Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 12/07/2018
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 12 juli 2018 ADVIES 2018-89 met betrekking tot het verkrijgen van documenten waarin het antwoord op bepaalde vragen is terug te vinden (CTB/2018/86) 2 1. Een overzicht 1.1. Bij e-mail van 22 mei 2018 vraagt de heer X aan de FOD Justitie om te vernemen op basis van welke rechtsgronden hij niet zijn eigen tarieven zou kunnen toepassen, naast een aantal andere vragen. 1.2. Bij e-mail van 25 mei 2018 herhaalt de aanvrager zijn verzoek aan de FOD Justitie. 1.3. Bij e-mail van 31 mei 2018 vraagt hij op grond van de wet van 11 april 1994 inzage in de bestuursdocumenten waaruit zou blijken dat: a) Voogden de vrijheid hebben om te kiezen tussen al dan niet beëdigde vertalers/tolken. b) Totstandkoming en overeenkomst met sociale vertalers en/of tolkendiensten c) Beëdigd vertalers en tolken het tarief inzake strafzaken moeten toepassen als ze opdrachten aanvaarden. d) Zelfstandige ondernemers door de FOD Justitie zonder enige rechtsgrond verplicht kunnen worden om aan dumpingprijzen te werken. 1.4. Bij e-mail van 1 juni 2018 antwoordt de FOD Justitie dat er contact zal worden opgenomen met de dienst Boekhouding. Bij die e-mail wordt een koninklijk besluit van 22 december 2016 tot vaststelling van het tarief voor prestaties van vertalers en tolken in strafzaken op vordering van de gerechtelijke overheden, toegevoegd. 1.5. Bij e-mail van 1 juni 2018 beklaagt de aanvrager er zich over dat hij niet het correcte koninklijk besluit heeft ontvangen en herhaalt hij zijn vraag om toegang. 1.6. Bij e-mail van 1 juni 2018 antwoordt de FOD Justitie dat de vraag verder intern zal worden besproken. 1.7. Bij e-mail van 10 juni 2018 herhaalt de aanvrager zijn verzoek. 1.8. Bij e-mail van 5 juli 2018 dient de aanvrager een verzoek tot heroverweging in bij de FOD Justitie en hij wendt zich via e-mail die dag ook tot de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van 3 bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd. 2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag De Commissie is van oordeel dat het verzoek om advies ontvankelijk is voor zover de aanvrager een recht op inzage wenst. Aangezien hij slechts toegang onder de vorm van inzage wenst, kan hij op grond van deze vraag geen kopie ontvangen. Hij dient daartoe een nieuwe aanvraag in te dienen. Voor het overige heeft hij voldaan aan de wettelijke vereiste van artikel 8, § 3 van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur (hierna: wet van 11 april 1994) aangezien het verzoek tot heroverweging aan de FOD Justitie en het verzoek om advies aan de Commissie tegelijkertijd werden ingediend 3. De gegrondheid van de adviesaanvraag Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 huldigen principieel het recht van toegang tot alle bestuursdocumenten. De toegang tot bestuursdocumenten kan slechts worden geweigerd wanneer één of meer uitzonderingsgronden kunnen of moeten worden ingeroepen die zich bevinden in artikel 6, §§ 1 en 2, van de wet van 11 april 1994 en dit inroepen in concreto en op pertinente wijze kan worden gemotiveerd. Slechts uitzonderingsgronden die bij wet zijn opgelegd kunnen worden ingeroepen en bovendien geldt dat ze beperkend geïnterpreteerd moeten worden (Arbitragehof, arrest nr. 17/97 van 25 maart 1997, overweging B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest nr. 150/2004 van 15 september 2004, overweging B.3.2). De Commissie wenst er op te wijzen dat de aanvrager om toegang tot bestuursdocumenten te krijgen, moet voldoen aan de voorwaarden die artikel 5 van de wet van 11 april 1994 stelt, namelijk dat de vraag duidelijk de betrokken aangelegenheid en, waar mogelijk, de betrokken bestuursdocumenten vermeldt. Het is bovendien aangewezen dat de aanvraag op een zo objectief mogelijke wijze is geformuleerd. Een aanvraag kan niet inhouden dat de FOD Justitie om het betrokken bestuursdocument te kunnen identificeren voorafgaandelijk een juridische interpretatie zou moeten uitvoeren om omtrent het toepassingsgebied van mogelijke relevante regelgevingen tot een antwoord te komen op vragen waarop de aanvrager een antwoord zou 4 willen krijgen. Het is maar voor zover iemand die vertrouwd is met het onderwerp, weet op welk bestuursdocument de aanvraag betrekking heeft, dat de aanvraag onder de toepassing van de wet van 11 april 1994 en van artikel 32 van de Grondwet valt. Slechts voor zover de aanvraag voldoende duidelijk is, is de FOD Justitie ertoe gehouden de gevraagde bestuursdocumenten openbaar te maken. De Commissie ziet alvast geen redenen waarom de toegang zou moeten of kunnen worden geweigerd. Brussel, 12 juli 2018. F. SCHRAM K. LEUS secretaris voorzitster