaten, betreffende de regulering van gewasbeschermers en
        hun gebruik;
     Verslagen van vergaderingen met vertegenwoordigers van andere
        EU-lidstaten, betreffende de regulering van gewasbeschermers en
        hun gebruik;
     Brieven en e-mails uitgewisseld met de Europese Commissie (en haar
        uitvoerende agentschappen) betreffende de regulering van
        gewasbeschermers en hun gebruik;
     Verslagen van vergaderingen met de Europese Commissie (en haar
        uitvoerende agentschappen) betreffende de regulering van
        gewasbeschermers en hun gebruik;
     Brieven en e-mails uitgewisseld met de European Food Safety
        Agency betreffende de regulering van gewasbeschermers en hun
        gebruik;
     Verslagen van vergadering met de European Food Safety Agency
        betreffende de regulering van gewasbeschermers en hun gebruik.

1.2. Omdat zij op haar aanvraag geen reactie ontvangt binnen de wet van
11 april 1994 ‘betreffende de openbaarheid van bestuur’ (hierna: wet van
11 april 1994) bepaalde termijn dient ze bij e-mail van 5 augustus 2019 een
verzoek tot heroverweging in bij de bevoegde minister. In diezelfde e-mail
                                                                         3

vraagt ze de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van
bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna
Commissie genaamd, om een advies.

1.3. Bij e-mail van 6 augustus 2019 antwoordt het kabinet van de minister
dat ze de aanvraagster niet verder kan helpen, omdat de documenten die
zij opvraagt in het bezit zijn van de DG 4 van de FOD Volksgezondheid,
Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

1.4. Bij e-mail van 7 augustus 2019 richt de aanvraagster zich opnieuw tot
de minister en tot de Commissie en stelt dat ze zich niet kan voorstellen
dat er niet op zijn minst enkele van de gevraagde documenten in het bezit
zijn van de minister, omdat haar vraag immers bijvoorbeeld ook verslagen
omvat van vergaderingen waaraan de minister (of medewerkers van zijn
kabinet) hebben deelgenomen.

   2. De ontvankelijkheid van de aanvraag

De Commissie is van oordeel dat het verzoek om advies ontvankelijk is. Er
is immers voldaan aan de gelijktijdigheid van het verzoek tot
heroverweging bij de Minister van Landbouw en het verzoek om advies
aan de Commissie zoals artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994
‘betreffende de openbaarheid van bestuur’ voorschrijft.

   3. De gegrondheid van de aanvraag

Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 huldigen
principieel het recht van toegang tot alle bestuursdocumenten. De toegang
tot bestuursdocumenten kan slechts worden geweigerd wanneer één of
meer uitzonderingsgronden kunnen of moeten worden ingeroepen die
zich bevinden in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 en dit inroepen in
concreto en op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. Slechts
uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden
ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend geïnterpreteerd moeten
worden (Arbitragehof, arrest nr. 17/97 van 25 maart 1997, overweging
B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004,
overweging B.3.2).

Opdat het recht van toegang kan worden uitgeoefend, is vereist dat de
gevraagde bestuursdocumenten bestaan en in het bezit zijn van de
                                                                          4

betrokken federale administratieve overheid. Als de toegang wordt
gevraagd tot bestuursdocumenten bij de minister, dan moet daaronder ook
worden begrepen, de bestuursdocumenten die in het bezit zijn van de
administratie waarover de betrokken minister zeggenschap heeft.
Hieronder vallen niet de documenten die de kabinetten opstellen ter
ondersteuning van de minister tenzij het gaat om documenten die aan de
administratie worden bezorgd. De Minister van Landbouw kan niet
doorverwijzen naar een administratie als hijzelf of de administratie
waarvoor hij verantwoordelijk is de gevraagde bestuursdocumenten in
haar bezit heeft. De minister moet bijgevolg zorgvuldig nagaan of hij of de
administratie waarvoor hij verantwoordelijk is, de gevraagde
bestuursdocumenten in zijn of haar bezit heeft. Slechts wanneer dit niet
het geval is, kan hij de aanvraagster doorverwijzen.

Als de minister of zijn administratie bepaalde van de gevraagde
bestuursdocumenten in zijn bezit heeft, dient hij na te gaan of bepaalde
informatie onder één of meer uitzonderingsgronden valt en moet hij het
inroepen ervan in concreto behoorlijk motiveren.

De Commissie wenst ook te herinneren aan het principe van de
gedeeltelijke openbaarheid op grond waarvan enkel informatie aan de
openbaarmaking     kan     worden onttrokken        die    onder   een
uitzonderingsgrond valt. Alle andere informatie moet vooralsnog worden
openbaar gemaakt.


Brussel, 19 augustus 2019.




   F. SCHRAM                                                K. LEUS
   secretaris                                              voorzitster