Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 27/05/2019
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 27 mei 2019 ADVIES 2019-50 met betrekking tot het verkrijgen van documenten met betrekking tot een tuchtprocedure die tegen de aanvrager werd ingediend (CTB/2019/44) 2 1. Een overzicht 1.1. Bij fax van niet nader bepaalde datum vraagt de heer X aan het Ministerie van Landsverdediging om een kopie van de gematerialiseerde informatie over de tuchtprocedure die tegen hem werd ingesteld, “meer specifiek het e-mailverkeer tussen derden en Kol. Flamant aangaande deze procedure en mogelijk onderzoek naar mij, het e-mailverkeer tussen derden en Majoor Freys, derden en Kapitein Meurice aangaande deze procedure en mogelijk onderzoek en alle andere e-mailverkeer en relevante informatie hieromtrent”. Verder vraagt hij een kopie over “specifieke informatie naar wie de ‘hogerhand' is die kapitein Meurice heeft gevraagd mij te straffen” en eventueel “het gematerialiseerd onderzoek-dossier naar mijn sociale media activiteiten en andere.” 1.2. Bij brief van 8 mei 2019 oordeelt het Administratief en Technisch Secretariaat van de minister van Landsverdediging dat de aanvraag juridisch ontvankelijk werd bevonden en dat aanvrager in bijlage de gevraagde documenten vindt. 1.3. Bij e-mail van 16 mei 2019 dient de aanvrager een verzoek tot heroverweging in bij het Ministerie van Landsverdediging. Tegelijkertijd verzoekt hij de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur (hierna Commissie genoemd) om een advies. 2. De ontvankelijkheid van de aanvraag De Commissie is van oordeel dat het verzoek om advies ontvankelijk is. Zoals artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994 ‘betreffende de openbaarheid van bestuur’ (hierna: de wet van 11 april 1994) voorschrijft, heeft de aanvrager zijn verzoek om advies aan de Commissie en het verzoek tot heroverweging aan Ministerie van Landsverdediging tegelijkertijd ingediend. 3. De gegrondheid van de aanvraag De Commissie stelt vast dat het Ministerie van Landsverdediging de toegang tot de gevraagde documenten niet formeel weigert, maar de aanvrager slechts toegang verleent tot drie documenten en niet tot andere documenten die blijken te bestaan en waarnaar de aanvrager bij wijze van 3 voorbeeld verwijst in zijn verzoek tot heroverweging. In elk geval heeft de aanvrager het vereiste belang om toegang te hebben tot documenten van persoonlijke aard die op hemzelf betrekking hebben. De Commissie beveelt het Ministerie van Landsverdediging dan ook aan na te gaan waar deze documenten zich bevinden en te onderzoeken of er geen uitzonderingsgronden zijn die zich tegen de openbaarmaking verzetten. Hierbij dient het rekening te houden met het feit dat artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 principieel het recht van toegang tot alle bestuursdocumenten huldigen. De toegang tot bestuursdocumenten kan slechts worden geweigerd wanneer één of meer uitzonderingsgronden kunnen of moeten worden ingeroepen die zich bevinden in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 en dit inroepen in concreto en op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. Slechts uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend geïnterpreteerd moeten worden (Arbitragehof, arrest nr. 17/97 van 25 maart 1997, overweging B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004, overweging B.3.2). Brussel, 27 mei 2019. F. SCHRAM K. LEUS secretaris voorzitster