Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 1/04/2019
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 1 april 2019 ADVIES 2019-29 met betrekking tot het verkrijgen van toegang tot de algemene dienstvoorwaarden voor de uitbating van postwinkels (CTB/2019/24) 2 1. Een overzicht 1.1. De heer X vroeg Bpost vanaf 27 maart 2018 verschillende malen om hem de “algemene dienstvoorwaarden voor de postwinkels (thans postpunten)” toe te sturen en, uiteindelijk, “zoals zij golden en eventueel gewijzigd werden sinds 2014 tot op heden 18 december 2018 en dit voor respectievelijk Wallonië, Vlaanderen en de negentien gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze dienstvoorwaarden bekwam hij graag in hun Nederlandstalige en hun Franstalige versies. 1.2. Bij bericht van 7 december 2018 weigert Bpost deze algemene voorwaarden te bezorgen om volgende reden: “De overeenkomst tussen het postpunt en Bpost is echter een vertrouwelijk document waarvan we de inhoud niet kunnen meedelen aan derden”. 1.3. Bij e-mail van 18 december 2018 beklaagt de aanvrager er zich bij Bpost over dat hij niet zijn gevraagde documenten verkrijgt. Hij vraagt immers niet de overeenkomst tussen het postpunt en Bpost op, maar de algemene dienstvoorwaarden voor de uitbating van postwinkels. 1.4. Bij e-mail van 22 maart 2019 vraagt hij de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd, om een advies. Hij meldt ook dat hij Bpost heeft aangeschreven met verzoek tot mededeling van de betreffende documenten (kopie van het bericht met dossiernummer 1-18070523901) zonder dat hij de Commissie in het bezit kan stellen van zijn nieuw verzoek. 2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag De Commissie is van oordeel dat de adviesaanvraag niet ontvankelijk is. De verzoeker heeft immers niet zoals de wet van 11 april 1994 ‘betreffende de openbaarheid van bestuur’ (hierna: wet van 11 april 1994) vereist tegelijkertijd een verzoek tot heroverweging aan Bpost en een verzoek om advies aan de Commissie gericht. De wetgever heeft geen andere vorm- en inhoudelijke vereisten gesteld aan een verzoek tot heroverweging. Te dezen echter is het verzoek tot heroverweging de e-mail van 18 december 2018 waarin de verzoeker zijn ontevredenheid uit over het feit dat hij moeilijkheden ondervindt om de gevraagde bestuursdocumenten te ontvangen. Op dat ogenblik werd nagelaten om een verzoek om advies 3 aan de Commissie te sturen. Dit gebeurde pas op 22 maart 2019 op een ogenblik dat er al een stilzwijgende weigeringsbeslissing tot stand was gekomen over het verzoek tot heroverweging van 18 december 2018. De Commissie is niet langer bevoegd eenmaal een beslissing, ook al is ze, zoals te dezen, stilzwijgend, over het verzoek tot heroverweging tot stand is gekomen. De Commissie wil er Bpost wel op wijzen dat het ervoor moet zorgen dat een aanvrager in staat is om een kopie over te maken van zijn verzoeken die hij bij haar indient, zodat de aanvrager bij een eventueel administratief beroep deze ook aan de Commissie kan bezorgen. Het staat de aanvrager natuurlijk vrij de procedure volledig over te doen, d.w.z. dat hij een nieuw verzoek om toegang tot Bpost kan richten en wanneer hier niet op wordt ingegaan binnen 30 dagen, kan hij de administratieve beroepsprocedure aanvatten die inhoudt dat hij een verzoek tot heroverweging richt aan Bpost en tegelijkertijd een verzoek om advies richt aan de Commissie. Brussel, 1 april 2019. F. SCHRAM K. LEUS secretaris voorzitster