Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 25/06/2019
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 25 juni 2019 ADVIES 2019-64 met betrekking tot het verkrijgen van een toelichting over een zin in brief (CTB/2019/58) 2 1. Een overzicht 1.1. Bij e-mail van 29 april 2019 vraagt de heer X in zijn hoedanigheid van zijn moeder, mevrouw Y, hiertoe behoorlijk gemachtigd ingevolge lastgevingsovereenkomst verleden bij notariële akte op 21 februari 2018, Rep. Nr. 2018/18122, voor de heer Tom Verhaegen, geassocieerd notaris met standplaats te Overijse, geregistreerd in het Centraal register van lastgevingsovereenkomsten met het oog op het regelen van een buitengerechtelijke bescherming met Certificaat van de registratie in het Centraal Register van Lastgevingsovereenkomsten met kenmerk CRL- 2018022100065 om uitleg over de zin “Ondertussen zijn alle aangestelde notarissen al opgevolgd, wat op zich al veelzeggend is” in de brief van notaris Z van 3 april 2019 gericht aan en in het bezit van het Genootschap van Notarissen Vlaams-Brabant. 1.2. Omdat niet werd ingegaan op zijn verzoek, dient de aanvrager bij e-mail van 5 juni 2019 een verzoek tot heroverweging in bij het Genootschap voor Notarissen Vlaams-Brabant. Diezelfde dag verzoekt hij de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd, om een advies. 2. De ontvankelijkheid van de aanvraag De Commissie is van oordeel dat het verzoek om advies ontvankelijk is. Zoals artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994 ‘betreffende de openbaarheid van bestuur’ (hierna: de wet van 11 april 1994) voorschrijft, heeft de aanvrager zijn verzoek om advies aan de Commissie en het verzoek tot heroverweging aan het Genootschap voor Notarissen Vlaams- Brabant tegelijkertijd ingediend. 3. De gegrondheid van de aanvraag Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 huldigen principieel het recht van toegang tot alle bestuursdocumenten. De toegang tot bestuursdocumenten kan slechts worden geweigerd wanneer één of meer uitzonderingsgronden kunnen of moeten worden ingeroepen die zich bevinden in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 en dit inroepen in concreto en op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. Slechts uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden 3 ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend geïnterpreteerd moeten worden (Arbitragehof, arrest nr. 17/97 van 25 maart 1997, overweging B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004, overweging B.3.2). Zoals de Commissie in het verleden al meermaals heeft geoordeeld, moet het Genootschap van Notarissen Vlaams-Brabant worden beschouwd als een federale administratieve overheid die onder het toepassingsgebied valt van de wet van 11 april 1994. De Commissie wenst er echter op te wijzen dat aan de rechten die de wet van 11 april 1994 toekent geen ruimere betekenis mag worden gegeven dan wat de grondwetgever en de wetgever op het oog had. Zo houdt het recht van toegang, dat een recht op inzage, een recht op het verkrijgen van een afschrift en een recht op uitleg omvat, geen verplichting in om nieuwe bestuursdocumenten op te maken. Het recht op uitleg houdt weliswaar een recht in om de inhoud van een bestuursdocument in begrijpelijke taal te vernemen, maar impliceert niet dat een verdere toelichting zou moeten worden gegeven van de beweegredenen die aan een bepaalde uitspraak in een bestuursdocument ten grondslag ligt. Brussel, 25 juni 2019. F. SCHRAM K. LEUS secretaris voorzitster