Table des matières

Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis

Advies 46

Met betrekking tot het verkrijgen van alle bestuursdocumenten die aantonen dat de Veiligheid van de Staat de klimaatbetogingen en de organisatoren ervan niet opvolgt

Date: 27/05/2019

Transposition

 Commissie voor de toegang tot en het
 hergebruik van bestuursdocumenten

       Afdeling openbaarheid van bestuur




                      27 mei 2019




                  ADVIES 2019-46

      met betrekking tot het verkrijgen van alle
 bestuursdocumenten die aantonen dat de Veiligheid
van de Staat de klimaatbetogingen en de organisatoren
                   ervan niet opvolgt

                     (CTB/2019/40)
                                                                           2

   1. Een overzicht

1.1. Bij e-mail van 11 februari 2019 vraagt de heer X, namens stRaten-
generaal om een digitaal afschrift van alle bestuursdocumenten op grond
waarvan de minister van Justitie op 6 februari 2019 in de bevoegde
commissie van de Kamer van Volksvertegenwoordigers kon verklaren dat
de Veiligheid van de Staat de klimaatbetogingen en de organisatoren ervan
niet opvolgt.

1.2. Bij e-mail van 13 maart 2019 reageert het kabinet van de minister van
Justitie negatief door te verwijzen naar het advies nr. 2016-90 van 5
september 2016 van de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik
van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur (hierna
Commissie genoemd).

1.3. Omdat hij het niet eens is met die afwijzing dient verzoeker op 18
maart 2019 een verzoek tot heroverweging in bij het kabinet van de
minister van Justitie. Diezelfde dag verzoekt hij ook de Commissie om een
advies.

1.4. Tijdens haar vergadering van 1 april 2019 neemt de Commissie haar
advies aan in deze zaak. Het advies draagt het nummer 2019-26.

1.5. In een e-mail van 2 april 2019 reageert de aanvrager op de afwijzing
van het verzoek tot heroverweging.

1.6. Bij e-mail van 8 april 2019 vraagt de aanvrager opnieuw aan de
minister om toegang tot het document dat hij al eerder aanvroeg.

1.7 Bij e-mail van 3 mei 2019 wordt de aanvraag door de beleidscel
opnieuw geweigerd en wezenlijk wordt daarbij dezelfde motivering
aangevoerd: “Zoals gezegd, en omstandig gemotiveerd in eerdere mails, is
de wet van 11 april 1994 ‘betreffende de openbaarheid van bestuur’ niet
van toepassing op leden van de Beleidscel. Het komt bijgevolg ook niet toe
aan het kabinet om bestuursdocumenten van administratieve overheden
te verspreiden. De minister van Justitie is principieel niet akkoord met het
advies, in die zin dat de informatie die de VSSE aan de minister bezorgde
met het oog op het voorbereiden van het antwoord op de parlementaire
vraag niet kan beschouwd worden als een administratief stuk. De
informatie die de VSSE aan de Beleidscel verstrekte, maakt inherent deel
                                                                         3

uit van het uitoefenen van één van de opdrachten van de Beleidscel,
namelijk het voorbereiden en het ondersteunen van de minister bij het
antwoorden op de vraag van een parlementslid. De minister van Justitie
blijft dus van oordeel dat de uitzondering voorzien in de wet van 11 april
1994 voor kabinetten van toepassing is. Dit is een principieel standpunt
dat los staat van dit specifieke dossier. De minister van Justitie kan u
verzekeren dat er inhoudelijk niets in het document van de VSSE anders
was dan wat in het antwoord op de parlementaire vraag werd gezegd. De
minister blijft van mening dat dit document niet moet worden gedeeld.”

1.8. Bij e-mail van 6 mei 2019 dient de aanvrager een verzoek tot
heroverweging in bij de Minister van Justitie. Bij e-mail van dezelfde
datum verzoekt hij de Commissie om een advies

   2. De ontvankelijkheid van de aanvraag

De Commissie is van oordeel dat het verzoek om advies ontvankelijk is.
Zoals de wet van 11 april 1994 ‘betreffende de openbaarheid van bestuur’
(hierna: de wet van 11 april 1994) voorschrijft heeft de aanvrager zijn
verzoek om advies aan de Commissie en het verzoek tot heroverweging
aan de minister van Justitie tegelijkertijd ingediend. Uit de rechtspraak
van de Raad van State blijkt dat een aanvrager steeds de procedure
opnieuw kan beginnen, zonder dat het daarbij noodzakelijk is dat hij de
procedure van zijn eerste aanvraag volledig heeft afgerond
                                                                         4

3. De gegrondheid van de aanvraag

Ook al kan een aanvrager zijn vraag om toegang tot dezelfde
bestuursdocumenten opnieuw stellen, toch meent de Commissie dat
aangezien de minister geen nieuwe argumenten aanvoert dan deze die al
werden ingeroepen voor de eerste aanvraag, de Commissie kan volstaan
met te verwijzen naar haar advies 2019-26 en de daarin ingeroepen
motivering. De Commissie bevestigt hiermee dan ook haar in dat advies
ontwikkeld standpunt. Ze wenst voorts te benadrukken dat de aanvrager
niet vraagt dat de Beleidscel tot de openbaarmaking zou overgaan, maar
wel dat de minister aan wie de VSSE haar standpunt ter kennis heeft
gebracht en die de administratieve overheid is in de zin van de wet van 11
april 1994, een beslissing zou nemen over zijn aanvraag.


Brussel, 27 mei 2019.




   F. SCHRAM                                               K. LEUS
   secretaris                                             voorzitster