Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 4/11/2019
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 4 november 2019 ADVIES 2019-139 met betrekking tot het verkrijgen van een kopie van documenten die betrekking hebben op het terugbetalingsdossier Scenesse (CTB/2019/134) 2 1. Een overzicht 1.1. Bij e-mail van 24 juli 2019 vraagt de heer X aan het RIZIV om het evaluatierapport, evenals alle andere documenten in het dossier Scenesse die mogen worden vrijgegeven in verband met de aanvraag tot tussenkomst bij het RIZIV voor het geneesmiddel Scenesse uitgaande van Clinuvel Pharmaceuticals. 1.2. Bij e-mail van 17 oktober 2019 deelt het RIZIV mee dat er geen documenten beschikbaar zijn voor het publiek aangezien de firma de opgestarte procedure heeft stopgezet. 1.3. Omdat hij het niet eens is met de weigering, vraagt hij bij brief aan het RIZIV zijn beslissing te heroverwegen. Bij brief van 22 oktober 2019 vraagt hij de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna de Commissie, om een advies. 2. De ontvankelijkheid van de aanvraag De Commissie is van oordeel dat het verzoek om advies ontvankelijk is. De aanvrager heeft immers voldaan aan de vereiste van de gelijktijdigheid van het verzoek tot heroverweging aan RIZIV en van het verzoek om advies aan de Commissie zoals voorgeschreven door artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994 ‘betreffende de openbaarheid van bestuur’ (hierna: wet van 11 april 1994). 3. De gegrondheid van de aanvraag Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 huldigen principieel het recht van toegang tot alle bestuursdocumenten. De toegang tot bestuursdocumenten kan slechts worden geweigerd wanneer één of meer uitzonderingsgronden kunnen of moeten worden ingeroepen die zich bevinden in artikel 6 van de wet van 11 april 1994 en dit inroepen in concreto en op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. Slechts uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend geïnterpreteerd moeten worden (Arbitragehof, arrest nr. 17/97 van 25 maart 1997, overweging B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004, 3 overweging B.3.2). Uitzonderingsgronden moeten steeds beperkend worden geïnterpreteerd. Het RIZIV kan de toegang tot de gevraagde documenten die ze in haar bezit heeft slechts weigeren op grond van een of meer uitzonderingsgronden en ze het inroepen ervan behoorlijk in concreto motiveert. De Commissie wenst het RIZIV verder te wijzen op het principe van de gedeeltelijke openbaarheid op grond waarvan slechts informatie in een bestuursdocument aan de openbaarmaking kan worden onttrokken als deze onder een uitzonderingsgrond valt. Alle andere informatie in een bestuursdocument moet openbaar worden gemaakt. Brussel, 4 november 2019. F. SCHRAM K. LEUS secretaris voorzitster