Table des matières

Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis

Advies 72

Met betrekking tot het verkrijgen van de notulen van de vergaderingen van de Kansspelcommissie

Date: 26/06/2018

Transposition

Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten

      Afdeling openbaarheid van bestuur




                     26 juni 2018




                 ADVIES 2018-72

met betrekking tot het verkrijgen van de notulen van
    de vergaderingen van de Kansspelcommissie

                    (CTB/2018/69)
                                                                        2

   1. Een overzicht

1.1. Bij e-mail van 11 juni 2018 vraagt de heer Jeroen Bossaert om inzage
of een kopie van de notulen van de vergaderingen van de
Kansspelcommissie in 2016.

1.2. Op 12 juni 2018 antwoordt de Kansspelcommissie bij e-mail dat de
aanvrager een reden (item, belang …) dient te uiten.

1.3. Op 12 juni 2018 meldt de heer Bossaert bij e-mail dat de aanvraag
kadert in journalistieke research.

1.4. Bij e-mail van 13 juni 2018 vraagt de aanvrager of zijn
verduidelijking goed werd ontvangen en wanneer hij de notulen zal
ontvangen.

1.5. Bij e-mail van 13 juni 2018 antwoordt de Kansspelcommissie dat er
uitzonderingsgronden zijn en dat bovendien delen van de verslagen
onder de geheimhoudingsplicht valt, dat zij afbreuk kunnen doen aan de
persoonlijke levenssfeer, zij informatie bevatten ten behoeve van een
strafvordering of de vordering van een administratieve sanctie.
Bovendien kan er schade voortvloeien voor betrokken instanties en de
goede werking in het gedrang komen als de informatie op een eenzijdige
manier wordt belicht. Verder oordeelt de Kansspelcommissie dat de
aanvraag te algemeen blijft.

1.6. Bij e-mail van 13 juni 2018 dient de aanvrager een verzoek tot
heroverweging in bij de Kansspelcommissie. Bij-email van dezelfde dag
dient hij ook een verzoek in bij de Commissie voor de toegang tot en het
hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur,
hierna Commissie genoemd.
                                                                        3

   2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag

De Commissie is van mening dat de aanvraag ontvankelijk is. De
aanvrager heeft immers voldaan aan de wettelijke vereiste van de
gelijktijdigheid, want het verzoek tot heroverweging bij de
Kansspelcommissie en het verzoek om advies aan de Commissie werden
dezelfde dag ingediend zoals artikel 8, § 3 van de wet van 11 april 1994
‘betreffende de openbaarheid van bestuur’ (hierna: wet van 11 april
1994) vereist.

   3. De gegrondheid van de adviesaanvraag

Artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 huldigen
principieel het recht van toegang tot alle bestuursdocumenten. De
toegang tot bestuursdocumenten kan slechts worden geweigerd wanneer
één of meer uitzonderingsgronden kunnen of moeten worden
ingeroepen die zich bevinden in artikel 6, §§ 1 en 2, van de wet van 11
april 1994 en dit inroepen in concreto en op pertinente wijze kan
worden gemotiveerd. Slechts uitzonderingsgronden die bij wet zijn
opgelegd kunnen worden ingeroepen en bovendien geldt dat ze
beperkend geïnterpreteerd moeten worden (Arbitragehof, arrest nr.
17/97 van 25 maart 1997, overweging B.2.1 en 2.2 en Arbitragehof, arrest
nr. 150/2004 van 15 september 2004, overweging B.3.2).

De Commissie wenst vooreerst op te merken dat het de
Kansspelcommissie niet toekomt om voor zover de informatie geen
betrekking heeft op de toegang tot een document van persoonlijke aard
om een belang of reden te vragen van de aanvrager. Dergelijk belang is
slechts vereist voor de toegang tot een document van persoonlijke aard.
Een document van persoonlijke aard is een bestuursdocument dat een
beoordeling of een waardeoordeel bevat van een met naam genoemd of
gemakkelijk identificeerbaar natuurlijk persoon of de beschrijving van
een gedrag waarvan het ruchtbaar maken aan die persoon kennelijk
nadeel kan berokkenen. De Commissie heeft in haar adviezen reeds
duidelijk gemaakt dat het vereiste belang enkel betrekking kan hebben
op informatie die aan deze omschrijving voldoet, en niet automatisch
slaat op het volledige bestuursdocument als slechts een gedeelte onder
deze omschrijving valt. Een dergelijke weigering is in strijd met artikel
32 van de Grondwet van de wet van 11 april 1994. Er wordt op die
                                                                      4

manier immers een beperking aan een fundamenteel recht opgelegd die
geen steun vindt in de wet.

De Commissie stelt ook vast dat de Kansspelcommissie artikel 6, § 3, 4°
lijkt in te roepen door te stellen dat de aanvraag kennelijk te vaag
geformuleerd is en om die reden grondslag vormt om de aanvraag af te
wijzen. De Commissie stelt vast dat de Kansspelcommissie hier een
foutieve invulling geeft aan deze uitzonderingsgrond. Deze
uitzonderingsgrond beoogt immers die situaties te vatten waarin het op
het eerste gezicht onduidelijk is welk bestuursdocument of welke
bestuursdocumenten de aanvrager wenst te verkrijgen. Dit is hier
geenszins het geval: de omschrijving, namelijk de notulen van de
vergaderingen van de Kansspelcommissie in 2016 is voldoende duidelijk
en precies om het voorwerp van de aanvraag te identificeren.

Verder stelt de Commissie vast dat de Kansspelcommissie een aantal
inhoudelijke redenen inroept om de openbaarmaking te weigeren.
Sommige van die uitzonderingsgronden zijn terug te vinden in de wet
van 11 april 1994, sommige andere evenwel niet. Slechts
uitzonderingsgronden die terug te vinden zijn in de wet van 11 april
1994 kunnen rechtsgeldig worden ingeroepen, maar dit is niet voldoende
om de openbaarmaking te weigeren. Het inroepen ervan moet bovendien
steeds voldoen aan specifieke voorwaarden die in de wet van 11 april
1994 worden geformuleerd en in concreto worden gemotiveerd. De
Commissie kan enkel vaststellen dat dit laatste niet is gebeurd.

De Commissie wenst dan ook te besluiten dat de weigering van de
Kansspelcommissie geen steun vindt in de wet van 11 april 1994 en
bijgevolg onterecht is.


Brussel, 26 juni 2018.




   F. SCHRAM                                             K. LEUS
   secretaris                                           voorzitster