Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 1/04/2019
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 1 april 2019 ADVIES 2019-30 met betrekking tot het verkrijgen van toegang tot het officieel advies vanwege de FOD BiZa over het Migratiepact (CTB/2019/25) 2 1. Een overzicht 1.1. De heer X vroeg in een e-mail van 14 december 2018 aan de FOD Binnenlandse Zaken om een kopie van het volledige advies, evenals van eventuele daarmee gekoppelde stukken aan de FOD BiZa’ over het zgn. Migratiepact. 1.2. Bij e-mail van 5 februari 2019 herhaalde hij zijn aanvraag. 1.3. Bij e-mail van 27 maart 2019 verzoekt de heer X de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd, om een advies nadat hij “reeds verscheidene malen – sinds 14 december 2018 – een vraag heeft ingediend bij de FOD Binnenlandse Zaken en dat hij daarop geen antwoord heeft gekregen”. 2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag De Commissie is van oordeel dat de adviesaanvraag niet ontvankelijk is. De verzoeker heeft immers niet zoals de wet van 11 april 1994 ‘betreffende de openbaarheid van bestuur’ (hierna: wet van 11 april 1994) vereist tegelijkertijd een verzoek tot heroverweging aan de FOD Binnenlandse Zaken en een verzoek om advies aan de Commissie gericht. De wetgever heeft geen andere vorm- en inhoudelijke vereisten gesteld aan een verzoek tot heroverweging. Als verzoek tot heroverweging moet te dezen worden beschouwd de e-mail van 5 februari 2019 waarin verzoeker zijn ontevredenheid uit over het feit dat hij moeilijkheden ondervindt om de gevraagde bestuursdocumenten te ontvangen. Op dat ogenblik werd echter nagelaten om een verzoek om advies aan de Commissie toe te sturen. Dit gebeurde pas op 27 maart 2019, dit is op een ogenblik dat er al een stilzwijgende weigeringsbeslissing tot stand was gekomen over het verzoek tot heroverweging van 18 december 2018. De Commissie is niet langer bevoegd eenmaal een beslissing, zij moge dan al stilzwijgend zijn, over het verzoek tot heroverweging tot stand is gekomen. Het staat de aanvrager natuurlijk vrij de procedure volledig over te doen, d.w.z. dat hij een nieuw verzoek om toegang tot de FOD Binnenlandse Zaken kan richten en wanneer hier niet op wordt ingegaan binnen 30 dagen, kan hij de administratieve beroepsprocedure aanvatten die inhoudt 3 dat hij een verzoek tot heroverweging richt aan de FOD Binnenlandse Zaken en tegelijkertijd een verzoek om advies richt aan de Commissie. Brussel, 1 april 2019. F. SCHRAM K. LEUS secretaris voorzitster