Cadas > Cada fédérale > Publicité de l'administration > Avis
Date: 04/06/2018
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 4 juni 2018 ADVIES 2018-45 met betrekking tot het verkrijgen van het volledige nationaal register van beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken (CTB/2018/42) 2 1. Een overzicht 1.1. Bij e-mail van 4 april 2018 vraagt de heer X aan de FOD Justitie om inzage te verkrijgen in het volledig nationaal register van beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken. 1.2. Bij e-mail van 14 mei 2018 verzoekt de aanvrager de FOD Justitie wegens afwezigheid van een beslissing binnen de door de wet van 11 april 1994 ‘betreffende de openbaarheid van bestuur’ (hierna: de wet van 11 april 1994) gestelde termijn om haar stilzwijgende weigeringsbeslissing te heroverwegen. In diezelfde mail verzoekt hij de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, hierna Commissie genoemd om een advies. 2. De ontvankelijkheid van de adviesaanvraag De Commissie meent dat het verzoek om advies ontvankelijk is. Artikel 8, § 2 van de wet van 11 april 1994 ‘betreffende de openbaarheid van bestuur’ vereist dat de aanvrager gelijktijdig een verzoek tot heroverweging bij de betrokken administratieve overheidsdienst indient en een verzoek om advies richt tot de Commissie. Aan die verplichting van de gelijktijdigheid werd voldaan. 3. De gegrondheid van de adviesaanvraag De Commissie meent dat de aanvraag ongegrond is. Ze stelt immers vast dat de aanvrager toegang vraagt tot het volledig nationaal register van beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken. Dit nationaal register is in opbouw en moet op dit ogenblik worden beschouwd als een onvoltooid document. Op grond van artikel 6, § 3, 1°, van de wet van 11 april 1994 mag een federale administratieve overheid een vraag om inzage, uitleg of mededeling in afschrift van een bestuursdocument afwijzen in de mate het een bestuursdocument betreft waarvan de openbaarmaking, om reden dat het document niet af of onvolledig is, tot misvatting aanleiding kan geven. De Commissie begrijp dat het register dat momenteel wordt uitgewerkt, voorlopig nog heel partiële informatie bevat. Bovendien moet rekening 3 worden gehouden met het feit dat er voorlopig nog een overgangsmaatregel geldt waarbij beëdigd vertalers en vertalers-tolken nog over een periode beschikken om zich in het register te laten opnemen. Sommige informatie die zich nu in het voorlopig dossier bevindt, is trouwens nog niet gevalideerd, zodat het geheel van de informatie in het nationaal register in opbouw niet altijd even betrouwbare informatie bevat en bijgevolg aanleiding tot misvatting kan geven. Het lijkt dan ook dat de uitzonderingsgrond van artikel 6, § 3, 1° van de wet van 11 april 1994 door de FOD Justitie in caus terecht kan worden ingeroepen. Brussel, 4 juni 2018. F. SCHRAM K. LEUS secretaris voorzitster